Premier Leterme wil ‘verdere stappen zetten in bestedingsautonomie’

Naar aanleiding van de welbekende gezondheidsperikelen van Yves Leterme en de correcte manier waarop hij via de huisarts in de gezondheidszorg stapte, had de Huisarts een vraaggesprek met de premier. Over zijn wedervaren met artsen en ziekenhuizen maar ook over een aantal pijnpunten in de organisatie van de gezondheidszorg.
“De patiënt moet weten dat de gezondheidszorg een pak geld kost, dat het niet allemaal gratis is”, aldus premier Yves Leterme. Hij zegt ook uitdrukkelijk dat de eigen bijdrage van de patiënt in de gezondheidszorg niet verder mag toenemen. “Met het behoud van de 4,5%-groeinorm kunnen we dit verzekeren.”

Is meer transparantie in de ziekenhuisfacturatie niet aangewezen, vroegen we CD&V-premier Yves Leterme. Pas achteraf is immers bekend wat het kost en facturen komen vaak pas maanden later.
Yves Leterme (YL): Een deel van mijn facturen zijn al binnen. Maar het klopt dat een beetje meer transparantie een goede zaak zou zijn. Bovendien zegt men er vaak bij: dat is voor de mutualiteit. Ik moet nu nog zeer regelmatig op controle. Telkens zegt men: je hoeft daarmee niet in te zitten, de mutualiteit en de hospitalisatieverzekering zorgt daarvoor. Eigenlijk denk ik dat veel patiënten na een ziekenhuisopname niet goed weten wat nu precies hoeveel gekost heeft en wie wat betaald heeft.
De arts' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>huisarts (DH): Is dat een goede of een slechte zaak?
YL: Ik denk dat het derde betaler-systeem transparanter moet zijn. Je moet aan de mensen uitleggen wat de samenleving daarin allemaal financiert. Dat is een behoorlijk pak geld. Het systeem van de derde betaler maakt het ook veel duurder. Dat is niet alleen in de gezondheidszorg zo maar ook in andere economische sectoren. Er is minder schroom en terughoudendheid, zowel bij wie het werk uitvoert als bij wie het bestelt.
DH: U bent geen voorstander van een veralgemeende regeling derde betaler op de eerste lijn?
YL: Dat zou ingaan tegen de noodzaak om de mensen heel duidelijk te laten blijken wat het allemaal kost. Eigenlijk zou de patiënt beter weten wat het kost. Ik heb ervaren, zowel in het contact met de huisarts als in het contact met de gespecialiseerde arts in Leuven, van de eerste lijn tot de top van de piramide, dat die redenering wordt doorgetrokken. De huisarts maar ook de specialist zegden regelmatig: daar kan je een generisch middel voor gebruiken.
De enige kritiek naar aanleiding van mijn ziekenhuisopname is wel dat de algemene media in hun berichtgeving meer zorgvuldigheid aan de dag mogen leggen. Er werden door de artsen inspanningen geleverd om het allemaal goed uit te leggen… Daar wordt nogal onzorgvuldig mee omgesprongen.
DH: De patiënt moet zich bewust zijn van de kostprijs. Maar het aandeel dat hij betaalt, neemt de jongste jaren toe terwijl het aandeel dat de overheid investeert eigenlijk afneemt.
YL: Ja. Vandaar dat in het regeerakkoord staat dat het persoonlijk aandeel van de patiënt niet meer mag stijgen. Dat is één van de redenen waarom we de groeinorm van 4,5% respecteren en behouden. Natuurlijk, met behoud van reserves waarover de Algemene Raad van het riziv zich uitspreekt. Met 2,8% of 2,4% bij het begin van het jaar en reserves die verwerkt kunnen worden in het begrotingssaldo. Maar het principe zelf van een heel hoge groeivoet behouden we. Zodat binnen het riziv, het persoonlijk aandeel niet stijgt.
DH: De weg die u in de gezondheidszorg hebt afgelegd.
YL: (onderbreekt) Ik ben nog bezig hé. Op 20 april moet ik opnieuw binnen. Dat is een ramp, het is Standard-Anderlecht. (lacht).
DH: (…) Die weg, via de huisarts, moet die meer aangemoedigd worden?
YL: De zachte echelonnering is daartoe een middel.
DH: Maar zonder veel succes.
YL: Neen. Maar aan Vlaamse kant worden er toch al inspanningen geleverd om de huisarts en de eerste lijn te promoten.
DH: Is er geen groot verschil tussen de Franstalige en de Vlaamse aanpak?
YL: Ja.
DH: En welke conclusie trekt u daar dan uit?
YL: Dat onze gezondheidszorg en de visie daarop verschilt van gemeenschap tot gemeenschap. In het algemeen is Vlaanderen meer op de huisarts gericht en Wallonië zet meer de stap naar specialistische geneeskunde. Dat zal dus wel zo zijn en dat heeft zijn prijs. Waarbij we gaan proberen een beleid te voeren dat de lat gelijk legt. Dat er meer inspanningen moeten geleverd worden om ook in Franstalig België en Brussel de huisarts en het dossier meer te promoten.
DH: Sinds 1999 worden huisartsen betaald om een GMD bij te houden. In Wallonië heeft dat systeem geen succes, in Vlaanderen wel.
YL: We gaan zien wat Laurette (onkelinx nvdr) voorstelt. We hebben het daar wel over gehad, er zijn nog extra stimulansen nodig.
DH: Voor de twee landsdelen dan?
YL: Ja. Ofwel stimulansen, ofwel sancties –al is dat niet het goede woord- om in te spelen op het medisch dossier. Er is echter een cultuurverschil.
DH: Is de taalgrens een zorggrens?
YL: Ik denk dat de taalgrens vandaag in de feiten een zorggrens is. Maar niet alleen in de geneeskunde, ook in het algemeen voor bejaardenzorg, kinderopvang enz.
DH: Wordt er aan gedacht om dingen over te hevelen naar de gemeenschappen?
YL: Ja, maar dat is niet evident. Daaraan hangt het hele vraagstuk van de financiering vast. En bij onze Franstalige landgenoten is er wat schrik om zelf die stap te zetten. Zij vrezen dat de Vlamingen almaar meer zullen vragen en dat ze uiteindelijk aan hun lot zullen worden overgelaten.
DH: Het is niet de bedoeling om de solidariteit op te geven, wel om anders te organiseren?
YL: Voor mij is dat duidelijk. Het is vooral in de bestedingsautonomie dat we verdere stappen willen zetten. U heeft gelijk: er zijn grote verschillen en ik herhaal dat ook elke keer. Desalniettemin is er langs Franstalige kant wat schrik om zelf die stap te zetten.
DH: Maar ik begrijp alleszins wel dat er niets zal gerefederaliseerd worden?
YL: Die vraag leeft bij de Franstaligen.
DH: Zoals preventie in het kankerplan van mevrouw onkelinx.
YL: Ja. Hoewel het plan ook heel wat curatieve elementen bevat. En er is ook overleg. Laten we de dingen zeggen zoals ze zijn. Als Vlaams minister vroeg Inge Vervotte ons indertijd een mandaat om met toenmalig minister van sociale zaken Demotte te onderhandelen over baarmoederhalskanker, pneumokokken enzo omwille van de federale financiering. De Franstaligen zijn vragende partij om dingen in de zorg federaal te organiseren. Het Europese arrest over de zorgverzekering sterkt hen daarin. In het kader van Europa en de gelijke behandeling is het speelveld om te defederaliseren zeker niet groter geworden. De Franstaligen zijn vragende partij voor een zorgverzekering. Een mogelijkheid is een Franstalige en Vlaamse zorgverzekering te organiseren. Eveneens mogelijk is te komen tot een co-financiering. Dat heeft op een bepaald moment op de onderhandelingstafel gelegen.
DH: De regeringsverklaring wil in het kader van de contingentering komen tot een regulering van het aantal artsen. Dat heeft in Vlaanderen heel wat kwaad bloed gezet.
YL: Het is niet de bedoeling diegenen te belonen die uiteindelijk geen inspanning hebben geleverd om het aanbod te beperken. Maar goed, we gaan daar uitgeraken.
DH: Hoe?
YL: Als we een oplossing hebben, zal ik u bellen (lacht).
DH: Slotvraagje. Als u zou moeten kiezen tussen uw gezondheid en het premierschap. Wat zou u dan kiezen?
YL: Men heeft me gezegd dat mijn gezondheidsproblemen niets te maken hebben met mijn beroepsactiviteiten. Uw vraag veronderstelt ook een rationele keuze en op dat soort momenten kies je niet rationeel. Maar 14 dagen bedlegerigheid gaven me de gelegenheid eens goed na te denken. Ik ben 47 jaar, het grootste deel ligt achter me. Wat heb ik tot nu toe met mijn leven gedaan? Wat beteken ik voor andere mensen? Met politiek ben je van 6 uur ’s morgens constant bezig. Met van hot naar her te lopen. Misschien is dat wel niet verstandig geweest. Maar het houdt ook verband met gedrevenheid. Guy Verhofstadt vertelde me: ik ken u een beetje. Een dag vrijaf nemen zal voor u bijzonder moeilijk zijn. Voor mij was het dat ook. Tot we beslisten met de schoolvakanties hoe dan ook 6 à 7 dagen naar Toscane te gaan. Niet alleen omwille van Toscane maar om weg te zijn, om in de onmogelijkheid te zijn om te werken. Ik zal dat vroeg of laat misschien ook moeten doen.
Het is zeker geen loopbaan zoals vroeger waarin je dat 20 à 30 jaar doet. Ik denk dus wel dat een goede gezondheid te combineren valt met een politieke loopbaan. Wat bij mij dan persoonlijk nog meespeelt is dat ik ver woon. Je bent dagelijks twee à drie uur verplaatsing kwijt. Dat zijn ook uren die je mist om een keertje een wandeling te maken.

Premier Leterme: ‘echt onder de indruk’

“Het is geen pose. Ik ben echt onder de indruk van de wijze waarop de huisarts, de specialisten van het Jan Ypermanziekenhuis en van Gasthuisberg zorg verlenen. Dat is meer dan gewoon technische prestaties leveren.”


Zondag gaat CD&V-premier Yves Leterme een vierde maal op controle naar Gasthuisberg. Zijn in de pers breed uitgesmeerde medische problemen waren voor ons aanleiding om hem naar zijn wedervaren te vragen. Of zoals hij het zelf zegt: opnieuw op consultatie.
Yves Leterme: "Al een aantal maanden hoestte ik veel. Maar even stoppen, is in onze job niet zo gemakkelijk. Je denkt toch dat het niet belangrijk is. Die bewuste maandag was er dan een zitting van de commissie van wijzen. Een paar wijzen, Jean-Luc (Dehaene), Didier Reynders, viel het op dat ik echt zeer zwaar hoestte. Ze vonden dat ik een dokter moest raadplegen. Een mij onbekende huisarts uit het centrum van Brussel onderzocht me en dacht terecht aan een ontsteking op de longen, een bronchitis. Hij vroeg ook of er in de familie maagbloedingen voorkwamen. Daar wist ik absoluut niks van. Hij schreef een bloedverdunner voor; ik heb die ingenomen. Vanaf dinsdag liep het echter fout: ik was loom en moe maar kon de nacht van woensdag op donderdag toch nauwelijks slapen. Zeer raar, ik was te moe om te slapen. Ik had koude voeten en moest zeer vaak naar het toilet. Om toch nog een beetje te slapen, liet ik mijn chauffeur een uur later komen. Maar aan de ontbijttafel zag ik er blijkbaar grijs en een beetje geel uit."

Vaste huisarts
Het Jan Ypermanziekenhuis in Ieper ligt vlakbij de woning van premier Leterme. Toch ging hij die morgen eerst naar de huisarts, dokter Henk Vandewalle, in het zeven kilometer verderop gelegen Vlamertinge. Yves Leterme: "Mijn vrouw heeft de reflex om altijd naar de vaste huisarts te gaan. Die ochtend had ze toevallig een afspraak met onze dochter en ik moest mee. De huisarts beluisterde me met de stethoscoop, nam mijn bloeddruk en het viel hem op dat mijn hart zeer snel klopte. Later bleek dat een voor de hand liggend symptoom van bloedtekort te zijn. Hij zei onmiddellijk: het is waarschijnlijk erg, je moet direct naar het ziekenhuis. In Jan Yperman stelde men inwendige bloedingen vast. Vanaf dan ging het zeer snel. Ze vroegen heel vriendelijk: wat is uw bloedgroep. Ik zei: ik denk… Waarop die dokter nogal kortaf reageerde: je hebt echt geen tijd om te denken.. Men diende dan bloed toe en belde nog met de huisarts. De specialisten maakten me voldoende fit om naar Leuven te worden overgebracht."
Ook Gasthuisberg besteedde "toch wel bijzondere aandacht" aan de premier. Leterme: "Het is indrukwekkend wat de specialisten allemaal doen qua navorming en onderzoek, ook in de weekends. Tevens viel me het belang op van een goede informatiedoorstroming tussen alle echelons van de gezondheidszorg. Men koppelde voortdurend terug naar de huisarts en naar het Ypermanziekenhuis. Dingen die je drie weken eerder in Ieper vertelde, kwamen terug en werden herhaald. Wat me ook is bijgebleven is dat artsen een aantal dingen nog niet kunnen verklaren. Waar mijn ziekte vandaan komt, weten ze bijvoorbeeld nog niet."

Een hele eer
"De casus van premier Yves Leterme bewijst dat de eerste lijn nodig is en zijn nut bewijst. Het was trouwens geen moeilijke diagnose. Je zou eigenlijk vooral moeite moeten doen om er naast te kijken."
Huisarts Henk Vandewalle uit Vlamertinge vindt het alvast een hele eer dat een bekende politicus als eerste minister Yves Leterme -en zijn gezin- tot zijn patiëntenbestand behoort (lees ook op blz. 1, 6 en 7). Van een voorkeursbehandeling was geen sprake al geeft dokter Vandewalle wel toe "extra voorzichtig en extra alert te zijn" wanneer hij de premier over de vloer krijgt. "Automatisch ga je ook al sneller doorverwijzen naar de tweede lijn", voegt hij eraan toe.
Dat de eerste minister vol lof is over de manier waarop de zorgverleners, gaande van de eerste lijn tot en met het academische echelon -Gasthuisberg dus- hem behandeld hebben, zorgt natuurlijk voor enige voldoening. Maar al bij al blijft dokter Vandewalle erg bescheiden. Hij ziet in de gebeurtenissen vooral het bewijs dat de eerste lijn en de huisartsgeneeskunde nodig is en blijft. "Dat Yves Leterme naar Vlamertinge kwam en niet rechtstreeks naar het veel dichterbij gelegen Jan Ypermanziekenhuis ging, bewijst wel dat de premier de ernst van de situatie zelf helemaal niet correct kon inschatten," reageert de Westvlaamse huisarts. "Hij was er zelf allerminst van overtuigd dat het serieus was. Dat terwijl het voor een arts een zo evidente casus is dat daarover geen twijfel mogelijk is."

Geen verband
Net zoals premier Leterme zelf, benadrukt ook dokter Vandewalle dat er geen enkele connectie bestaat tussen het voorkomen van de aandoening en het hectische leven dat de eerste minister de jongste maanden geleefd heeft. "Zuiver medisch gezien is er geen enkel verband of iemand nu twee uur of twintig uur per dag werkt. Waarbij ik niet wil gezegd hebben dat twintig uur per dag werken nu zo gezond zou zijn", besluit de huisarts uit Vlamertinge.
17 apr 2008 10u09
zie ook rubriek