Mannen in tweeverdienersgezinnen hebben meer depressieve klachten

Onderzoek door Rozemarijn Dereuddre en prof. Piet Bracke van de vakgroep Sociologie van de Universiteit Gent, dat zal verschijnen in het wetenschappelijk tijdschrift Health Sociology Review, toont aan dat Belgische mannen met een werkende partner meer klachten van depressiviteit rapporteren in vergelijking met zij die de enige kostwinner zijn. Dat blijkt uit een analyse van de gegevens van de Panel Studie van Belgische Huishoudens, afgenomen in 2001.
Drie types van huishoudens
De onderzoekers baseren hun conclusies op gegevens van de Panel Studie van Belgische Huishoudens over 1054 Belgische heteroseksuele koppels tussen 18 en 65 jaar. Drie types van huishoudens werden onderscheiden: het mannelijk kostwinnersgezin waarbij de man voltijds tewerkgesteld is en de vrouw het huishouden op zich neemt, het anderhalfverdienersgezin waarbij de man voltijds werkt en de vrouw deeltijds, en het tweeverdienersgezin waar beide partners voltijds werken. Vrouwen werken immers vaker deeltijds en anderhalfverdienersgezinnen trachten via deeltijdse tewerkstelling van de vrouw het evenwicht tussen werk en gezin te bewaken. Vraag is welke regeling optimaal is in termen van de mentale gezondheid van de partners. Verwacht wordt dat wat optimaal is voor de vrouw niet noodzakelijk ook optimaal is voor haar partner.
(Technische details: symptomen van depressiviteit werden gemeten aan de hand van de Health and Daily Living Form Depression scale. In de vragenlijst werd nagegaan of de respondenten gedurende de voorbije drie maanden last hadden van klachten zoals futloos, lichtgeraakt of pessimistisch zijn, slaapproblemen, etc.)
Verhouding loon partners
Gemiddeld verdienen mannen in 2001 meer dan hun partner en nemen vrouwen het merendeel van het huishoudelijk werk voor hun rekening. Dit is anno 2014 nog steeds zo. Hoewel deze verdeling meer evenwichtig was in gezinnen waar partners allebei voltijds werken, is ze ook daar niet gelijk.
Wanneer de sociologen deze verhoudingen in verband brengen met de depressiviteit van beide partners, komen ze tot verrassende resultaten. mannen vertonen meer depressieve klachten als hun echtgenote tewerkgesteld is, dan wanneer ze de enige kostwinner zijn. Dit geldt niet voor hun partners. In anderhalfverdienersgezinnen kunnen deze hogere depressiescores in verband gebracht worden met de tewerkstelling van de vrouw op zich. De tewerkstelling van de vrouw draagt ook bij tot een hoger gezinsinkomen, maar dit heeft geen gevolgen voor de mentale gezondheid van haar partner. Ook bij tweeverdieners gaat de voltijdse tewerkstelling van de vrouw samen met een minder goede mentale gezondheid van hun partner, maar dan enkel wanneer de vrouw een loon heeft dat hoger is dan dat van haar partner. Voor vrouwen daarentegen lijkt een onevenwicht in inkomen hun mentale gezondheid niet nefast te beïnvloeden.
Verdeling van huishoudelijke taken
Mannen rapporteren meer depressieve klachten naarmate ze een groter deel van het huishouden op zich nemen, terwijl vrouwen net minder klachten vertonen wanneer zij het grootste deel op zich nemen. Dit laatste is vooral het gevolg van het feit dat vrouwen gevoeliger zijn voor de mentale gezondheid van hun partner. Er is immers een sterke associatie in het voorkomen van klachten van depressiviteit bij beide partners. Mannen die meer huishoudelijke taken op zich nemen dan hun partner melden meer klachten en dit maakt dat ook hun partner zich minder goed in haar vel voelt.
Beide bevindingen maken duidelijk dat mannen in hun relaties gevoelig zijn voor een verlies van status, zeggenschap en autonomie. Ze hebben blijkbaar moeite met een partner met een hoger beroepsinkomen en met het opnemen van de verantwoordelijkheid voor routineuze huishoudelijke taken. Dit onderzoek toont eens te meer aan dat de transitieovergang naar geslachtsgelijkheid binnen koppels vooral op weerstand stoot bij mannen en dat daardoor ook hun partners (nog) niet ten volle kunnen genieten van een volledige herverdeling van zowel betaalde als huishoudelijke arbeid.
Tweeverdieners: gevolgen voor mentale gezondheid
Het aantal gezinnen waarin zowel de man als de vrouw deeltijds of voltijds tewerkgesteld zijn blijft toenemen. Dit brengt een verschuiving met zich mee in de verhoudingen tussen partners op het vlak van werk en gezin. Enerzijds wordt de rol van kostwinner gedeeld, anderzijds worden huishoudelijke taken herverdeeld omwille van een gewijzigde tijdsbesteding. Sociologen wezen reeds op de positieve gevolgen van tewerkstelling en een evenwichtige huishoudelijke taakverdeling voor de individuele mentale gezondheid. Een recente studie van Rozemarijn Dereuddre en prof. Piet Bracke benadrukt nu ook het belang van de gevolgen voor de mentale gezondheid van de partner. Er werd nagegaan wat de impact is van de verdeling van betaalde en huishoudelijke arbeid op de mentale gezondheid van beide partners en tevens hoe deze partners elkaar beïnvloeden. Hoewel de gegevens waarop deze studie gebaseerd is intussen reeds tien jaar oud zijn, zijn de bevindingen nog steeds actueel.
09 jan 2014 10u05
Bron: UGent.be
meer over
zie ook rubriek