De dienst encorinologie, diabetologie en metabole ziekten van het UZA, onder leiding van prof. dr. Luc Van Gaal, werd onlangs officieel erkend als centrum obesitas door de EASO (European Association for the study of obesity). Deze accreditatie is erg belangrijk voor het obesitasonderzoek in België.
De EASO heeft als doel om onderzoek naar obesitas te promoten en het contact tussen individuen en organisaties die zich met obesitas bezig houden, te vergemakkelijken. Obesitas is wereldwijd erkend als een epidemie. Het is één van de meest voorkomende ziektes van onze tijd. Omdat de kennis van de ziekte erg verspreid is, heeft de EASO een netwerk van gespecialiseerde obesitas centra opgericht, waar de kwaliteit van de zorg voor de patiënt tot de hoogste standaarden behoort. Slechts 28 Europese obestiascentra werden tot nog toe erkend door de EASO.
De dienst van prof. Van Gaal is dan ook opgetogen met deze accreditatie, die tot nog toe in België enkel te beurt viel aan de UCL in Brussel.
Een geaccrediteerd obesitascentrum moet aan strenge voorwaarden voldoen. Elk centrum moet bovendien samenwerken met de andere centra om de kwaliteit, de verzameling en analyse van patiëntengegevens en het wetenschappelijk onderzoek te bevorderen.
Het onderzoek rond obesitas in het uza leverde de laatste jaren al heel wat nieuwe inzichten op, onder meer rond vetverdeling en vetmassa als orgaan op zich. Mede dankzij het onderzoek naar vetdistributie, dat wordt beïnvloed door eet -en leefgedrag en door de genen, is het meten van de tailleomtrek routine geworden in de dagelijkse klinische praktijk. Het uza werkte ook intensief mee aan studies rond leptine, adiponcectine en ander cytokines. Het onderzoek toonde aan dat de rol van de lever in het metabool proces steeds belangrijker zal blijken. Een ander onderzoek wees op het feit dat het vet dat op de dijen is gelokaliseerd wellicht niet neutraal is, maar beschermt tegen hart- en vaatziekten.
Ook op het vlak van behandelingen (bv. bariatrische heelkunde of met eitwit verrijkte voeding voor erg obese patiënten) worden goede resultaten geboekt, al blijft een succesvolle medicamenteuze behandeling voorlopig uit.
De dienst van prof. Van Gaal is dan ook opgetogen met deze accreditatie, die tot nog toe in België enkel te beurt viel aan de UCL in Brussel.
Een geaccrediteerd obesitascentrum moet aan strenge voorwaarden voldoen. Elk centrum moet bovendien samenwerken met de andere centra om de kwaliteit, de verzameling en analyse van patiëntengegevens en het wetenschappelijk onderzoek te bevorderen.
Het onderzoek rond obesitas in het uza leverde de laatste jaren al heel wat nieuwe inzichten op, onder meer rond vetverdeling en vetmassa als orgaan op zich. Mede dankzij het onderzoek naar vetdistributie, dat wordt beïnvloed door eet -en leefgedrag en door de genen, is het meten van de tailleomtrek routine geworden in de dagelijkse klinische praktijk. Het uza werkte ook intensief mee aan studies rond leptine, adiponcectine en ander cytokines. Het onderzoek toonde aan dat de rol van de lever in het metabool proces steeds belangrijker zal blijken. Een ander onderzoek wees op het feit dat het vet dat op de dijen is gelokaliseerd wellicht niet neutraal is, maar beschermt tegen hart- en vaatziekten.
Ook op het vlak van behandelingen (bv. bariatrische heelkunde of met eitwit verrijkte voeding voor erg obese patiënten) worden goede resultaten geboekt, al blijft een succesvolle medicamenteuze behandeling voorlopig uit.
