Onderzoek (Jans, 2008) toont aan dat er zeer grote verschillen bestaan in het prevalentiecijfer van nosocomiaal verworven MRSA – infecties. In sommige ziekenhuizen loopt geen enkele patiënt een MRSA – infectie op, in andere ziekenhuizen lopen tot 17,2 patiënten per duizend opnames een MRSA – infectie op. Dit uit zich in provinciale verschillen, maar er zijn ook regionale verschillen. In een nog niet gepubliceerd onderzoek van het Federaal Kenniscentrum worden voor het eerst deze regionale verschillen duidelijk aangegeven
Inzake ziekenhuisinfecties scoort België slechts matig in internationale vergelijking (Daue & Crainich, 2008). Een studie uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid in mei 2005 toont aan dat nosocomiale infecties ook vaak voorkomen in de rust- en verzorgingstehuizen voor bejaarden. De studie meldt dat er in de 60 onderzochte rvt’s een prevalentie is van 18,9 % in België, van 17,6 % in Vlaanderen, 18,9 % in Brussel en van 22 % in Wallonië (Jans, 2005).
In acute ziekenhuizen in Vlaanderen waren tijdens het eerste semester van 2007 gemiddeld 26 % van de Staphylococcus aureus stammen meticilline resistent (Jans, 2008). Het resistentieprofiel was niet significant verschillend van het nationaal gemiddelde voor België (27 %). Er blijken grote verschillen in de resistentieproportie (minimum 6 % - maximum 62 %) en de incidentie (minimum 0 – maximum 17,2) van nosocomiaal verworven mrsa in de verschillende algemene ziekenhuizen. Het gemiddelde van de incidentiecijfers van nosocomiaal verworven mrsa bedroeg 2 nieuwe gevallen per 1000 opnames in Vlaamse ziekenhuizen, terwijl dit cijfer voor België hoger lag (3,2 nieuwe gevallen / 1000 opnames). Opgesplitst per provincie zijn er belangrijke verschillen. Het laagste mediaan incidentiecijfer werd geobserveerd in Limburg: 0,6 nieuwe nosocimaal verworven MRSA gevallen per 1000 opnames, 0,8 in Antwerpen, 1,5 in West-Vlaanderen, 1,9 in Oost-Vlaanderen en 2,5 nieuwe gevallen per 1000 opnames in Vlaams Brabant.
Bepaalde ziekenhuizen zijn zeer actief in de aanpak van het probleem, maar er is geen scoretabel beschikbaar voor de burger – patiënt. Dergelijke informatie bestaat wel in andere landen (Nederland, Frankrijk, Australië, Groot – Brittanië, Verenigde Staten). Transparante cijfers moeten de burger – patiënt toelaten om gericht keuzes te maken. Daarnaast is dit een stimulans voor de zorginstellingen om beter te doen.
Sinds 1 juli 2007 zijn de ziekenhuizen verplicht om deel te nemen aan het initiatief “Toezicht op de nosocomiale infecties”1. Hiertoe wordt hen een forfaitair bedrag toegekend via het budget van Financiële Middelen. Het aantal infecties met MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus) en Clostridium difficile moeten verplicht door elk algemeen ziekenhuis geregistreerd worden en bezorgd worden aan het W.I.V.
In 2007 werden door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid studies uitgevoerd in samenspraak met deskundigen, ziekenhuishygiënisten en de betrokken sectoren. Hieruit volgde een concreet actieplan, inclusief een aangepast budget. Het plan dient gezien in samenhang met maatregelen die op het federale vlak werden genomen en nog zullen moeten genomen worden. Het actieplan voorziet in een aantal maatregelen voor zowel de eerstelijnszorg, de ziekenhuiszorg en het verblijf in de woon- en zorgcentra.Het is niet aanvaardbaar dat een overheid de verzamelde data als hun eigendom beschouwen en deze afschermen van bekendmaking. Ook de koepelorganisaties pleiten voor een optimaal benutten van registratiegegevens, door gegevensuitwisseling en een minimale bijkomende registratielast (Van Oevelen, Coussee, et al., 2010). Transparantie van de sector naar de overheid en tussen de overheden onderling is een eerste stap naar transparantie naar de gebruiker. als overheden de gezondheidssector op een moderne manier wil aansturen, is het nodig dat ook de niet-geanonimiseerde cijfers over de Patient Safety Indicatoren bruikbaar zijn voor evaluatie van de werking, onder meer tijdens de audit. Er moet daarom komaf gemaakt worden met de actuele splitsing, zodat de overheid die de verplichte registraties aanstuurt, ook de gegevens kan ontvangen, én ze gebruiken vooralgemeen beleid én specifieke aansturing (bijvoorbeeld bij inspectie of audit).
Onderzoek (Jans, 2008) toont aan dat er zeer grote verschillen bestaan in het prevalentiecijfer van nosocomiaal verworven MRSA – infecties. In sommige ziekenhuizen loopt geen enkele patiënt een MRSA – infectie op, in andere ziekenhuizen lopen tot 17,2 patiënten per duizend opnames een MRSA – infectie op. Dit uit zich in provinciale verschillen, maar er zijn ook regionale verschillen. In een nog niet gepubliceerd onderzoek van het Federaal Kenniscentrum worden voor het eerst deze regionale verschillen duidelijk aangegeven.
Het is niet aanvaardbaar dat een overheid de verzamelde data als hun eigendom beschouwen en deze afschermen van bekendmaking. Ook de koepelorganisaties pleiten voor een optimaal benutten van registratiegegevens, door gegevensuitwisseling en een minimale bijkomende registratielast (Van Oevelen, Coussee, et al., 2010). Transparantie van de sector naar de overheid en tussen de overheden onderling is een eerste stap naar transparantie naar de gebruiker. Als overheden de gezondheidssector op een moderne manier wil aansturen, is het nodig dat ook de niet-geanonimiseerde cijfers over de Patient Safety Indicatoren bruikbaar zijn voor evaluatie van de werking, onder meer tijdens de audit.
Er moet daarom komaf gemaakt worden met de actuele splitsing, zodat de overheid die de verplichte registraties aanstuurt, ook de gegevens kan ontvangen, én ze gebruiken voor algemeen beleid én specifieke aansturing (bijvoorbeeld bij inspectie of audit).
In acute ziekenhuizen in Vlaanderen waren tijdens het eerste semester van 2007 gemiddeld 26 % van de Staphylococcus aureus stammen meticilline resistent (Jans, 2008). Het resistentieprofiel was niet significant verschillend van het nationaal gemiddelde voor België (27 %). Er blijken grote verschillen in de resistentieproportie (minimum 6 % - maximum 62 %) en de incidentie (minimum 0 – maximum 17,2) van nosocomiaal verworven mrsa in de verschillende algemene ziekenhuizen. Het gemiddelde van de incidentiecijfers van nosocomiaal verworven mrsa bedroeg 2 nieuwe gevallen per 1000 opnames in Vlaamse ziekenhuizen, terwijl dit cijfer voor België hoger lag (3,2 nieuwe gevallen / 1000 opnames). Opgesplitst per provincie zijn er belangrijke verschillen. Het laagste mediaan incidentiecijfer werd geobserveerd in Limburg: 0,6 nieuwe nosocimaal verworven MRSA gevallen per 1000 opnames, 0,8 in Antwerpen, 1,5 in West-Vlaanderen, 1,9 in Oost-Vlaanderen en 2,5 nieuwe gevallen per 1000 opnames in Vlaams Brabant.
Bepaalde ziekenhuizen zijn zeer actief in de aanpak van het probleem, maar er is geen scoretabel beschikbaar voor de burger – patiënt. Dergelijke informatie bestaat wel in andere landen (Nederland, Frankrijk, Australië, Groot – Brittanië, Verenigde Staten). Transparante cijfers moeten de burger – patiënt toelaten om gericht keuzes te maken. Daarnaast is dit een stimulans voor de zorginstellingen om beter te doen.
Sinds 1 juli 2007 zijn de ziekenhuizen verplicht om deel te nemen aan het initiatief “Toezicht op de nosocomiale infecties”1. Hiertoe wordt hen een forfaitair bedrag toegekend via het budget van Financiële Middelen. Het aantal infecties met MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus) en Clostridium difficile moeten verplicht door elk algemeen ziekenhuis geregistreerd worden en bezorgd worden aan het W.I.V.
In 2007 werden door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid studies uitgevoerd in samenspraak met deskundigen, ziekenhuishygiënisten en de betrokken sectoren. Hieruit volgde een concreet actieplan, inclusief een aangepast budget. Het plan dient gezien in samenhang met maatregelen die op het federale vlak werden genomen en nog zullen moeten genomen worden. Het actieplan voorziet in een aantal maatregelen voor zowel de eerstelijnszorg, de ziekenhuiszorg en het verblijf in de woon- en zorgcentra.Het is niet aanvaardbaar dat een overheid de verzamelde data als hun eigendom beschouwen en deze afschermen van bekendmaking. Ook de koepelorganisaties pleiten voor een optimaal benutten van registratiegegevens, door gegevensuitwisseling en een minimale bijkomende registratielast (Van Oevelen, Coussee, et al., 2010). Transparantie van de sector naar de overheid en tussen de overheden onderling is een eerste stap naar transparantie naar de gebruiker. als overheden de gezondheidssector op een moderne manier wil aansturen, is het nodig dat ook de niet-geanonimiseerde cijfers over de Patient Safety Indicatoren bruikbaar zijn voor evaluatie van de werking, onder meer tijdens de audit. Er moet daarom komaf gemaakt worden met de actuele splitsing, zodat de overheid die de verplichte registraties aanstuurt, ook de gegevens kan ontvangen, én ze gebruiken vooralgemeen beleid én specifieke aansturing (bijvoorbeeld bij inspectie of audit).
Onderzoek (Jans, 2008) toont aan dat er zeer grote verschillen bestaan in het prevalentiecijfer van nosocomiaal verworven MRSA – infecties. In sommige ziekenhuizen loopt geen enkele patiënt een MRSA – infectie op, in andere ziekenhuizen lopen tot 17,2 patiënten per duizend opnames een MRSA – infectie op. Dit uit zich in provinciale verschillen, maar er zijn ook regionale verschillen. In een nog niet gepubliceerd onderzoek van het Federaal Kenniscentrum worden voor het eerst deze regionale verschillen duidelijk aangegeven.
Het is niet aanvaardbaar dat een overheid de verzamelde data als hun eigendom beschouwen en deze afschermen van bekendmaking. Ook de koepelorganisaties pleiten voor een optimaal benutten van registratiegegevens, door gegevensuitwisseling en een minimale bijkomende registratielast (Van Oevelen, Coussee, et al., 2010). Transparantie van de sector naar de overheid en tussen de overheden onderling is een eerste stap naar transparantie naar de gebruiker. Als overheden de gezondheidssector op een moderne manier wil aansturen, is het nodig dat ook de niet-geanonimiseerde cijfers over de Patient Safety Indicatoren bruikbaar zijn voor evaluatie van de werking, onder meer tijdens de audit.
Er moet daarom komaf gemaakt worden met de actuele splitsing, zodat de overheid die de verplichte registraties aanstuurt, ook de gegevens kan ontvangen, én ze gebruiken voor algemeen beleid én specifieke aansturing (bijvoorbeeld bij inspectie of audit).