Langdurig psychiatrische patiënten verblijven vaak te lang in een ziekenhuis

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht in samenwerking met het Intermutualistisch agentschap(IMA), en de onderzoekseenheden Censtat (UHasselt) en Lucas (K.U.Leuven) het profiel van patiënten die langdurig in een psychiatrische afdeling (T-bed) van een ziekenhuis verblijven. Ongeveer 4750 patiënten verblijven al langer dan 1 jaar in een T-bed en bijna 1600 van hen zijn er al meer dan 6 jaar. Het KCE vraagt zich af of zij allemaal in die T-bedden thuishoren. De doorverwijzing van patiënten naar een andere soort zorgomgeving heeft ook vaak nadelige financiële gevolgen voor de patiënt. Het KCE pleit voor een meer geïntegreerd organisatiemodel waarin de opdrachten van de ziekenhuisdiensten, de psychiatrische verzorgingstehuizen en andere diensten duidelijker worden omschreven. Enkel op die manier kunnen T-bedden optimaal worden benut. Dit rapport is het eerste van een reeks KCE-projecten in de geestelijke gezondheidszorg.
In ons land zijn er ongeveer 13.000 mensen langdurig en ernstig psychiatrisch patiënt: ze verblijven al meer dan 1 jaar in een psychiatrische voorziening (T-bed, psychiatrisch verzorgingstehuis, beschut wonen of dag-of nachthospitalisatie). Bijna 40% (ongeveer 4750 personen) verblijft al meer dan 1 jaar in een ziekenhuis. 1/3 (ongeveer 1600) van hen is al langer dan 6 jaar gehospitaliseerd. Van de 3150 personen die in een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) verblijven, verblijft ongeveer 60% er al meer dan 6 jaar.

De meeste langverblijvers zijn mannen. Ongeveer de helft lijdt aan schizofrenie of een psychotische stoornis. 4 op de 10 patiënten vertoont een agressieve, asociale houding.

Er zijn aanwijzingen dat langdurig verblijvende patiënten minder revalidatie en psychotherapie dan de andere patiënten krijgen. Elektroshocks worden bijna uitsluitend toegediend in T-bedden in de provincie Luik. Er lijkt ook een groot verschil te bestaan tussen de ziekenhuizen m.b.t. het voorschrijven van medicatie. Misschien spelen klinische factoren een rol, maar meer onderzoek rond deze vraag dringt zich op.

Patiënten die het ziekenhuis verlaten worden vaker doorverwezen naar PVT’s dan dat ze opnieuw worden geïntegreerd in de maatschappij, en daarbij bvb ambulante therapie of thuisbegeleiding krijgen. De kans op re-integratie is het grootst voor jongere mensen of voor patiënten met een verblijf van minder dan 2 jaar. In Vlaanderen lijkt de kans op reïntegratie kleiner dan in andere regio’s door het hogere aanbod van T-bedden.

Patiënten met mentale achterstand verdienen bijzondere aandacht. Het aandeel van langverblijvende patiënten met mentale achterstand in T-bedden is regionaal verschillend (Vlaanderen 15%, Wallonië 30%). Mogelijk moeten personen met een mentale achterstand niet blijvend opgenomen worden in T-bedden. Misschien worden ze beter opgevangen in een PVT of voorzieningen voor personen met een mentale handicap, maar hiervoor is een breder onderzoek vereist . Het doorverwijzen van deze groep moet besproken worden op het niveau van de gemeenschappen.

Volgens het KCE is er behoefte aan een duidelijke omschrijving van de opdrachten van de ziekenhuizen en andere residentiële en ambulante diensten. De analyse van de situatie in T-bedden kan niet losgekoppeld worden van andere diensten en voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg. Een onderlinge complementariteit en afstemming zijn van groot belang om de doorstroom van patiënten uit ziekenhuizen te garanderen.

Daaraan gekoppeld moet een maatschappelijk debat worden gevoerd over de kostprijs voor de gemeenschap en de kostprijs voor de patiënt. Een patiënt in een T-bed kost de gemeenschap veel meer dan in een PVT of in een formule van beschut wonen.. Volgens schattingen van het KCE kostte een patiënt in een T-bed in 2003 gemiddeld maandelijks 4500 euro aan de gemeenschap. De laagste kostprijs is die voor beschut wonen: gemiddeld kostte dat 5 jaar geleden 1000 euro per maand per patiënt. Daartegenover staat dan weer dat de persoonlijke bijdragen het hoogst zijn in PVT en beschut wonen. Het recente KCE-rapport over de maximumfactuur (nr 80) wees al op de specifieke problematiek van persoonlijke uitgaven in de psychiatrie. De financiële impact op de patiënt kan de beslissing over zijn re-integratie of doorverwijzing negatief beïnvloeden.
17 jul 2008 11u28
Bron: KCE
zie ook rubriek