Huisarts heeft afgedaan

Meneer doktoor heette hij vroeger, en die aanspreking werd vol eerbied gebruikt. De huisarts genoot hetzelfde soort prestige als pakweg de notaris en de pastoor. Hij verplaatste zich bij voorkeur in een Amerikaanse slee, rookte klassesigaren en was God de Vader in vestzakformaat. Die tijden zijn, helaas voor de huisarts, voorbij. Het beroep is de afgelopen decennia flink gedevalueerd. De cijfers zijn onthutsend. Zo verdient de gemiddelde huisarts tegenwoordig nog 8,9 euro per uur. Binnen Europa worden alleen Poolse huisartsen slechter betaald. Geen wonder dat amper 1 op 5 geneeskundestudenten een carrière als huisarts nog ziet zitten.
Jean-Paul Mulders

«Soms word je op een pijnlijke manier met je slechte verloning geconfronteerd», zegt Wouter Van den Abeele (34), een huisarts in Zelzate die door de gang van zaken soms wel is gedegouteerd. «Onlangs was ik op huisbezoek bij een dame die vlak daarvoor de schoonheidsspecialiste over de vloer had gehad. Terwijl ik mijn briefje schreef zei ze: 'Gij zijt eigenlijk wel ne goedkope gij, voor 31 euro'. Om een uurtje haar nagels te laten doen, had ze er zojuist 70 neergeteld. Je moet slikken, als dokter, als je dat hoort. Het is een beetje ontmoedigend als je daarvoor negen jaar hebt gestudeerd.»

Feit is dat er de laatste decennia tussen huisartsen en specialisten een ongezonde loonspanning is ontstaan. «Bij de zogenaamde 'zachte specialismen' zoals dermatologie of pediatrie valt dat nogal mee», weet Van den Abeele. «Maar het verschil tussen onze verloning en die van cardiologen, orthopedisten en de zogeheten 'snijdende beroepen', valt echt niet meer te verantwoorden. Zij verdienen gemakkelijk drie tot vijf keer zoveel als wij. Terwijl ze toch niet zo gek veel langer gestudeerd hebben. Elke dokter moet de basisopleiding van zeven jaar doorlopen. Voor huisartsen komt daar twee jaar bovenop, voor specialisten meestal vier tot zes jaar.»


Meer verkopen

Zelf studeerde Van den Abeele af in 1998. Hij werkte een tijd op de spoedafdeling van een ziekenhuis en begon later een eigen solopraktijk. Dat bleek lelijk tegen te vallen. «Ik had er mij iets anders bij voorgesteld», mijmert de huisarts. «Ik had niet gedacht dat het zo moeilijk zou zijn een eigen praktijk uit de grond te stampen die leefbaar is. Nu ben ik het opnieuw aan het proberen met een praktijk die ik heb overgenomen van een oudere collega die ermee kapte. Ik kom uit de kosten, dat wel. Maar om goed te zijn, zou er nog zeker twintig à dertig procent mogen bijkomen.»

Er zijn echter nog andere redenen dan de gebrekkige verloning die de stiel voor Van den Abeele minder aantrekkelijk maken dan hij als jonge student had gedacht. «Ook inhoudelijk wordt het beroep van huisarts uitgehold. We zijn geen bakkers of slagers, maar daar gaat het meer en meer op lijken: wie zichzelf het best verkoopt, is zogezegd de beste dokter. We worden vaak overgeslagen, doordat mensen steeds sneller direct bij een specialist te rade gaan. Patiënten zijn veel mondiger en kritischer geworden. Ze slaan je om de oren met informatie die ze op internet hebben gevonden. Er is ook veel meer keuze dan vroeger. Schrijf je een pil niet voor, dan geraken ze er wel aan bij de collega om de hoek. Of ze stappen meteen naar de spoed. Nu probeert men dat de laatste tijd wel tegen te gaan door remgeld in te voeren. Maar lang niet alle ziekenhuizen passen dat systeem al toe.»

«Onze opinie wordt blijkbaar niet meer nodig geacht», zegt de jonge dokter. «In een land als Nederland is dat wel anders. Daar worden mensen verplicht om eerst bij de huisarts langs te lopen. Huisartsen worden daar trouwens ook veel beter vergoed. Bedraagt het honorarium voor een visite in het weekend bij ons 46 euro, dan is dat in Nederland zeker het dubbele. Het is tijd dat de overheid daar eens iets aan doet.»


Brutaliteit

Geklaagd wordt ook over de toegenomen brutaliteit van de mensen. Zoals die keer toen Van den Abeele een bepaald geneesmiddel in kleine verpakking voorschreef. «Die man komt terug, eist de grote doos. Hij staat op, kijkt mij dreigend als een hooligan aan en zegt: 'of anders ga ik u eens goed onder handen pakken'. Gelukkig is het niet altijd zo extreem. Onlangs werd ik opgeroepen door een vrouw die mij sommeerde onmiddellijk te komen. Ze zei dat ze de slagader in haar arm doorgesneden had. Kom ik daar toe, blijkt het een gewone snijwond te zijn. Ze wilde blijkbaar wat pushen, om snel geholpen te worden.»

Twintig procent van de dokters stapt er na vijf jaar al uit. Dat verwondert de huisarts uit Zelzate niet. «Sommige collega's werken nu in de farmaceutische industrie, als arbeidsgeneesheer of verzekeringsarts. Er zijn er ook die alsnog specialiseren. Feit is dat het huisartsenbestand in spoedtempo vergrijst. Nu al is de helft van de erkende huisartsen boven de vijftig. Sommigen stellen hardop de vraag of er in 2015 nog wel zoiets als een huisarts zal bestaan.»

Toch zijn er nog jonge honden die de job met hart en ziel doen. Zo is het, weliswaar uitzonderlijke, verhaal bekend van een maag-darmspecialist die weer huisarts is geworden omdat hij dat veel boeiender vond. Ook Stijn Festraets (32) uit Mechelen is

een van die supergemotiveerde jonge dokters. Al drie jaar gaat hij aan de universiteit van Leuven gloedvol spreken om studenten geneeskunde voor het beroep van huisarts te enthousiasmeren. «Ondanks alle negatieve berichten vind ik het nog altijd een heel fijn beroep», zegt hij. «Een zwangere vrouw begeleiden die dan later met dat kindje in de wachtkamer zit: dat is altijd heel fijn. Maar ook stervensbegeleiding kan je veel voldoening geven, als de familie je achteraf komt bedanken voor wat je voor vader hebt gedaan. Het is waar dat er in ons beroep een paar misstanden moeten worden rechtgezet, maar de laatste tijd gebeuren er dingen ten goede. Zo is de verloning gestegen, en kunnen we vanaf volgend jaar een toelage krijgen om iemand te werk te stellen op het secretariaat. Er komt schot in de zaak.»

Volgens Festraets is er vooral iets mis met de perceptie van het beroep. «Studenten geneeskunde schatten het leven van de huisarts te zwaar in en dat van de specialist te rooskleurig», zegt hij. «Neem nu al dat gezeur over weekenddiensten. Huisartsen werken tegenwoordig samen, individueel of in een groepspraktijk. Het afgelopen jaar heb ik misschien vijf of zes weekenddagen moeten werken. In een ziekenhuis zouden dat er nogal wat meer zijn! Heel dat fameuze verhaal van druk op je privéleven vind ik zwaar overdreven. Hetzelfde voor dat geëmmer over de toenemende agressie van patiënten. Het is wel toegenomen, maar dat is een maatschappelijk probleem, niet alleen van huisartsen. Wie aan de balie in het stadhuis zit, zal ook wel eens een kwaaie klant over de vloer krijgen, zeker?»

De uitspraak is bekend: specialisten kennen een moment, huisartsen kennen hele levens. Festraets zegt ronduit dat hij niet voor de beperktheid van de specialist zou willen kiezen. «Vroeger werd je huisarts als je niet goed genoeg was om te specialiseren. Dat is allang niet meer zo. Als huisarts kies je bewust voor een veelzijdig beroep. Voor een persoonlijke band met je patiënten. Je bent ook nog altijd eigen baas, ondanks het gekanker over allerlei papierwerk en administratieve sleur. In een ziekenhuis moet je je aan veel méér regels houden.»

En de bedroevende renumeratie, ach. «Dat een hartchirurg meer verdient dan ik, vind ik maar normaal. Die man heeft meer acute risico's en hij betaalt hogere verzekeringspremies. Het klopt dat je

van je inkomen als huisarts geen heel gezin meer kan onderhouden en ook nog eens een dikke villa zetten. Maar wie kan dat nog wel? Iederéén is nu toch tweeverdiener?»

Ook de toekomst schat Festraets niet eens zo somber in. Dat er hier een daar een huisartsentekort zal ontstaan, is volgens hem een feit. «Maar dat valt op te lossen. Vroeger ging de huisarts vaak bij oudere mensen op bezoek voor een babbel en om hun bloeddruk te meten. Heel gezellig allemaal, maar niet houdbaar. Op termijn gaan we dat moeten uitbesteden, zonder de persoonlijke band met de patiënt te verliezen. Je moet geen negen jaar geneeskunde gestudeerd hebben om de bloeddruk te meten of een uitstrijkje te nemen.»
12 jun 2007 09u18
zie ook rubriek