Uit een onderzoek van het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en het Intermutualistich Agentschap (IMA) , naar de organisatie en consumptie van revalidatie in België, blijkt dat de keuze voor een revalidatiekanaal bepaald wordt door de gewoonten van de ziekenhuizen.
Gewoonten ziekenhuizen bepalend
Waar men zou verwachten dat de keuze voor een revalidatietechniek bepaald wordt door de aard van de ingreep, en de daaraan verbonden eigenschappen voor herstel, blijken de lokale gewoonten van het ziekenhuis echter doorslaggevend te zijn. Dit is in het bijzonder het geval voor drie vaak voorkomende behandelingen nl.: knieprothesen, heupprothesen en dijbeenbreuken. Meer dan de helft van de ziekenhuizen verkiest, na deze behandelingen, fysiotherapie als revalidatietechniek voor het merendeel van de patiënten (80% en in sommige instellingen zelfs 100%). De karakteristieken van de patiënt (socio-economisch, gezondheidstoestand en afhankelijkheid van de patiënt) spelen hierbij een minder grote rol en bieden geen verklaring voor deze systematische keuze.
Zelfs indien de revalidatie na de ziekenhuisopname begint, is het ziekenhuis, waar de revalidatie doorgaat, bepalend voor de keuze tussen kinesitherapie en geneeskunde' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>fysische geneeskunde als revalidatietechniek.
Nomenclatuur
Volgens de terugbetalingregels dienen kinesitherapeuten en specialisten in fysische geneeskunde en revalidatie verschillende nomenclaturen te volgen. In de praktijk dekken deze verschillende codes meestal dezelfde prestaties.
Daarom pleit het KCE voor een aanpassing van de nomenclatuur zodat specialisten geneeskunde en revalidatie eveneens vergoed kunnen worden voor individuele prestaties zoals; de medische diagnose, het opstellen van een revalidatieplan, oriëntatie van de patiënt naar een monodisciplinaire of multidisciplinaire behandeling en opvolging en coördinatie van de zorgen.
Zo moet er, volgens het Kenniscentrum, een einde gemaakt worden aan de systematische keuze van de ziekenhuizen voor nomenclatuur van de fysische geneeskunde, om redenen die niet louter medisch zijn.
lees verder ...
Waar men zou verwachten dat de keuze voor een revalidatietechniek bepaald wordt door de aard van de ingreep, en de daaraan verbonden eigenschappen voor herstel, blijken de lokale gewoonten van het ziekenhuis echter doorslaggevend te zijn. Dit is in het bijzonder het geval voor drie vaak voorkomende behandelingen nl.: knieprothesen, heupprothesen en dijbeenbreuken. Meer dan de helft van de ziekenhuizen verkiest, na deze behandelingen, fysiotherapie als revalidatietechniek voor het merendeel van de patiënten (80% en in sommige instellingen zelfs 100%). De karakteristieken van de patiënt (socio-economisch, gezondheidstoestand en afhankelijkheid van de patiënt) spelen hierbij een minder grote rol en bieden geen verklaring voor deze systematische keuze.
Zelfs indien de revalidatie na de ziekenhuisopname begint, is het ziekenhuis, waar de revalidatie doorgaat, bepalend voor de keuze tussen kinesitherapie en geneeskunde' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>fysische geneeskunde als revalidatietechniek.
Nomenclatuur
Volgens de terugbetalingregels dienen kinesitherapeuten en specialisten in fysische geneeskunde en revalidatie verschillende nomenclaturen te volgen. In de praktijk dekken deze verschillende codes meestal dezelfde prestaties.
Daarom pleit het KCE voor een aanpassing van de nomenclatuur zodat specialisten geneeskunde en revalidatie eveneens vergoed kunnen worden voor individuele prestaties zoals; de medische diagnose, het opstellen van een revalidatieplan, oriëntatie van de patiënt naar een monodisciplinaire of multidisciplinaire behandeling en opvolging en coördinatie van de zorgen.
Zo moet er, volgens het Kenniscentrum, een einde gemaakt worden aan de systematische keuze van de ziekenhuizen voor nomenclatuur van de fysische geneeskunde, om redenen die niet louter medisch zijn.
lees verder ...