Kunstmatige alvleesklier

Al bijna vijftig jaar spreken wetenschappers over een instrument dat de bij diabetespatiënten verwoeste eilandjes van Langerhans in de alvleesklier kan vervangen. Met de Paradigm Real-time van Medtronic lijkt de ’kunstmatige alvleesklier’ werkelijkheid te worden. „De ontwikkeling gaat nu ineens vrij snel, zij het nog niet zo snel als we wel zouden willen.”
Wereldwijd proberen onderzoekers al tientallen jaren de oorzaak te achterhalen van diabetes type 1, in de volksmond jeugddiabetes. Hoe komt het dat het lichaam antistoffen gaat maken tegen de eigen insulineproducerende cellen in de alvleesklier? Ondanks alle inspanningen en het toegenomen inzicht is er tot nu toe weinig vooruitgang geboekt.

Kenmerkend voor diabetes type 1 is dat de glucosewaarden in het bloed vaak enorm schommelen, omdat de patiënten geen insuline meer aanmaken maar wel zeer gevoelig zijn voor de insuline die ze zichzelf toedienen. Daardoor moeten ze niet alleen meerdere keren per dag het hormoon injecteren, maar ook frequent de bloedsuikerwaarde bepalen.

Tal van patiënten met jeugddiabetes zien reikhalzend uit naar een handzaam instrument dat continu het glucosegehalte in het bloed meet. Vier jaar geleden leek het zo ver te zijn, met de Pendra. Die had de vorm van een polshorloge en voerde de glucosemeting uit met behulp van elektrische velden. Werd de suikerwaarde te hoog of te laag, dan ging een alarm af.

Het alternatieve ’horloge’ maakte de verwachtingen helaas niet waar. De metingen waren erg onnauwkeurig en de Pendra sloeg vaak alarm als dat niet nodig was en omgekeerd. Moederbedrijf Pendragon is intussen failliet.

Ook de GlucoWatch, die net als de Pendra om de pols wordt gedragen, signaleert maar in een kwart van de gevallen een te laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie). Daar komt bij dat het instrument bij veel dragers huidproblemen veroorzaakt. Een ander nadeel is dat de meetcel om de twaalf uur moet worden vervangen, waarna het drie uur duurt voor de nieuwe optimaal werkt.

Vingerprik
Veel beter zijn de ervaringen met glucosemeters die verbonden zijn aan een slangetje net onder de buikhuid van de patiënt. Een sensor meet het glucosegehalte in het lichaamsvocht tussen de cellen, het zogenaamde interstitiële vocht. Het Amsterdams Medisch Centrum deed de afgelopen jaren onderzoek naar de kwaliteit van twee van dergelijke meters: de GlucoDay en de CGMS.

De GlucoDay, die de patiënt op de buik draagt, heeft de omvang van een forse insulinepomp. Hij wordt vooral gebruikt om het verloop van de bloedsuikerwaarden gedurende 48 uur te volgen. De CGMS werkt 72 uur, maar heeft nog geen display waarop de patiënt de glucosewaarden kan aflezen.

Van zeer recente datum zijn de Guardian en de Free Style Navigator, die elke minuut het glucosegehalte onder de buikhuid meten en zo nodig alarm slaan.

Hoewel ze veel beter presteren dan de polsglucosemeters, zijn ook deze instrumenten nog niet echt betrouwbaar. Een op de drie hypoglycemieën signaleren ze niet. „Het glucosegehalte in het interstitiële vocht kan afwijken van het glucosegehalte in het bloed”, verklaart internist dr. Hans de Vries, als diabetesspecialist verbonden aan het AMC. „Bovendien geeft het inbrengen van zo’n slangetje een wondgenezingsreactie van het lichaam. Die zorgt ervoor dat de betrouwbaarheid van de meting geleidelijk afneemt. Minstens twee keer per dag zal de patiënt de meter opnieuw moeten ijken aan de hand van de zelfcontrole via een vingerprik.”

Patronen
Belangrijk is volgens de specialist dat patiënten kunnen omgaan met een stroom van gegevens en de nog niet perfecte nauwkeurigheid van het meetinstrument. „Als dat het geval is, hebben ze veel baat bij continue glucosemeting. Ze gaan bepaalde patronen in de schommeling van het glucosegehalte herkennen, waardoor ze de benodigde hoeveelheid insuline beter kunnen instellen. Onze ervaring komt overeen met de uitslag van een onderzoek door de Juvenile Diabetes Research Foundation, waarvan de uitslag is gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.”

Op dit moment leidt het AMC een groot Europees onderzoek naar de werking van de Paradigm Real-time, een instrument dat de CGMS combineert met een insulinepompje. Het is de volgende stap op weg naar de droom van veel diabetespatiënten. „Al in de jaren zestig sprak men over het concept van de ”closed loop”, de gesloten cirkel. De ontwikkeling daarvan gaat nu ineens vrij snel, zij het nog niet zo snel als we zouden willen. Na de komst van de eerste continue glucosemonitors, in 1999, werd pas duidelijk dat er nog veel moest gebeuren aan de ontwikkeling van wiskundige algoritmes waarmee je kunt bepalen hoeveel insuline moet worden toegediend. Dat is niet eenvoudig, vanwege de verschillen tussen het glucosegehalte in weefselvocht en in de bloedbaan, de beperkte nauwkeurigheid van de meters en het feit dat insulinetoediening onder de huid pas na verloop van tijd effect heeft op het bloedsuikergehalte.”

De Amerikaanse Juvenile Diabetes Research Foundation draagt bij aan een Europees project dat de ”closed loop” in de komende tijd wil realiseren. De Vries verwacht dat de ’kunstmatige alvleesklier’ binnen tien jaar op de markt kan worden gebracht. „Patiënten hoeven dan niet meer meerdere keren per dag te beslissen hoeveel eenheden insuline ze moeten spuiten en met angst voor een hypoglycemie te leven. Dat maakt de ziekte een stuk draaglijker.”
13 nov 2008 09u07
zie ook rubriek