Y-chromosoom in ere hersteld: man sterft dan toch niet uit

125.000 jaar. Zo lang had de man nog voor hij verdween. Verschrompeld door genetische aftakeling. Met die boodschap kwam geneticus Bryan Sykes (Oxford University) in 2003. Hij baseerde zich op de bevinding dat het Y-chromosoom, het mannelijke geslachtschromosoom, nog maar 3 procent van zijn oorspronkelijke genen bevat. Genen regelen en bepalen tal van onze eigenschappen. Die op het Y-chromosoom bepalen mannelijkheid en mannen hebben een XY-chromosomenpaar in al hun cellen. Bij vrouwen is dat XX.

Maar als het mannelijke Y-chromosoom al zoveel genen kwijtspeelde, dan staat het op de rand van algehele verdwijning, zo redeneerde Sykes. Zijn conclusie kreeg navolging en de theorie dat de man genetisch wegkwijnt, raakte wijdverspreid. En leidde tot schampere analyses over de teloorgang van de man met zijn zwakke geslachtschromosoom.
25 apr 2014 09u39
Bron: De Morgen
meer over
zie ook rubriek