Vroegtijdige behandeling kanker blijft essentieel

In Vlaanderen kregen in 2001 elke dag gemiddeld 87 personen kanker. Borst- en prostaatkanker komen het vaakst voor, maar bieden ook de beste overlevingskansen. In 1997 ging het nog om 26.438 nieuwe gevallen, een stijging met twinig procent in vijf jaar tijd dus. Zowel de kankerincidentie bij mannen als bij vrouwen in Vlaanderen behoort tot de hoogste in Europa.
Dat de cijfers voor 2001 nu pas konden worden bekendgemaakt, komt doordat kankerregistratie in Vlaanderen een achterstand heeft van drie jaar. ,,Het vergt moeite om alle cijfers bij elkaar te krijgen", zegt Liesbeth Van Eycken van de Vlaamse Liga tegen kanker (VLK). ,,Bovendien zaten we vorig jaar met een herstructurering." Voortaan zal de federale Stichting Kankerregistratie de verwerking van de kankergegevens coördineren.

De voortdurende stijging van het aantal nieuwe kankergevallen moet volgens de Vlaamse Liga tegen Kanker worden gerelativeerd. ,,Het is mede te wijten aan een verbeterde registratie, de vergrijzing van de bevolking en de doorslaggevende invloed van prostaat- en borstkanker, de twee meest voorkomende kankers."

Het risico op kanker is in vergelijking met voorgaande jaren niet gestegen. Gemiddeld één op de drie Vlamingen krijgt ooit kanker. De ziekte komt vaker voor bij mannen dan vrouwen. Het aantal nieuwe kankergevallen hangt ook nauw samen met de leeftijd. Twee op de drie vrouwen en driekwart van alle mannen met kanker is ouder dan zestig jaar.

Voor het eerst kon de Vlaamse Liga tegen Kanker ook overlevingscijfers voorstellen. Deze cijfers gaan over vijf jaar (1997 tot 2001) en sluiten andere doodsoorzaken dan kanker uit. Hieruit blijkt dat bij mannen met kanker de kans op overleven 51 procent bedraagt, bij vrouwen is dat 62 procent.

,,Overlevingscijfers zijn zeer belangrijk voor nieuw wetenschappelijk onderzoek", zegt Vic Anciaux, voorzitter van de VLK. ,,Specialisten kunnen ze gebruiken om de resultaten van hun behandelingen te evalueren. Ook de overheid kan op basis van deze cijfers haar beleid op het vlak van preventie en vroegtijdige opsporing bijsturen."

De kansen op overleving hangen sterk af van het soort kanker. Voor de twee meest voorkomende kankers, borstkanker (bij vrouwen) en prostaatkanker (bij mannen), is de overlevingskans meer dan acht op tien. Voor dikkedarmkanker schommelt de kans bij beide groepen rond de 57 procent.

Er zijn ook agressievere kankers, zoals pancreaskanker, long- en longvlieskanker, leverkanker en slokdarmkanker. Daarvoor zijn de overlevingskansen veel lager.

Ook het stadium van behandeling speelt een grote rol. Dat blijkt goed bij borstkanker. als die vroegtijdig kan worden vastgesteld, heeft de vrouw een overlevingskans van tachtig tot zelfs negentig procent. Zit de kanker in zijn laatste stadium, met uitzaaiingen en vertakkingen, dan daalt de overlevingskans tot slechts dertig procent.

,,Deze cijfers tonen voor de zoveelste keer het belang van screening aan. Dat moeten we blijven aanmoedigen", aldus Van Eycken. Sinds 2001 organiseert de Vlaamse Gemeenschap een preventieve borstkankerscreening voor vrouwen tussen 50 en 69 jaar. ,,Of een screening voor prostaatkanker bij mannen ook zijn nut heeft, staat nog ter discussie. Nu moeten we vooral werk maken van screening voor baarmoeder- en dikkedarmkanker."

,,Ook preventiecampagnes, zoals tegen het roken, blijven noodzakelijk", aldus Van Eycken. ,,Het risico bestaat dat de aandacht hiervoor verslapt, omdat de resultaten ervan pas over twintig jaar te zien zullen zijn. Maar we moeten de mensen blijven motiveren.
31 mrt 2006
meer over
zie ook rubriek