Het RIZIV doet regelmatig onderzoek naar slaappillen. In 1997 slikte vijf procent van alle Belgen ouder dan 15 jaar nu en dan een slaappilletje. In 2004 was dat al negen procent en de tendens blijft stijgend. Volgens recente onderzoeken worden dagelijks zo’n half miljoen slaappillen geslikt in ons land. “Een zorgwekkende trend”, zegt professor Verbraecken.
“De dood van Michael Jackson was natuurlijk buiten alle proportie. Die man stierf aan een overdosis propofol. Dat is een verdovingsmiddel dat normaal gebruikt wordt op de operatietafel. Zo’n vaart loopt het niet in ons land. Maar we kunnen niet genoeg benadrukken dat slaapmiddelen helemaal niet ongevaarlijk zijn. Ze zijn verslavend en er treedt een gewenning op, waardoor je na drie weken niet meer kan slapen zonder pilletje en je zelfs een grotere dosis nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken. Eigenlijk mag je nooit langer dan twee, drie weken een slaappil nemen.”
Verbraecken wijst erop dat het in de natuur van de Belgen zit om snel hun toevlucht te nemen tot slaapmedicatie. “We leven in een jachtige maatschappij. Alles moet snel gaan. De werkdruk neemt toe. Tot ‘s avonds laat zitten we voor onze computer... Er is zelfs geen tijd meer om rustig in slaap te vallen. En wie een paar nachten slecht slaapt, stapt meteen naar de huisarts om een slaappil te krijgen.” Waarmee meteen een tweede probleem aangekaart wordt. huisartsen zouden eigenlijk alternatieve methoden moeten voorstellen om slaapproblemen op te lossen in plaats van meteen pillen voor te schrijven. “Maar”, zegt Verbraecken, “vaak worden ze onder druk gezet door de patiënt. als huisarts A de pillen niet voorschrijft, stapt de patiëntn gewoon naar huisarts B. Helaas kan dat gemakkelijk in ons land, waar patiënten niet gebonden zijn aan één dokter.” Nochtans zijn er veel onschadelijker methoden om slaapproblemen op te lossen dan medicatie. “Er zijn de klassieke trucjes zoals een slaapritueel volgen of een dagboek bijhouden om al je zorgen in op te schrijven, vóór het slapengaan (zie ook de tips op p.13 in deze bijlage). Maar er is ook zoiets als cognitieve gedragstherapie, waarbij je in kleine groepjes onder begeleiding van een psycholoog een juist slaapgedrag aanleert. De ervaring leert dat wie zo’n programma volgt elke nacht een half uur tot een uur langer slaapt. Of je kan relaxatietherapieën volgen, mindfullness,... dat soort dingen. Pillen moeten echt de laatste reddingsboei zijn.”
Voor wie toch een slaappil moet nemen, is er wel goed nieuws. “De klassieke benzodiazepines die zeer verslavend zijn en allerlei neveneffecten hebben, ruimen steeds meer de baan voor een nieuwe generatie slaapmiddelen die veel minder verslavend zijn en ‘gerichter’ te werk gaan in de hersenen. Met veel minder bijwerkingen dus. Ze kunnen dan ook iets langer genomen worden. ”Over melatonine, het natuurlijke slaaphormoon dat ook als geneesmiddel te verkrijgen is, zijn de meningen verdeeld. “Sommige mensen ondervinden er baat bij, anderen niet. Eigenlijk moet je de praktijk laten uitwijzen of iets werkt voor een bepaalde patiënt of niet”, besluit professor Verbraecken.
Verbraecken wijst erop dat het in de natuur van de Belgen zit om snel hun toevlucht te nemen tot slaapmedicatie. “We leven in een jachtige maatschappij. Alles moet snel gaan. De werkdruk neemt toe. Tot ‘s avonds laat zitten we voor onze computer... Er is zelfs geen tijd meer om rustig in slaap te vallen. En wie een paar nachten slecht slaapt, stapt meteen naar de huisarts om een slaappil te krijgen.” Waarmee meteen een tweede probleem aangekaart wordt. huisartsen zouden eigenlijk alternatieve methoden moeten voorstellen om slaapproblemen op te lossen in plaats van meteen pillen voor te schrijven. “Maar”, zegt Verbraecken, “vaak worden ze onder druk gezet door de patiënt. als huisarts A de pillen niet voorschrijft, stapt de patiëntn gewoon naar huisarts B. Helaas kan dat gemakkelijk in ons land, waar patiënten niet gebonden zijn aan één dokter.” Nochtans zijn er veel onschadelijker methoden om slaapproblemen op te lossen dan medicatie. “Er zijn de klassieke trucjes zoals een slaapritueel volgen of een dagboek bijhouden om al je zorgen in op te schrijven, vóór het slapengaan (zie ook de tips op p.13 in deze bijlage). Maar er is ook zoiets als cognitieve gedragstherapie, waarbij je in kleine groepjes onder begeleiding van een psycholoog een juist slaapgedrag aanleert. De ervaring leert dat wie zo’n programma volgt elke nacht een half uur tot een uur langer slaapt. Of je kan relaxatietherapieën volgen, mindfullness,... dat soort dingen. Pillen moeten echt de laatste reddingsboei zijn.”
Voor wie toch een slaappil moet nemen, is er wel goed nieuws. “De klassieke benzodiazepines die zeer verslavend zijn en allerlei neveneffecten hebben, ruimen steeds meer de baan voor een nieuwe generatie slaapmiddelen die veel minder verslavend zijn en ‘gerichter’ te werk gaan in de hersenen. Met veel minder bijwerkingen dus. Ze kunnen dan ook iets langer genomen worden. ”Over melatonine, het natuurlijke slaaphormoon dat ook als geneesmiddel te verkrijgen is, zijn de meningen verdeeld. “Sommige mensen ondervinden er baat bij, anderen niet. Eigenlijk moet je de praktijk laten uitwijzen of iets werkt voor een bepaalde patiënt of niet”, besluit professor Verbraecken.