Invloed van etnische afkomst vaak overschat bij depressie

In tegenstelling tot wat wel wordt aangenomen speelt afkomst geen belangrijke rol in de ontwikkeling van angst en depressie bij niet-westerse migranten. Depressie komt weliswaar iets vaker voor in sommige bevolkingsgroepen, maar de kenmerken van depressie bij Nederlanders en Turkse, Marokkaanse en Surinaamse Nederlanders vertonen vooral overeenkomsten. ’Behandelaars moeten dan ook de reguliere diagnostiek en behandeling toepassen’, concludeert Agnes Schrier in haar onderzoek. Zij promoveert op 2 juli bij VUmc.
Agnes Schrier analyseerde de antwoorden van drie verschillende bevolkingsonderzoeken, uitgevoerd door de GGD Amsterdam. In het eerste onderzoek werden bijna 1.200 Amsterdammers (van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Nederlandse afkomst) ondervraagd over hun gezondheid en werd lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek gedaan. In het tweede onderzoek werden 830 mensen thuis uitgebreid geïnterviewd over hun psychische gezondheid. Dat gebeurde door tweetalige interviewers in het Nederlands, Turks, Arabisch of Berber. Het derde onderzoek was een samenwerking tussen de GGD van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, waarvoor bijna 17 duizend mensen een schriftelijke enquête invulden.

Onder alle onderzochte bevolkingsgroepen vertoont depressie dezelfde symptomen. depressie gaat even vaak samen met angst en komt bij alle etnische groepen vaker voor bij mensen met neurotische persoonlijkheidstrekken. Depressie gaat gepaard met een gevoel door God in de steek gelaten te zijn. Ook blijkt geen verschil in psychische klachten tussen mensen die wonen in een buurt met veel of weinig andere migranten.

De resultaten uit het proefschrift tonen dat behandelaars de reguliere diagnostiek en behandeling kunnen – en moeten – aanbieden bij patiënten met een depressieve- of angststoornis van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst. Gestructureerde beoordeling van psychiatrische symptomen bevordert adequate diagnostiek. psychotherapie kan vaker worden ingezet bij patiënten van niet-westerse afkomst dan nu het geval is.

De resultaten van dit promotieonderzoek ondersteunen dan ook het uitgangspunt van het in 2012 gepubliceerde Intercultureel Addendum Depressie: de bestaande richtlijn is toepasbaar bij migranten en alleen als daarvoor bewijs is, moeten behandelaars afwijken van de richtlijnen.
02 jul 2013 14u51
Bron: VUmc
meer over
zie ook rubriek