Ziekenhuizen hebben massa's vacatures voor artsen-specialisten

Elk Vlaams ziekenhuis heeft gemiddeld vier vacante betrekkingen voor een medische specialist. Gemiddeld duur het 1,5 jaar om een vacature in te vullen. Dat kan in ‘hardnekkige’ gevallen oplopen tot 2,4 jaar. Met zelfs een uitschieter tot 5,5 jaar. Dat meldt het medische vakblad de Specialisten dat hierover een nota inkeek van Zorgnet Vlaanderen, de koepel van Vlaamse zorgvoorzieningen. Zorgnet formuleert een aantal remediërende aanbevelingen.
In het voorjaar inventariseerde Zorgnet samen met ICURO (de voormalige openbare ziekenhuizen) via een enquête de behoeften aan artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen in de Vlaamse ziekenhuizen. De helft van de 52 Vlaamse perifere, niet-universitaire ziekenhuizen namen deel, schrijft de Specialisten. Volgens de ziekenhuisorganisatie zijn de resultaten representatief. Uit de gegevens blijkt dat meer dan de helft van de ziekenhuizen zegt moeilijk spoedartsen en geriaters te vinden. In iets mindere mate geldt dat ook voor pediaters, neurologen, endocrinologen en oftalmologen.

Het jongste decennium is het aantrekken van artsen moeilijker geworden, zegt 92% van de deelnemende ziekenhuizen. als belangrijkste oorzaken van de schaarste wordt verwezen naar het gebrek aan kandidaten (82%), feminisering (40%), en een problematische balans tussen werk en privé-leven. Meer dan één specialist op drie is nu een vrouw, stelt de Zorgnet-nota. Vooral dermatologie, psychiatrie, radiotherapie, oftalmologie en pediatrie zijn uitgesproken vervrouwelijkt. Dat is niet onbelangrijk want bij de keuze van een vakgebied houden vrouwen meer rekening met wachtbelasting, weekendwerk enz. Vele vrouwen geven de voorkeur aan een privé-praktijk. De ziekenhuiskoepel stelt ook vast dat het medisch korps snel vergrijst. Dat geldt vooral voor de disciplines klinische biologie, radiologie, reumatologie, stomatologie en heelkunde waar de helft van de specialisten ouder dan 50 is. De gemiddelde leeftijd van alle specialisten bedraagt 44,4 jaar voor vrouwen en 50,6 jaar voor mannen, schrijft de Specialisten.

De ziekenhuizen vrezen dat het op korte termijn –tot 2016- moeilijk wordt om anesthesiologen, geriaters, gastro-enterologen, pediaters en klinisch biologen aan te werven. Op middellange termijn -2017-2022- menen ze dat het vinden van orthopedisten, anesthesiologen, radiologen en algemene chirurgen problemen kan stellen.

Zorgnet extrapoleerde de Vlaamse gegevens naar alle 107 acute (algemene en universitaire) ziekenhuizen van het land. Daaruit blijkt dat tussen 2011 en 2016 de Belgische ziekenhuizen nood zouden hebben aan 50 geriaters en 14 endocrinologen. In 2009 startte echter geen enkele arts met een opleiding endocrinologie en waren er slechts 30 kandidaat geriaters. Er dreigt dus een dramatisch tekort. Terwijl net in deze twee disciplines het aantal patiënten bijna exponentieel stijgt. Er is een uitgesproken negatieve balans tussen de noden van de volgende vijf jaar en het aantal specialisten dat wordt opgeleid. Terwijl de patiëntenpopulatie voor deze twee disciplines aanzienlijk groeit.

Voor andere specialismen is volgens Zorgnet het probleem vooral dat de tweedelijnsgeneeskunde in de ziekenhuizen niet aantrekkelijk genoeg is.

Terwijl zogenaamde villageneeskunde (artsen werkzaam in een privé-praktijk) de zorgtoegankelijkheid ’s nachts en in het weekend ernstig in het gedrang brengt. Bovendien worden patiënten met risicovolle acute aandoeningen en patiënten met zeldzame aandoeningen de facto uitgesloten van zorg. In hun private praktijk werken artsen immers enkel via geplande raadplegingen. Zo vermijden ze acute, risicovolle situaties te moeten opvangen ’s nachts en in het weekend.”

De ziekenhuisbeheerders willen de aantrekkingskracht van de ziekenhuizen verhogen. De prestaties van specialisten die niet deelnemen aan de wachtdiensten en geen zorgcontinuïteit in de ziekenhuizen willen verzekeren en enkel in een privé-praktijk werken zouden voor hun prestaties niet meer terugbetaald mogen worden door het ziekenfonds, stelt Zorgnet in de Specialisten.

Een andere minder verregaande mogelijkheid die de koepelorganisatie oppert, is om in het riziv-nummer van knelpuntspecialismen een specifieke extensie voor ziekenhuisartsen te voorzien. Dat laat een honorariumdifferentiatie toe waardoor ziekenhuizen opnieuw aantrekkelijker worden. Zo kan vermeden worden dat steeds minder ziekenhuisspecialisten de wachtbelasting dragen.

“Momenteel zit er immers amper spanning tussen de inkomens van specialisten die (groten)deels in een ziekenhuis werken en zij die enkel in een privé-praktijk actief zijn.” Zorgnet vindt dat de loonspanning beter afgestemd moet worden op de inspanningen en de maatschappelijke meerwaarde van de artsen. “Differentiatie is nodig. Prestaties vallen in het ziekenhuis immers veel minder te plannen dan in een privé-praktijk. Bovendien zorgen spoedeisende interventies voor grotere risico’s.”

Opmerkelijk is het voorstel om startende ziekenhuisspecialisten die in probleemregio’s willen werken financieel te stimuleren. “De wachtbelasting in ruraal gelegen ziekenhuizen is bijvoorbeeld hoog”, zo luidt het in de Specialisten. Ook de invoering van een extra forfaitaire ondersteuning voor knelpuntspecialisten is een mogelijkheid voor de organisatie.

Dat de contingentering nu voor een aantal specialismen zoals kinder- en jeugdpsychiatrie minimum aantallen voorziet, vindt Zorgnet positief maar het moet uitgebreid worden tot alle specialismen. “Enkel maxima volstaan niet,” zo luidt het. Bovendien is het wenselijk knelpuntspecialismen zoals geriatrie en endocrinologie gericht te promoten.

De uitgesproken inkomensverschillen –tot een factor 10- zorgen voor een scheeftrekking in de aantrekkingskracht van specialismen. Technische prestaties worden ‘historisch’ hoog gewaardeerd, intellectuele prestaties veel minder. Het is begrijpelijk dat bepaalde disciplines minder aantrekkelijk worden als ze én een hoge wachtbelasting én een relatief laag inkomen combineren”, zo luidt het. Daarom moet de inkomensspanning tussen de verschillende specialismen meer gebaseerd worden op objectieve verschillen en ook rekening houden met aanwezigheid, mate van verantwoordelijkheid enz., stelt de organisatie.

Zorg, aldus de ziekenhuisorganisatie, moet op het meest geëigende niveau verstrekt worden. Daarom zijn er meer huisartsenwachtposten nodig. Om het oneigenlijke gebruik van de spoed tegen te gaan. “Dat vergt wel een goede afstemming op de ziekenhuiszorg”, voegt Zorgnet er onmiddellijk aan toe. “Want tot nu toe hebben meer wachtposten niet geleid tot minder spoedopnames. Patiënten moeten trouwens ook financieel geresponsabiliseerd en gesensibiliseerd worden.”

Tot slot wil Zorgnet in de Vlaamse toelatingsproef geneeskunde richtquota per ziekenhuisdiscipline inbouwen. “En door motivatie en voorkeuren te laten meespelen in de proef kan de instroom georiënteerd worden naar knelpuntspecialismen.”
04 okt 2011 17u27