Aangepaste chemokuur voor hoofdhalskanker verlengt overleving

Patiënten met hoofdhalskanker die voor bestraling een aangepaste chemokuur ondergaan waarbij de kankerceldodende stof docetaxel aan de chemotherapie wordt toegevoegd, kennen een langere overleving. Dat blijkt uit een studie onder leiding van prof. dr. Jan B. Vermorken, diensthoofd oncologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). De resulaten werden gepubliceerd in het jongste nummer van The New England Journal of Medicine (NEJM). Hoofdhalskanker is de zesde belangrijkste vorm van kanker en verantwoordelijk voor 6% van de nieuwe gevallen van kanker. Elk jaar wordt wereldwijd bij meer dan een half miljoen mensen hoofdhalskanker vastgesteld.
Het onderzoek werd uitgevoerd bij 358 patiënten met inoperabel vergevorderde hoofdhalskanker die nog niet naar elders in het lichaam was uitgezaaid. Het betrof een vergelijkende studie, waarbij patiënten in de ene arm van de studie (controlegroep) de gebruikelijke chemokuur met twee kankerceldodende middelen (cisplatine en fluorouracil) ondergingen. Patiënten in de andere arm van de studie (studiegroep) kregen naast deze twee geneesmiddelen ook docetaxel (merknaam Taxotere) toegediend.

Deelnemers uit beide groepen werden na hun chemokuur bestraald. De artsen stelden bij patiënten uit de studiegroep een aanzienlijke verbetering van de overleving vast. Door de combinatie van drie kankerceldodende stoffen hadden patiënten in de studiegroep een mediane overleving van 18.8 maanden tegenover 14.5 maanden in de controlegroep. In de studiegroep overleden vier patiënten (2.3 procent) aan de nevenwerkingen van de behandeling, in de controlegroep tien (5.5 procent).

Een Amerikaanse studie bij 501 patiënten gepubliceerd in hetzelfde nummer van de NEJM bevestigt het effect van de uitgebreidere chemokuur. In tegenstelling tot de Europese studie kregen de patiënten na de chemokuur niet alleen bestraling, maar chemoradiatie (bestraling in combinatie met het toedienen van een celdodend middel). Ook in de Amerikaanse studie leidde de aangepaste chemokuur tot een opmerkelijke verbetering van de overleving. In de studiegroep was na drie jaar nog 62 procent van de patiënten in leven, tegenover 48 procent in de controlegroep. Na 71 maanden was in de studiegroep nog de helft van de patiënten in leven, in de controlegroep lag de mediane overleving op 30 maanden. In beide groepen overleed één patiënt aan van de giftige bijwerkingen van de behandeling.

“De effecten van de nieuwe chemotherapie zijn in de twee studies overeenstemmend,” verduidelijkt prof. Jan B. Vermorken, diensthoofd oncologie van het Universitair ziekenhuis Antwerpen en onderzoeksleider van de Europese studie.

als je kijkt naar de proportionele sterftereductie dan ligt die in de Amerikaanse studie op 30 procent en in onze studie op 27 procent, nagenoeg gelijke resultaten dus. Toch is er een verschil in sterftecijfer tussen het Amerikaanse en het Europese onderzoek. In de Amerikaanse studie waren slechts 35 procent van de patiënten niet te opereren, terwijl in de Europese tegenhanger geen enkele patiënt operabel was. Ook de conditie van de Europese patiënten, was duidelijk minder goed.”

De onderzoeksresultaten van de twee studies betekenen een belangrijke verbetering in de behandeling van hoofdhalstumoren.


Referenties
Vermorken JB, Remenar E, van Herpen C, Gorlia T, Media R, Degardin M et al. Cisplatin, Fluorouracil, and Docetaxel in Unresectable Head and Neck Cancer. N Engl J Med. 2007;357(17):1695-704.

Posner MR, Hershock DM, Blajman CR, Mickiewicz E, Winquist E, Gorbounova V et al. Cisplatin and Fluorouracil Alone or with Docetaxel in Head and Neck Cancer. N Engl J Med. 2007;357(17): 1705-1715.
Interessante links:
30 okt 2007 10u01
Bron: UZA
zie ook rubriek