Vlaamse meisjes nemen, na de Nederlandse, wereldwijd het vaakst de pil en roken even veel als jongens. Dat blijkt uit een rapport van de World Health Organisation (WHO) naar de gezondheid van jongeren in Europa en Noord-Amerika.
Uit het laatste rapport komen vooral de grote regionale verschillen in het gezondheidsgedrag van jongeren naar voor en het sterke verband tussen hun gezondheid en hun socio-economische status.
Ook tussen meisjes en jongens blijven veel verschillen bestaan: zo beweert in Vlaanderen maar liefst 20 procent van de 15-jarige meisjes op dieet te zijn en vindt 51 procent zich te dik. Bij de jongens is dat respectievelijk slechts 6 en 24 procent.
Opvallend is wel dat wat rookgedrag betreft, er nauwelijks nog verschillen zijn tussen de geslachten.
In Noord-Amerika wordt het minste sigaretten, maar het meeste cannabis gerookt.
Jongens uit Noord-Europa vinden het vaakst van zichzelf dat ze gezond zijn. In Vlaanderen (57 procent tegen gemiddeld 26 procent) en in Nederland zeggen meisjes het vaakst dat ze bij hun laatste seksuele contact de pil gebruikten.
Hoe jonger, hoe gezonder
Algemeen lijkt te gelden dat hoe jonger de kinderen zijn, hoe vaker ze van zichzelf zeggen dat ze in goede gezondheid zijn. Op de leeftijd van vijftien vindt al 24 procent van de Vlaamse meisjes en 17 procent van de jongens dat ze een slechte gezondheid hebben. Op elfjarige leeftijd is dat nog maar 11 en 10 procent.
Jongere kinderen geven ook vaker aan gezonde gewoonten te hebben, zoals het dagelijks eten van fruit, regelmatig de tanden poetsen en veel bewegen. Op dat vlak is er een sterk verband met de welvaart in het gezin.
Voor het gebruik van tabak en alcohol geldt dat verband niet.
Elke vier jaar onderzoekt de WHO in Europa en Noord-Amerika het gezondheidsgedrag van jongeren van 11, 13 en 15 jaar. Aan de studie naar Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) deden in 2005-2006 ongeveer 204.000 jongeren mee uit 41 landen en regio's.
Ook tussen meisjes en jongens blijven veel verschillen bestaan: zo beweert in Vlaanderen maar liefst 20 procent van de 15-jarige meisjes op dieet te zijn en vindt 51 procent zich te dik. Bij de jongens is dat respectievelijk slechts 6 en 24 procent.
Opvallend is wel dat wat rookgedrag betreft, er nauwelijks nog verschillen zijn tussen de geslachten.
In Noord-Amerika wordt het minste sigaretten, maar het meeste cannabis gerookt.
Jongens uit Noord-Europa vinden het vaakst van zichzelf dat ze gezond zijn. In Vlaanderen (57 procent tegen gemiddeld 26 procent) en in Nederland zeggen meisjes het vaakst dat ze bij hun laatste seksuele contact de pil gebruikten.
Hoe jonger, hoe gezonder
Algemeen lijkt te gelden dat hoe jonger de kinderen zijn, hoe vaker ze van zichzelf zeggen dat ze in goede gezondheid zijn. Op de leeftijd van vijftien vindt al 24 procent van de Vlaamse meisjes en 17 procent van de jongens dat ze een slechte gezondheid hebben. Op elfjarige leeftijd is dat nog maar 11 en 10 procent.
Jongere kinderen geven ook vaker aan gezonde gewoonten te hebben, zoals het dagelijks eten van fruit, regelmatig de tanden poetsen en veel bewegen. Op dat vlak is er een sterk verband met de welvaart in het gezin.
Voor het gebruik van tabak en alcohol geldt dat verband niet.
Elke vier jaar onderzoekt de WHO in Europa en Noord-Amerika het gezondheidsgedrag van jongeren van 11, 13 en 15 jaar. Aan de studie naar Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) deden in 2005-2006 ongeveer 204.000 jongeren mee uit 41 landen en regio's.
