In de krant van dinsdag klaagde VLD-senator Margriet Hermans aan dat er nogal wat incidenten gebeuren met maagringen en maagnietjes (,,735 incidenten met maagringen en rimpelvullers'' DS 21 december) . Maar maagringen en maagnietjes zijn niet de enige chirurgische ingrepen die belangrijke verwikkelingen opleveren. Alle chirurgische ingrepen voor zwaarlijvigheid hebben risico's, net als ziekelijke zwaarlijvigheid zelf. Het ruikt dan ook naar desinformatie om specifieke technieken voor de chirurgische behandeling van zwaarlijvigheid aan te vallen.
Rond de behandeling van zwaarlijvigheid hangt sinds mensenheugenis trouwens een zweem van charlatanisme. Getuige daarvan het verleden, met verschillende processen tegen voorschrijvers van magistrale bereidingen waarmee honderden obesitaspatiënten met goed resultaat op hun gewicht, maar met uitgesproken negatieve effecten op hun algemene gezondheid, werden behandeld.
Voor de boom van chirurgische technieken lijkt het niet anders. Nochtans zijn het zeker niet de maagringen of de maagnietjes die te weinig aan wetenschappelijke reflectie zijn onderworpen. De maagring is in 2003 door de FDA (de zeer strenge Amerikaanse instantie die waakt over welke medicatie en welke medische producten er op de markt mogen komen) goedgekeurd. Over beide technieken zijn er cohortestudies gevoerd die zowel op het gewicht als op de vaak voorkomende diabetes bij deze patiënten een duidelijk langetermijneffect aantoonden.
Ik ben er verder ook niet overtuigd dat alle artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen om eenvoudig geldgewin om het even wie aan risicovolle behandelingen onderwerpen. obesitas is tegenwoordig een gemediatiseerde aandoening en het schoonheidsideaal is zeker niet dat van Rubens' tijd. Het overaanbod aan voeding maakt het er niet makkelijker op. Mensen bewegen te weinig. Patiënten die voor een heelkundige behandeling komen, zijn het beu ondanks alle dieetinspanningen geen blijvend resultaat te kunnen bereiken.
De druk van de patiënt is erg groot en vaak komen patiënten op een ogenblik dat hun gewicht nog maar net boven de norm ligt. Ze hebben er geen probleem mee veel geld te betalen, als ze maar worden geholpen. De wetenschappelijke aspecten van de behandeling van zwaarlijvigheid kunnen hen op dat moment gestolen worden. Als de ene chirurg niets doet, dan gaan ze wel naar een andere, maar geopereerd zullen ze worden. De chirurg die zijn patiënt het beste inlicht heeft op termijn het minste werk.
Ik ben ervan overtuigd dat een verandering van levensstijl even efficiënt kan zijn, maar mensen moeten het kunnen volhouden. Bovendien is het onduidelijk of financiële maatregelen van het riziv obesitaspatiënten die niet aan de internationale criteria voor heelkundige behandeling van zwaarlijvigheid voldoen zal tegenhouden zich te laten opereren.
Een ombudsman, zoals Margriet Hermans voorstelt, lijkt me dan ook geen oplossing, want hij zal steeds achter de feiten aanhollen. Vanuit politiek oogpunt komt het erop aan er preventief voor proberen te zorgen dat alleen die patiënten worden geopereerd, waarvan enigszins bewezen is dat chirurgie, ondanks haar verwikkelingen, het beste resultaat oplevert van alle behandelingen.
Een onafhankelijke arts inschakelen, bijvoorbeeld de adviserende geneesheer van de mutualiteit, die op objectieve manier gewicht, lengte en middelomtrek meet en bepaalde chronische aandoeningen zoals diabetes en hoge bloeddruk noteert, zou het enige criterium kunnen zijn op basis waarvan je 'wettelijk' tot operatie kan overgaan.
En ondertussen is het een maatschappelijke uitdaging ook een oplossing te vinden voor die patiënten die nog niet genoeg wegen om geopereerd te worden en nog één dieet te gaan hebben voor ze ook aan de criteria voor heelkunde zullen beantwoorden. Die laatste groep is de moeilijkste en vergt een geïntegreerde aanpak om mensen te stimuleren tot een gezondere levensstijl.
Voor de boom van chirurgische technieken lijkt het niet anders. Nochtans zijn het zeker niet de maagringen of de maagnietjes die te weinig aan wetenschappelijke reflectie zijn onderworpen. De maagring is in 2003 door de FDA (de zeer strenge Amerikaanse instantie die waakt over welke medicatie en welke medische producten er op de markt mogen komen) goedgekeurd. Over beide technieken zijn er cohortestudies gevoerd die zowel op het gewicht als op de vaak voorkomende diabetes bij deze patiënten een duidelijk langetermijneffect aantoonden.
Ik ben er verder ook niet overtuigd dat alle artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen om eenvoudig geldgewin om het even wie aan risicovolle behandelingen onderwerpen. obesitas is tegenwoordig een gemediatiseerde aandoening en het schoonheidsideaal is zeker niet dat van Rubens' tijd. Het overaanbod aan voeding maakt het er niet makkelijker op. Mensen bewegen te weinig. Patiënten die voor een heelkundige behandeling komen, zijn het beu ondanks alle dieetinspanningen geen blijvend resultaat te kunnen bereiken.
De druk van de patiënt is erg groot en vaak komen patiënten op een ogenblik dat hun gewicht nog maar net boven de norm ligt. Ze hebben er geen probleem mee veel geld te betalen, als ze maar worden geholpen. De wetenschappelijke aspecten van de behandeling van zwaarlijvigheid kunnen hen op dat moment gestolen worden. Als de ene chirurg niets doet, dan gaan ze wel naar een andere, maar geopereerd zullen ze worden. De chirurg die zijn patiënt het beste inlicht heeft op termijn het minste werk.
Ik ben ervan overtuigd dat een verandering van levensstijl even efficiënt kan zijn, maar mensen moeten het kunnen volhouden. Bovendien is het onduidelijk of financiële maatregelen van het riziv obesitaspatiënten die niet aan de internationale criteria voor heelkundige behandeling van zwaarlijvigheid voldoen zal tegenhouden zich te laten opereren.
Een ombudsman, zoals Margriet Hermans voorstelt, lijkt me dan ook geen oplossing, want hij zal steeds achter de feiten aanhollen. Vanuit politiek oogpunt komt het erop aan er preventief voor proberen te zorgen dat alleen die patiënten worden geopereerd, waarvan enigszins bewezen is dat chirurgie, ondanks haar verwikkelingen, het beste resultaat oplevert van alle behandelingen.
Een onafhankelijke arts inschakelen, bijvoorbeeld de adviserende geneesheer van de mutualiteit, die op objectieve manier gewicht, lengte en middelomtrek meet en bepaalde chronische aandoeningen zoals diabetes en hoge bloeddruk noteert, zou het enige criterium kunnen zijn op basis waarvan je 'wettelijk' tot operatie kan overgaan.
En ondertussen is het een maatschappelijke uitdaging ook een oplossing te vinden voor die patiënten die nog niet genoeg wegen om geopereerd te worden en nog één dieet te gaan hebben voor ze ook aan de criteria voor heelkunde zullen beantwoorden. Die laatste groep is de moeilijkste en vergt een geïntegreerde aanpak om mensen te stimuleren tot een gezondere levensstijl.