Minder mensen wachten op orgaan

Voor de meeste organen verschrompelen de wachtlijsten. In 2005 wachtten er bijvoorbeeld nog 950 patiënten op een nier, het hoogste aantal ooit. Sindsdien daalt dat aantal spectaculair: van 911 wachtenden in 2006 naar nog slechts 796 op 31 december 2007. Aldus het artikel in de Huisarts.
Even spectaculair is het afnemende aantal wachtenden op een lever: van 249 in 2005 naar 185 in 2006 en 166 in 2007. In dezelfde periode krompen ook de wachtlijsten voor een hart –van 32 naar 28- en voor een long –van 60 naar 52. De wachtlijst voor een pancreas ging van 34 in 2005 over 30 in 2006 naar 37 op 31 december 2007.

Strikte scheiding
Bij respectievelijk 87% en 83% van de donoren gaat het om nier- en levertransplantaties. Veel minder frequent zijn long-, hart- en pancreastransplantaties met respectievelijk 31%, 28,5% en 15% van de donoren. Van Donink in de huisarts: “Deze organen zijn ook veel kwetsbaarder. Vooral de longen en het hart worden redelijk snel beschadigd bij verkeersongevallen. Tevens beschadigt de medicatie tijdens de eerste dagen op intensieve zorg de organen nogal eens. Vooral de pancreas is delicaat. Bij hart- long- en levertransplantaties nemen we ook wat meer risico’s voor de levenskwaliteit. Het gaat immers om vitale organen. Dat is minder het geval met de pancreas.”

In dat verband benadrukt de transplantcoördinator dat behandeling en donorprocedure strikt gescheiden verlopen. “De dienst intensieve zorg dient om levens te redden niet om orgaandonoren te leveren,” dixit Van Donink.
De grootste groep weggenomen organen zijn nieren en levers. Dat was in 2007 met 487 nieren en 249 levers het geval maar ook al in 1990 met respectievelijk 369 nieren en 97 levers. Het aantal beschikbare organen steeg de jongste drie jaar maar het gaat omhoog in golfbewegingen. 2002 vormde bijvoorbeeld een dieptepunt.

Minder ‘splits’
Tussen 2004 en 2007 steeg het aantal dubbele longtransplantaties terwijl het aantal transplantaties van enkele longen daalde. De harttransplantaties draaiden vrijwel constant rond de 70 terwijl het aantal pancreastransplantaties van jaar tot jaar sterk uiteenloopt. Levertransplantaties worden de jongste drie jaar meer en meer uitgevoerd maar het aantal ‘splits’ -waarbij één lever gebruikt wordt voor twee transplantaties- daalde tot een tiental. Omgerekend werden er in ons land in 2007 per miljoen inwoners 43 nieren, 23 levers, 9 longen, 7 harten en 5,5 pancreassen getransplanteerd. Enkel Oostenrijk haalt internationaal vergelijkbare cijfers.
20 mrt 2008 09u16
meer over
zie ook rubriek