Prof. Van de Heyning, diensthoofd neus-keel-oorziekten van het UZA, behandelde eerder al 13 patiënten die lijden aan obstructief slaapapneu met een nieuwe heelkundige ingreep. Tijdens de ingreep wordt een implantaat ingebracht dat de tongzenuw op basis van elektrische stimulatie activeert en zo voorkomt dat de keelholte tijdens de slaap afsluit. Wereldwijd werden er sindsdien 40 patiënten met deze techniek behandeld. Het resultaat is veelbelovend. Tijdens de eerste fase van de studie werden de criteria verfijnd waaraan een patiënt moet voldoen om optimaal baat te hebben bij de stimulatietechniek. Nu start het Universitair Ziekenhuis Antwerpen met een tweede fase van de studie, waarbij de succesratio van UAS (Upper Airway Stimulation)-therapie verder geëvalueerd zal worden bij 120 patiënten in de VS en Europa. Verwacht wordt dat meer dan 80% van de patiënten die deel zullen nemen aan deze studie, genezen zullen zijn met deze therapie.
Obstructief slaapapneu
Obstructief slaapapneu (OSA) is een ziekte waarbij de keelholte geheel of gedeeltelijk dichtklapt tijdens de slaap. Hierdoor ontstaat er een zuurstoftekort en verstoring van de slaapkwaliteit. Meer dan 300.000 Belgen kampen hiermee. De belangrijkste klachten zijn luid en storend snurken, overmatige slaperigheid overdag en concentratiestoornissen. Afhankelijk van de ernst van de aandoening, kan OSA een potentiële levensbedreigende ziekte zijn. Op lange termijn hebben deze patiënten een verhoogde kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.
De standaardbehandeling van slaapapneu bestaat uit een beademingsmasker (CPAP) of een mondprothese waarmee de patiënt elke nacht dient te slapen. Deze behandelingen kunnen om diverse redenen bij 20 tot 30% van de patiënten niet toegepast worden. Daarnaast zijn er nog andere vrij ingrijpende heelkundige behandelingsopties die bovendien erg pijnlijk zijn en gepaard gaan met veel ongemak en restverschijnselen. De 20% patiënten met matige tot ernstige OSA voor wie deze standaardbehandelingen niet geschikt of wenselijk zijn, kunnen wellicht geholpen worden met deze nieuwe therapie.”
Weinig belastende ingreep en beperkte hospitalisatie
Prof. Van de Heyning opereerde, heel recent de eerste patiënt wereldwijd, in samenwerking met prof. De Backer, diensthoofd pneumologie, in het kader van deze Europese en USA klinische studie, ook wel STAR-studie genoemd (Stimulation Therapy for Apnea Reduction). Van de Heyning: “Ik ben er zeker van dat de STAR-studie waardevolle informatie zal opleveren over de rol van stimulatietherapie ter behandeling van OSA. De therapie is uiterst geschikt om de – voor veel patiënten - onderliggende oorzaak van OSA te behandelen, nl. een verlaagde activiteit van de spieren in de keelholte die de luchtweg openhouden tijdens de slaap. De implantatie is weinig belastend voor de patiënt en zal in de toekomst slechts 1 tot 2 overnachtingen in het ziekenhuis vereisen. Patiënten kunnen al de eerste dag na de ingreep zonder veel pijn eten en rondwandelen.”
Innovatie door de natuur een handje te helpen
Het innovatieve van de ingreep bestaat uit het feit dat het systeem de natuur een handje helpt door de tongzenuw te stimuleren bij het begin van de inademing zoals het natuurlijk proces dit zou moeten doen. Hierdoor wordt de keelholte niet meer afgesloten tijdens de slaap. Op die wijze worden patiënten die lijden aan matige tot ernstige OSA behandeld bij wie de andere behandelingsmethodes niet werken. Voor meer informatie kan men terecht op www.inspiresleep.com. Patiënten wenden zich best eerst tot hun huisarts.
Obstructief slaapapneu (OSA) is een ziekte waarbij de keelholte geheel of gedeeltelijk dichtklapt tijdens de slaap. Hierdoor ontstaat er een zuurstoftekort en verstoring van de slaapkwaliteit. Meer dan 300.000 Belgen kampen hiermee. De belangrijkste klachten zijn luid en storend snurken, overmatige slaperigheid overdag en concentratiestoornissen. Afhankelijk van de ernst van de aandoening, kan OSA een potentiële levensbedreigende ziekte zijn. Op lange termijn hebben deze patiënten een verhoogde kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.
De standaardbehandeling van slaapapneu bestaat uit een beademingsmasker (CPAP) of een mondprothese waarmee de patiënt elke nacht dient te slapen. Deze behandelingen kunnen om diverse redenen bij 20 tot 30% van de patiënten niet toegepast worden. Daarnaast zijn er nog andere vrij ingrijpende heelkundige behandelingsopties die bovendien erg pijnlijk zijn en gepaard gaan met veel ongemak en restverschijnselen. De 20% patiënten met matige tot ernstige OSA voor wie deze standaardbehandelingen niet geschikt of wenselijk zijn, kunnen wellicht geholpen worden met deze nieuwe therapie.”
Weinig belastende ingreep en beperkte hospitalisatie
Prof. Van de Heyning opereerde, heel recent de eerste patiënt wereldwijd, in samenwerking met prof. De Backer, diensthoofd pneumologie, in het kader van deze Europese en USA klinische studie, ook wel STAR-studie genoemd (Stimulation Therapy for Apnea Reduction). Van de Heyning: “Ik ben er zeker van dat de STAR-studie waardevolle informatie zal opleveren over de rol van stimulatietherapie ter behandeling van OSA. De therapie is uiterst geschikt om de – voor veel patiënten - onderliggende oorzaak van OSA te behandelen, nl. een verlaagde activiteit van de spieren in de keelholte die de luchtweg openhouden tijdens de slaap. De implantatie is weinig belastend voor de patiënt en zal in de toekomst slechts 1 tot 2 overnachtingen in het ziekenhuis vereisen. Patiënten kunnen al de eerste dag na de ingreep zonder veel pijn eten en rondwandelen.”
Innovatie door de natuur een handje te helpen
Het innovatieve van de ingreep bestaat uit het feit dat het systeem de natuur een handje helpt door de tongzenuw te stimuleren bij het begin van de inademing zoals het natuurlijk proces dit zou moeten doen. Hierdoor wordt de keelholte niet meer afgesloten tijdens de slaap. Op die wijze worden patiënten die lijden aan matige tot ernstige OSA behandeld bij wie de andere behandelingsmethodes niet werken. Voor meer informatie kan men terecht op www.inspiresleep.com. Patiënten wenden zich best eerst tot hun huisarts.