De correctionele rechtbank van Antwerpen heeft Luc H., diensthoofd van de spoedafdeling van het Sint-Augustinusziekenhuis, en het ziekenhuis zelf vrijgesproken voor onopzettelijke doding en schuldig verzuim. De rechtbank meende dat zij niet verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de dood in 2002 van een jongetje van 17 maanden oud.
Zijn ouders brachten hem op 25 november 2002 in zorgwekkende toestand binnen op de spoedafdeling van het Sint-Augustinusziekenhuis in Wilrijk. Het kindje werd niet meteen behandeld, maar doorverwezen naar de afdeling pediatrie, zoals het intern reglement het voorschrijft. De kinderarts kon negen minuten later alleen nog maar de dood vaststellen. De ouders dienden in maart 2004 klacht in wegens onopzettelijke doding en schuldig verzuim.
Deskundigen waren het erover eens dat de toestand van de jongen verkeerd werd ingeschat op de spoedafdeling. De permanentiearts volgde weliswaar het interne reglement, maar had toch eerst moeten vaststellen wat de toestand van het kind was alvorens hem door te verwijzen. De arts werd echter buiten vervolging gesteld, omdat ze op dat ogenblik haar opleiding nog niet volledig voltooid had. De arts stond onder toezicht van Luc H., diensthoofd van de spoedafdeling, maar hij was die avond niet in het ziekenhuis aanwezig en werd evenmin op de hoogte gebracht van de toestand van het jongetje. Het ziekenhuis zelf had er geen kennis van dat de dienstdoende spoedarts onvoldoende gekwalificeerd was.
Het parket meende dan ook dat beide beklaagden niet verantwoordelijk konden gesteld worden en vroeg voor hen de vrijspraak. De rechtbank sloot zich daarbij aan.
Deskundigen waren het erover eens dat de toestand van de jongen verkeerd werd ingeschat op de spoedafdeling. De permanentiearts volgde weliswaar het interne reglement, maar had toch eerst moeten vaststellen wat de toestand van het kind was alvorens hem door te verwijzen. De arts werd echter buiten vervolging gesteld, omdat ze op dat ogenblik haar opleiding nog niet volledig voltooid had. De arts stond onder toezicht van Luc H., diensthoofd van de spoedafdeling, maar hij was die avond niet in het ziekenhuis aanwezig en werd evenmin op de hoogte gebracht van de toestand van het jongetje. Het ziekenhuis zelf had er geen kennis van dat de dienstdoende spoedarts onvoldoende gekwalificeerd was.
Het parket meende dan ook dat beide beklaagden niet verantwoordelijk konden gesteld worden en vroeg voor hen de vrijspraak. De rechtbank sloot zich daarbij aan.
