1 op de 4 Belgen kampt met reëel slaapprobleem

Meer dan drie keer per week moeilijk inslapen, problemen met doorslapen na ’s nachts wakker te worden, simpelweg te vroeg wakker worden of veel te weinig uren slapen: het overkomt 1 op de 4 Belgen. 1 op de 3 Belgen is moe door de dag en 60% vindt slaapmedicatie verslavend. Dat zijn enkele conclusies uit nieuw onderzoek naar het slaapgedrag en de slaapproblemen van de Belg. Artsen en professoren van Belgische slaaplabo’s en –klinieken willen de Belg bewustmaken van het belang van een goede slaap en lanceren een nationale informatiecampagne en een website, www.ikwilslapen.be. Slecht slapen haalt immers de levenskwaliteit onderuit en kan in ernstige gevallen leiden tot gezondheidsproblemen zoals spanningshoofdpijn, maag- en darmklachten en een verhoogd risico op depressie.
Moe of chronisch moe, slecht geslapen of een slaapprobleem... de lijn is soms dun. Er circuleren dan ook heel wat verschillende cijfers en stellingen rond Belgen en hun slaapgedrag. Om na te gaan of de Belg een reëel slaapprobleem heeft of niet, voerde IPSOS* een grootschalige wetenschappelijke slaap-enquête uit.

Professor Elke De Valck van de Eenheid Biologische psychologie, vub: “Wij hebben een slaapklacht pas effectief als slaapklacht opgenomen in de studie als ze minstens drie keer per week optrad gedurende het laatste half jaar. Twee keer per week moeilijk inslapen of te vroeg wakker worden, bijvoorbeeld, werd dus niet als slaapprobleem geklasseerd. Wanneer de klacht minimaal drie keer per week voorkwam, werd ook de mate van de klacht aangegeven. Wat niet wegneemt dat slechte slapers die ‘officieel’ geen slaapprobleem hebben toch waakzaam moeten blijven over hun slaapgedrag. Om van de slaapstoornis ‘insomnie’ te kunnen spreken, moet bovendien ook het functioneren overdag verstoord zijn ten gevolge van de slaapklachten ’s nachts.”

1 op de 4 Belgen slaapt slecht
Een op de vier Belgen (23%) slaapt slecht: heeft moeite om in slaap te vallen, wordt te vroeg definitief wakker en/of de totale slaapduur is te kort, en dit heeft een negatieve invloed op het functioneren overdag. Over de hele lijn hebben vrouwen meer slaapproblemen dan mannen. Van alle slechte slapers hebben vrouwen zelfs twee tot drie keer meer last van in- en doorslaapproblemen en te vroeg wakker worden. Ook slapen gescheiden mensen en weduwes/weduwnaars slechter dan vrijgezellen.

“De leeftijdsgroep 55+ scoort het slechtst. Dat is op zich niet verwonderlijk, want vanaf de leeftijd van 55 jaar vermindert de natuurlijke hormoonafscheiding melatonine in de hersenen sterk. Dit neurohormoon speelt een belangrijke rol in de slaap- en waakcyclus en regelt onze behoefte aan slaap. Wel opmerkelijk is dat een vierde van de Belgen een reëel slaapprobleem heeft, d.w.z. minstens drie keer per week slaapklachten gedurende een half jaar”, aldus professor J. Verbraecken van het U.Z.A.

Voor 27% vormt wakker worden tijdens de nacht een probleem, waarbij één op de tien Belgen aangeeft een merkelijk probleem te hebben of zelfs helemaal niet te slapen. Over de algemene kwaliteit van de slaap is ruim 72% tevreden. Voor twee op de tien Belgen heeft de mindere slaapkwaliteit wel een fysieke en geestelijke weerslag overdag. Opmerkelijk is ook het aantal mensen dat last heeft van slaperigheid overdag: maar liefst drie op de tien Belgen zeggen minstens drie keer per week, een half jaar lang, last te hebben gehad van slaperigheid overdag (maar 23% daarvan slechts een beetje, 5% veel of heel veel). De jonge respondenten (15-34 jaar) hebben er evenveel last van als de oudere generaties (35-54 en 55+).

* Onderzoek uitgevoerd door IPSOS in augustus 2008, face-to-face-enquête bij een representatief staal van de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder.

Belg en zijn slaapgedrag
Uit de enquête blijkt ook dat de meeste mensen minder uren slapen dan ze aangeven nodig te hebben. Zo schat bijna een op de twee Belgen (44%) dat men acht uur slaap nodig heeft om de volgende dag fit te starten. In vergelijking met resultaten van 2002 zegt de Belg anno 2008 een vol uur minder per nacht te slapen.

Wat de totale slaapduur betreft, acht op de tien Belgen slapen dagelijks zes tot acht uur. Er slapen meer vrouwen minder uren (5 uur, 4 uur of minder dan 4 uur) dan mannen. Maar er slapen ook meer vrouwen meer uren per nacht (meer dan 9 uur) dan mannen.

Inzake de invloed van slapen op het leven, vinden ruim negen op de tien Belgen slapen belangrijk, net zoals ze vinden dat slaap een positieve invloed heeft op het leven en de batterijen oplaadt. Opmerkelijk: 16% van de respondenten vindt slapen tijdverlies: een op de tien respondenten uit de leeftijdsgroep 15-34 jaar gaat daarmee helemaal akkoord, en ruim 15% uit de categorie 35-54 jaar is het daarmee ‘eerder eens’. 55-plussers zijn er duidelijk minder mee akkoord en appreciëren een nachtje slaap meer.

Behandeling van slaapprobleem
Een op de twee respondenten (56%) die een slaapprobleem heeft, doet er niets aan: omdat hij/zij maar af en toe last heeft van het slaapprobleem, of omdat hij/zij ermee heeft leren leven. Wie wel voor een behandeling kiest, gebruikt klassieke slaapmedicatie (24%) of natuurlijke remedies (10%) of een combinatie van beide (4%). Van de 55-plussers neemt een op de tien Belgen een klassiek slaapmiddel ten opzichte van 6% van de algemene bevolking. De behandeling wordt meestal voorgeschreven door de arts (86%).

“Dat hoeft niet altijd medicatie te zijn. Met algemene slaaptips kan een slechte slaper vaak al goed geholpen zijn. Het belang van een goede slaaphygiëne is niet te onderschatten. Anderzijds kan, bij ernstigere gevallen, een cognitieve gedragstherapie in groep inzicht in het slaapgedrag geven. Ook een slaapdagboek bijhouden, brengt verheldering. Mensen staan nog te weinig stil bij hun slaapgedrag”, aldus professor Poirrier van het CHU in Luik.

Slaapmedicatie is verslavend: als je het één keer neemt, raak je er nooit meer vanaf. Dat denken zes op de tien Belgen. Anderzijds is één op de twee Belgen ook van mening dat slaapmedicatie niet verslavend is als je het een korte tijd inneemt. De helft van de respondenten vindt slaapmedicatie dan weer een gewoonte: je neemt een slaapmiddel omdat je het gewend bent maar gaat er niet opmerkelijk beter van slapen. Ook denkt ruim 50% dat slaapmedicatie haar werking verliest na een aantal weken inname.

“Naast de klassieke slaappillen, benzodiazepines, bestaat er ook een geneesmiddel dat de natuurlijke hormoonafscheiding in de hersenen nabootst, melatonine met verlengde afgifte, en zo kan helpen om de slaapfases te herstellen. slaapmiddelen bevorderen de overgang van waken naar lichte slaap, waardoor je sneller inslaapt, maar kunnen soms de verdere natuurlijke slaapcyclus verstoren. Het is belangrijk dat je een arts consulteert en je slaapgedrag in het oog houdt door bijvoorbeeld een slaapdagboek bij te houden”, voegt professor Poirrier toe.
29 okt 2008 11u56
zie ook rubriek