Op woensdag 4 mei vindt in het UZA een symposium plaats dat de praktijkervaring met radioembolisatie toelicht. Dit is een nieuwe techniek waarbij radioactief geladen partikels in de tumor worden ingebracht. Ze geven daar specifiek hun radioactiviteit af met als doel de tumorcellen te vernietigen. De praktijk wijst uit dat deze behandeling goede resultaten geeft voor patiënten met kwaadaardige leverletsels die niet meer geopereerd kunnen worden, niet reageren op chemotherapie of wegens bijwerkingen met die therapie moeten stoppen.
Orgaangerichte behandeling is reeds lang bekend in de oncologie. Technieken zoals chemoembolisatie, chirurgie, radiofrequentie ablatie … zijn over de jaren routine geworden. Elk van die technieken heeft zijn voordelen, maar er zijn ook tekorten en er wordt nog volop gewerkt aan nieuwe, innovatieve opties. Eén van die technieken die recent ter beschikking kwam is de radioembolisatie, een doelgerichte bestralingstherapie voor gevorderde leverkanker die niet (meer) opereerbaar is.
Tijdens de behandeling worden via een katheter in de leverslagader radioactieve bolletjes (met Yttrium-90 geladen microsferen) in de tumor gespoten. De radioactieve partikels lopen lokaal vast in het vaatbed rondom de tumor en geven daar hun radioactiviteit af met als doel de tumorcellen te vernietigen. Deze techniek wordt ook Selective Internal Radiation Therapy (SIRT) of Radioembolisatie genoemd en laat een gerichte behandeling van levertumoren toe zonder het normaal leverweefsel bloot te stellen aan een toxische stralingsdosis.Voor de behandeling wordt de patiënt door een multidisciplinair team beoordeeld bestaande uit een (interventie)radioloog, nuclearist, oncoloog, hepatoloog, radiotherapeut en chirurg. De procedures worden uitgevoerd door de interventie radioloog in samenwerking met de nuclearist.
Het is een succesvolle en weinig ingrijpende behandeling. In de meeste gevallen gaat de patiënt de dag na behandeling weer naar huis. Drie gerandomiseerde klinische studies1, 2,3 hebben aangetoond dat SIRT therapie een efficiënte en goed getolereerde behandeling is voor patiënten met geen of beperkte extra-hepatische colorectale metastasen.
Tijdens het symposium worden een aantal praktijkvoorbeelden uit het UZA toegelicht.
Tijdens de behandeling worden via een katheter in de leverslagader radioactieve bolletjes (met Yttrium-90 geladen microsferen) in de tumor gespoten. De radioactieve partikels lopen lokaal vast in het vaatbed rondom de tumor en geven daar hun radioactiviteit af met als doel de tumorcellen te vernietigen. Deze techniek wordt ook Selective Internal Radiation Therapy (SIRT) of Radioembolisatie genoemd en laat een gerichte behandeling van levertumoren toe zonder het normaal leverweefsel bloot te stellen aan een toxische stralingsdosis.Voor de behandeling wordt de patiënt door een multidisciplinair team beoordeeld bestaande uit een (interventie)radioloog, nuclearist, oncoloog, hepatoloog, radiotherapeut en chirurg. De procedures worden uitgevoerd door de interventie radioloog in samenwerking met de nuclearist.
Het is een succesvolle en weinig ingrijpende behandeling. In de meeste gevallen gaat de patiënt de dag na behandeling weer naar huis. Drie gerandomiseerde klinische studies1, 2,3 hebben aangetoond dat SIRT therapie een efficiënte en goed getolereerde behandeling is voor patiënten met geen of beperkte extra-hepatische colorectale metastasen.
Tijdens het symposium worden een aantal praktijkvoorbeelden uit het UZA toegelicht.
