De pil vergroot kans op herseninfarct

Vrouwen die de pil slikken hebben een grotere kans op een herseninfarct. Onderzoekers van het UMC Utrecht en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hebben nu een gen gevonden dat dit risico deels bepaalt. Variaties in het gen voor stollingsfactor XIII hangen samen met een grotere kans op herseninfarct. De resultaten verschijnen binnenkort in het tijdschrift Blood, half november is het artikel al online gepubliceerd.
In het onderzoek zijn 190 vrouwen tussen 20 en 50 jaar met een herseninfarct vergeleken met 767 even oude vrouwen zonder herseninfarct. De onderzoekers gingen de bijdrage na van vier genetische varianten van stollingsfactor XIII. Eén daarvan blijkt een voorspellend vermogen te hebben voor het optreden van een herseninfarct. Vrouwen met die variant van het stollingsfactor-gen blijken een 9 keer zo grote kans op een herseninfarct te hebben. Gemiddeld komen herseninfarcten bij jonge vrouwen slechts 8,5 keer per 100.000 vrouwen per jaar voor.


Al langer bekend is het feit dat pilgebruik de kans op een herseninfarct vergroot. Ook in dit onderzoek vergroot gebruik van de anticonceptiepil de kans op een herseninfarct met een factor 2,7. Maar vrouwen die én de pil slikken én de variant van het stollingsfactor-gen meedragen hebben een 20 keer zo grote kans op een herseninfarct. afwijkingen in stollingsfactor XIII maken de vorming van bloedpropjes, trombose, in de hersenen makkelijker. Stollingsfactor XIII is een enzym dat in het bloed circuleert en betrokken is bij het maken van een netwerk van fibrine-draden, samen met bloedplaatjes vormt dit netwerk een bloedstolsel.


Uit de resultaten volgt niet dat het kosteneffectief is om pil-gebruikende vrouwen genetisch te screenen. Omdat herseninfarcten bij vrouwen tot 50 jaar weinig voorkomen moeten ruim 2300 vrouwen met de genetische variatie een jaar stoppen met de pil om één herseninfarct te voorkomen. Bovendien moeten meer dan 40.000 vrouwen gescreend worden om die 2300 vrouwen te vinden.


De resultaten komen voort uit het Risk of Arterial Thrombosis in relation to Oral contraceptives-onderzoek, een samenwerking tussen het UMC Utrecht en LUMC. Neuroloog in opleiding Martijn Pruissen voerde de analyse uit in het kader van zijn promotieonderzoek. Hoofdonderzoeker van het deelonderzoek naar herseninfarcten is prof. dr. Ale Algra die verbonden is aan de afdeling neurologie en aan het Julius Centrum van het UMC Utrecht, daarnaast werkt hij als klinisch epidemioloog in het LUMC. In het RATIO-onderzoek werkte hij samen met prof.dr. Frits Rosendaal van het LUMC.
05 dec 2007 09u10
meer over
zie ook rubriek