UZ Antwerpen leert ouders omgaan met slaapstoornissen bij baby's en kleuters

Baby's die niet alleen inslapen, kleuters die de ene smoes na de andere verzinnen om weer uit bed te sluipen: het zijn slechte gewoonten die je kunt afleren. 'Al is het in het begin oorlogje spelen', verzekert pediater Stijn Verhulst (UZA), die slaaplessen voor ouders organiseert.
Slaapstoornissen bij kleintjes, veel ouders liggen er wakker van. De kinderafdeling van het UZ Antwerpen ontving de voorbije maand een zeventigtal ouders in haar slaapklassen. Sommigen met een blocnote bij de hand, belust op tips. Anderen met wallen onder de ogen, hongerig naar nachtrust. Niet alleen inslapen, vaak wakker worden, in het ouderlijke bed willen, te vroeg ontwaken: het zijn slaapproblemen die niet alleen het kind vermoeien. Het goede nieuws is: je kunt het afleren. Maar dat vergt doorzettingsvermogen. En geen klein beetje. "In het begin is het best moeilijk: de ouders tegen de kleine", vertelt pediater Stijn Verhulst. "Niet zwichten is de boodschap. als je negen nachten op rij volhoudt, maar de tiende keer geef je toe, dan ben je eraan voor de moeite. Soms moet je van je hart een steen maken."

Slaapwel!
slapen moet je leren, benadrukt Verhulst. Vanaf vier maanden beginnen baby's een dag-nachtritme te kweken. Iets wat ouders kunnen versterken. "Door niet meteen recht te veren bij de eerste kik, bijvoorbeeld. Geef je kind eerst de kans om zichzelf te sussen. Ga je toch de slaapkamer binnen, hou het contact dan kort en rustig. Laat zien dat je er bent, maar maak duidelijk dat de dag voorbij is. Daar bestaat een simpel codewoord voor: slaapwel! Neem je kind niet uit bed en blijf niet bij hem zitten tot hij weer indommelt. Want dan legt hij al snel de link tussen 'mama zit naast mij' en 'ik kan slapen'. Voor je het weet, zit je elke avond aan het kinderbed gekluisterd." Zoals de vrouw die al anderhalf jaar tien keer per nacht opstond om haar huilende baby de borst te geven. Of de mama die de hand van haar zevenjarige dochter moest omklemmen. Verhulst: "In ons slaaplab hadden we ooit een baby die alleen kon indutten als hij door het haar van zijn moeder kon woelen. De oplossing: een pruik. (glimlacht) Soms moet je inventief zijn."

Smoezen
Hoe dan ook, over bedtijd valt niet te onderhandelen, zegt Verhulst. "Spreek duidelijk af hoeveel keer je kleuter nog het bed uit mag. Anders volgt een eindeloze rist smoezen: 'Ik heb dorst, ik moet naar het toilet, ik wil een kus.'" Een kaartensysteem kan dan nuttig zijn, tipt de kinderarts. "Leg drie kaarten op het nachtkastje: een groene, oranje en rode. Telkens als je kind weer in de woonkamer staat, moet het een kaart afgeven." Zitten er vaak monsters onder het bed, dan kan een knuffel verlossing bieden. "Geef die knuffelbeer een rol in het slaapritueel. Zeg dat hij een held is die over slapende kindjes waakt. Wil je als papa zelf de monsters verjagen, stel dan je zoon of dochter gerust en verlaat de kamer. Blijf zeker niet naast het bed zitten tot het kind weer inslaapt, want dat versterkt het vermoeden: 'Zie je wel, papa blijft hier zitten. Er moet dus wel iets zijn.'" Straf en slapen horen niet samen, benadrukt de pediater. "Stuur je kind niet als straf naar bed. Slapen mag niet samengaan met iets negatiefs." Belonen mag wel. "Voor elke flinke nacht mag er een extra knikker in de pot. Dat motiveert niet altijd in één-twee-drie. Maar als je zelf volhoudt, zal het kind merken: er is iets veranderd aan mama en papa, het pakt niet meer."
Bron: De Morgen, 4 juni 2012© 2012 De Persgroep Publishing
05 jun 2012 07u52
Bron: MagUZA.be
meer over
zie ook rubriek