Ziekenhuizen werken samen voor grieppatiënten met ernstige longinfectie

Hoewel het griepvirus dat in december en januari in Europa opdook in ons land geen dodelijke slachtoffers maakte, leidt het H1N1-virus nog steeds tot gevaarlijke longinfecties waarvoor gespecialiseerde hulp nodig is. Door een goede samenwerking tussen verschillende ziekenhuizen, kregen deze patiënten de gepaste behandeling.
Neem nu het uza. Daar werden de afgelopen maand negen patiënten beademd omdat ze ernstige longschade opliepen als gevolg van de mexicaanse griep. Het ging om volwassenen die niet tot de klassieke risicogroepen behoorden. Het uza beschikt weliswaar over hart-longmachines die het werk van de longen tijdelijk kunnen overnemen. Maar alleen dankzij de samenwerking met andere centra als het OLV- ziekenhuis in Aalst, het ZNA Middelheim, het Hôpital Saint-Joseph in Gilly, het CHU Sart Tilman in Luik en het AZ St-Jan in Brugge, die hun toestellen ter beschikking stelden, kon het UZA zoveel patiënten tegelijk behandelen.

Vijf patiënten moesten beademd worden met een ECMO-toestel. Dat ondersteunt de patiënt met veno-veneuze extra corporele membraan oxygenatie wanneer gewone beademing niet meer volstaat om de opname van zuurstof in het bloed te garanderen. Deze kleine hart-longmachine wordt via de grote aders met de patiënt verbonden, zodat de aanvoer van zuurstof en de afvoer van CO2 rechtstreeks op het niveau van het bloed kan plaatsvinden. Op die manier moeten de longen niet meer instaan voor de zuurstofopname.

De behandeling, die tot drie weken kan duren, vraagt een grote inspanning van alle betrokken specialisten (cardiochirurgen, intensivisten, perfustionisten) en verpleegkundigen en kan enkel aangeboden worden in cardiochirurgische centra en afdelingen voor gespecialiseerde intensieve zorg. Afhankelijk van de ernst van de ziekte worden andere specialisten zoals pneumologen en nefrologen bij de behandeling betrokken. De patiënten moeten bovendien in isolatie worden verzorgd. De meeste patiënten kwamen naar het UZA op verwijzing van andere ziekenhuizen omdat maar enkele ziekenhuizen in België een ECMO-behandeling kunnen aanbieden. Geen enkel centrum beschikt echter over voldoende toestellen om zoveel patiënten tegelijk te behandelen. In het UZA kon de behandeling worden uitgevoerd dankzij de welwillendheid van de industrie en van andere ziekenhuizen die hun ECMO-toestel ter beschikking te stelden.