Heel wat medicatieproblemen na ziekenhuisverblijf kunnen vermeden worden

Naar schatting ervaren ieder jaar zowat 750.000 Belgen problemen met hun medicatie-inname na een verblijf in het ziekenhuis. Uit een studie van de onderzoeksgroep Transmurale Zorg van de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat een goed ingevuld medicatieschema essentieel is voor een vlotte overgang van tweede- naar eerstelijnszorg, maar dat dit in de praktijk vaak nog niet correct wordt gebruikt.
Uit internationale studies is gebleken dat 63 procent van de patiënten die het ziekenhuis verlaten problemen ondervindt met de inname van geneesmiddelen. Aangezien er in ons land jaarlijks 1,3 miljoen mensen gehospitaliseerd worden, zou het bij ons om ruim 800.000 patiënten per jaar gaan die het risico lopen om met een geneesmiddelenprobleem geconfronteerd te worden. Bovendien zouden 60 procent van de ongeplande heropnames van bejaarden in het ziekenhuis vermeden kunnen worden mits een efficiëntere medicatiebegeleiding bij ontslag.

In ons land waren er totnogtoe weinig gegevens over deze problematiek, maar nu heeft de vub-onderzoeksgroep Transmurale zorg een reeks onderzoeken gevoerd, onder meer om na te gaan met welke problemen huisapothekers en huisartsen geconfronteerd worden wanneer een van hun patiënten net ontslagen is uit het ziekenhuis. Het onderzoek bij de huisartsen loopt nog, maar dat van de apothekers is afgerond. Hoewel het om een relatief kleinschalig onderzoek gaat (261 patiënten in 82 Vlaamse en Brusselse apotheken), komen er toch duidelijk enkele pijnpunten bloot te liggen.
Zo blijkt dat in drie kwart van de gevallen niet de patiënt zelf maar een familielid de medicatie komt afhalen, wat niet altijd bevorderlijk is voor een correcte informatieoverdracht. En hoewel zeven op de tien patiënten uit het ziekenhuis een medicatieschema meekreeg, bracht meer dan de helft hiervan dit niet mee naar de apotheker. Nochtans bevatten dergelijke schema’s heel wat noodzakelijke informatie over de juiste inname van de geneesmiddelen. Een op vijf meegebrachte schema’s bleken bovendien geneesmiddelen te bevatten waarvoor men vanuit het ziekenhuis een voorschrift was vergeten mee te geven.
In een derde van de gevallen was het schema onduidelijk voor de apotheker, of bevatte het zelfs fouten in de voorgeschreven dosering. Soms werd een bepaald geneesmiddel onder een andere merknaam voorgeschreven dan wat de patiënt voorheen gewend was, met het risico dat hij het middel tweemaal zou gaan innemen. Bij 32% van de patiënten ten slotte werden meerdere interacties of contra-indicaties vastgesteld. Acht daarvan werden als zeer ernstig aanzien.

De meeste problemen kon de apotheker zelf oplossen, maar 27 van de 115 problemen vereisten contact met het ziekenhuis. In minder dan een derde van deze gevallen kreeg de apotheker de behandelende arts zelf te spreken; meestal werd hij geholpen door een assistent of een verpleegkundige. In één op de tien gevallen kreeg de apotheker niemand aan de lijn en was hij genoodzaakt de huisarts te contacteren.

De onderzoekers benadrukken dat goed ingevuld medicatieschema heel wat van deze problemen kan voorkomen, en in sommige gevallen zelfs een heropname in het ziekenhuis kan vermijden.