Na een maagverkleining nemen mensen meer oxaalzuur op uit hun voeding, schrijven Braziliaanse onderzoekers. Dat moet weer via de nieren uitgescheiden worden, en verklaart het verhoogde risico op nierstenen dat ontstaat na een maagverkleining en vaakk jarenlang blijft bestaan.
Mensen die een maagverkleining' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>maagverkleining hebben ondergaan krijgen daarna relatief vaak last van nierstenen. Nierstenen bestaan vaak uit calciumoxalaat. Braziliaanse onderzoekers hebben tests afgenomen bij mensen die een maagverkleining hadden ondergaan, en bij controlepersonen, om na te gaan of er een verandering is in de manier waarop zij op een grote dosis oxaalzuur reageren. Dit hebben ze als model genomen voor de mate waarin de deelnemers het oxaalzuur via de darm in het lichaam opnemen.
De wetenschappers verzamelden 24-uurs urinemonsters van 61 mensen, gemiddeld vier jaar nadat ze een maagverkleining hadden ondergaan. Datzelfde deden ze bij 30 mensen met morbide overgewicht die hun volledige maag en darmen nog hadden. Ook vroegen ze bij alle deelnemers op wat ze gegeten hadden.
Verder voerden ze bij 21 obese en 22 geopereerde deelnemers (een jaar na de operatie) een oxalaatbelastingtest. Tien van de geopereerde patiënten hadden deze test ook al ondergaan voordat hun maag verkleind werd. Voor de test moesten de deelnemers een nacht vasten. Daarna kregen ze een afgepaste hoeveelheid oxalaat te drinken in de vorm van spinaziesap, waarna ze elke twee uur een urinemonster moesten afstaan.
De deelnemers die een maagverkleining hadden ondergaan plasten vaker dan de mensen met ernstig overgewicht vrij weinig. Ook was er bij hen vaker sprake van weinig citraat en juist veel oxaalzuur in de urine. De gemiddelde toename in oxaalzuur in de urine als reactie op de grote verorberde hoeveelheid oxaalzuur was bij mensen die een maagverkleining hadden ondergaan groter dan bij de deelnemers met overgewicht, en ook groter dan bij dezelfde deelnemers voordat ze geopereerd waren.
De gemiddelde urinerespons op oxaalzuurbelasting is duidelijk verhoogd bij mensen die een maagverkleining hebben ondergaan. Dat zou kunnen betekenen dat zij meer oxaalzuur opnemen via de darm.
De wetenschappers verzamelden 24-uurs urinemonsters van 61 mensen, gemiddeld vier jaar nadat ze een maagverkleining hadden ondergaan. Datzelfde deden ze bij 30 mensen met morbide overgewicht die hun volledige maag en darmen nog hadden. Ook vroegen ze bij alle deelnemers op wat ze gegeten hadden.
Verder voerden ze bij 21 obese en 22 geopereerde deelnemers (een jaar na de operatie) een oxalaatbelastingtest. Tien van de geopereerde patiënten hadden deze test ook al ondergaan voordat hun maag verkleind werd. Voor de test moesten de deelnemers een nacht vasten. Daarna kregen ze een afgepaste hoeveelheid oxalaat te drinken in de vorm van spinaziesap, waarna ze elke twee uur een urinemonster moesten afstaan.
De deelnemers die een maagverkleining hadden ondergaan plasten vaker dan de mensen met ernstig overgewicht vrij weinig. Ook was er bij hen vaker sprake van weinig citraat en juist veel oxaalzuur in de urine. De gemiddelde toename in oxaalzuur in de urine als reactie op de grote verorberde hoeveelheid oxaalzuur was bij mensen die een maagverkleining hadden ondergaan groter dan bij de deelnemers met overgewicht, en ook groter dan bij dezelfde deelnemers voordat ze geopereerd waren.
De gemiddelde urinerespons op oxaalzuurbelasting is duidelijk verhoogd bij mensen die een maagverkleining hebben ondergaan. Dat zou kunnen betekenen dat zij meer oxaalzuur opnemen via de darm.