Plasklachten komen zelden alleen

Plasklachten, veroorzaakt door het niet goed functioneren van de bekkenbodem, komen veel voor. In Nederland heeft minimaal 30 % van de vrouwen en mannen ermee te kampen. Uit het promotieonderzoek van Petra Voorham blijkt dat plasklachten in veel gevallen samen gaan met problemen met de ontlasting en op het gebied van het seksueel functioneren.
Haar onderzoek in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) legt een eerste basis voor de wetenschappelijke onderbouwing van de behandeling van deze klachten. Voor de binnen het onderzoek ontworpen handvatten voor diagnose en behandeling, is inmiddels internationale belangstelling.

Voorham werkt als bekkenfysiotherapeut in het bekkenbodemcentrum (afdeling urologie) van het LUMC. De onderzoeken waarop ze op 6 februari als eerste bekkenfysiotherapeut in Nederland hoopt te promoveren, voerde ze uit onder begeleiding van prof. dr. A.A.B. Lycklama à Nijeholt en dr. R.C.M. Pelger (beiden LUMC). Het is bekend dat een fysiotherapeutische behandeling door een geregistreerd bekkenfysiotherapeut meestal resultaat heeft als de bekkenbodem niet goed functioneert. De wetenschappelijke onderbouwing voor die behandeling ontbrak echter nog. Voorham legt met haar onderzoek de eerste fundamenten hiervan. Zij bevestigt dat artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen en patiënten een diagnostisch consult van de bekkenbodem en bekkenfysiotherapie op zijn minst moeten overwegen bij klachten met betrekking tot het plassen, de ontlasting en/of het seksueel functioneren, voordat operaties worden uitgevoerd.

Samenhangend
De conclusie dat plasklachten vaak samen gaan met problemen met de ontlasting én klachten met betrekking tot het seksueel functioneren wijst erop dat we de bekkenbodem als totaliteit moeten benaderen. Voorham benadrukt in haar proefschrift dat een arts zich eerst een totaalbeeld moet vormen van de klachten van de patiënt en dan een totaalbehandelplan moet opstellen. De samenwerking tussen disciplines als urologie, seksuologie, chirurgie en bekkenfysiotherapie is van groot belang voor de patiënt. Die wordt daardoor beter begeleid en heeft minder kans van de ene operatie in de andere te rollen. Iets wat volgens Voorham nu nog te vaak gebeurt.

Seksueel misbruik
Een verontrustende constatering die uit het onderzoek onder 238 bekkenbodempatiënten in het LUMC naar voren kwam is dat 32 procent van de vrouwen en veertien procent van de mannen slachtoffer bleek van seksueel misbruik. Het is nodig voldoende vertrouwen bij de patiënt te wekken zodat een goed beeld kan ontstaan van de seksuele problemen en eventueel seksueel misbruik in de voorgeschiedenis. Voorham leidt hieruit af dat de communicatie tussen specialist en patiënt tijdens het afnemen van de vragenlijst essentieel is.

Vragenlijst
De door Voorham ontwikkelde vragenlijst voor de anamnese bij bekkenbodempatiënten voorziet in een behoefte. Er waren verschillende vragenlijsten in omloop maar die behandelden allemaal slechts een deel van de problematiek: bijvoorbeeld alleen plasklachten of alleen seksueel functioneren. De PelFIs (Pelvic Floor Inventories Leiden) is een lijst die de problematiek in zijn geheel in beeld brengt. Vanwege de grote interesse vanuit het buitenland wordt de vragenlijst op dit moment ook in het Engels gevalideerd.

Nieuw instrument ontwikkeld
Zowel voor de diagnose als de behandeling van bekkenbodemklachten worden ‘technische’ hulpmiddelen gebruikt. Voorham bekeek waar de verschillende soorten probes die de spierspanning in de vagina of anus meten, in het lichaam geplaatst waren en wat deze dus maten. Ze kwam tot de conclusie dat de verschillen zo groot zijn, dat ze nooit allemaal hun werk kunnen doen. De afdeling urologie van het LUMC ontwikkelde daarop samen met de TU-Delft en de Technische Dienst van het LUMC een nieuwe probe.

De in Amerika ontworpen elektromagnetische ‘stoel’, die ook in Nederland gebruikt werd voor de behandeling van bekkenbodemklachten, bleek bij geen enkele patiënt effect te hebben. Deze dure behandelmethode wordt als gevolg van Voorham’s onderzoek inmiddels weinig meer toegepast.
06 feb 2008 09u53