Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vraagt in een richtlijn voor de behandeling van doorligwonden of decubitus, een aan iedere individuele patiënt aangepaste behandeling door een multidisciplinair zorgteam. In een rapport stelt het kenniscentrum namelijk dat er geen betrouwbaar wetenschappelijk bewijs bestaat dat een bepaalde aanpak of product betere resultaten geeft
Doorligwonden ontstaan vooral op de hielen en de stuit, de lichaamsdelen waarop de meeste druk wordt uitgeoefend als een patiënt lang zit of ligt. In België krijgt één op de tien ziekenhuispatiënten ermee te maken. In Europa gaat het van 6 procent tot dertig procent van de bewoners in woonzorgcentra.
Het KCE stelt dat het aanbod van zorgmaterialen en -producten, zoals matrassen, verbanden en voedingsmiddelen, groot is en blijft aangroeien. Niettemin is hun werkzaamheid niet wetenschappelijk bewezen. "Duidelijk is wel dat een patiënt met doorligwonden een gecombineerde aanpak nodig heeft", luidt het in een persbericht. Zo moet aandacht gaan naar het vermijden van druk, door een wisselende houding en drukverspreidende materialen zoals speciale matrassen, en de voeding. Ondervoede patiënten lopen namelijk een hoger risico. Een multidisciplinair team bestaande uit onder meer verpleegkundigen, artsen, geriaters, huidspecialisten en diëtisten, moet de zorg verlenen.
Individueel zorgplan
Daarnaast stelt het KCE dat per patiënt een individueel zorgplan opgesteld moet worden, aangezien een decubituspatiënt meer dan één gezondheidsprobleem heeft. Dat plan moet dan ook regelmatig opnieuw bekeken worden.
Het kenniscentrum wil ook dat een bewustmakingscampagne voor de betrokken zorgverleners gehouden wordt. De FOD Volksgezondheid organiseert op 21 november een symposium naar aanleiding van de internationale dag voor de behandeling van doorligwonden.
Tot slot moeten ziekenhuizen, woonzorgcentra en verantwoordelijken voor thuiszorg in hun globale kwaliteitsbeleid programma's opnemen voor het voorkomen en behandelen van doorligwonden.
Het KCE stelt dat het aanbod van zorgmaterialen en -producten, zoals matrassen, verbanden en voedingsmiddelen, groot is en blijft aangroeien. Niettemin is hun werkzaamheid niet wetenschappelijk bewezen. "Duidelijk is wel dat een patiënt met doorligwonden een gecombineerde aanpak nodig heeft", luidt het in een persbericht. Zo moet aandacht gaan naar het vermijden van druk, door een wisselende houding en drukverspreidende materialen zoals speciale matrassen, en de voeding. Ondervoede patiënten lopen namelijk een hoger risico. Een multidisciplinair team bestaande uit onder meer verpleegkundigen, artsen, geriaters, huidspecialisten en diëtisten, moet de zorg verlenen.
Individueel zorgplan
Daarnaast stelt het KCE dat per patiënt een individueel zorgplan opgesteld moet worden, aangezien een decubituspatiënt meer dan één gezondheidsprobleem heeft. Dat plan moet dan ook regelmatig opnieuw bekeken worden.
Het kenniscentrum wil ook dat een bewustmakingscampagne voor de betrokken zorgverleners gehouden wordt. De FOD Volksgezondheid organiseert op 21 november een symposium naar aanleiding van de internationale dag voor de behandeling van doorligwonden.
Tot slot moeten ziekenhuizen, woonzorgcentra en verantwoordelijken voor thuiszorg in hun globale kwaliteitsbeleid programma's opnemen voor het voorkomen en behandelen van doorligwonden.
