De groei van een embryo gedurende de eerste weken van de zwangerschap is mogelijk een voorspeller van een miskraam. Dat stellen wetenschappers van de Universiteit van Nottingham. De Britse onderzoekers noteerden de lengte van meer dan 500 enkele en tweelingembryo’s gedurende het eerste trimester van de zwangerschap.
Van alle zwangerschappen (één baby) die eindigden in een miskraam bleek in 78% van de gevallen de embryo tot de 5% kleinste embryo’s te behoren. Bij de tweelingzwangerschappen was dit minder; bij slechts 29% van de mislukte zwangerschappen bleef de embryo achter in groei.
De 247 enkele en 264 tweelingembryo’s werden allemaal verkregen via ivf, omdat de onderzoekers op die manier de exacte zwangerschapsduur wisten. De lengte van de embryo werd eenmalig gemeten tijdens het eerste trimester met een echo. De zwangerschap werd tot aan de geboorte gevolgd.
De onderzoekers ontdekten dat een slechte groei tijdens de eerste 12 weken een goede voorspeller was voor een miskraam. Wel wijzen ze erop dat ook ander factoren een rol kunnen spelen bij een miskraam, zoals de gezondheid van de moeder, genen van de vader en de bloedtoevoer naar de embryo.
Daarom pleiten ze voor meer onderzoek naar de relatie tussen groei en andere onderliggende oorzaken van een miskraam. Zeker ook omdat de groei bij eenkindzwangerschappen een grotere rol lijkt te spelen dan bij tweelingembryo’s.
Overigens bleek uit de studie ook dat tweelingen tijdens het eerste trimester even hard groeien als één embryo. Dat was tegen de verwachting in.
De 247 enkele en 264 tweelingembryo’s werden allemaal verkregen via ivf, omdat de onderzoekers op die manier de exacte zwangerschapsduur wisten. De lengte van de embryo werd eenmalig gemeten tijdens het eerste trimester met een echo. De zwangerschap werd tot aan de geboorte gevolgd.
De onderzoekers ontdekten dat een slechte groei tijdens de eerste 12 weken een goede voorspeller was voor een miskraam. Wel wijzen ze erop dat ook ander factoren een rol kunnen spelen bij een miskraam, zoals de gezondheid van de moeder, genen van de vader en de bloedtoevoer naar de embryo.
Daarom pleiten ze voor meer onderzoek naar de relatie tussen groei en andere onderliggende oorzaken van een miskraam. Zeker ook omdat de groei bij eenkindzwangerschappen een grotere rol lijkt te spelen dan bij tweelingembryo’s.
Overigens bleek uit de studie ook dat tweelingen tijdens het eerste trimester even hard groeien als één embryo. Dat was tegen de verwachting in.
