Apps voor psychische gezondheid kunnen psycholoog niet vervangen

Ook voor psychische problemen duiken steeds meer apps op. Kunnen we binnenkort gedag zeggen tegen de spreekwoordelijke sofa van onze psycholoog? Hoogstwaarschijnlijk loopt het niet zo’n vaart: “Voor sommige mensen is alleen wat informatie verkrijgen niet genoeg.”
Apps op onze smartphone zijn niet meer weg te denken. Voor alles is er een app op de smartphone. Bankzaken regel je voortaan vanuit je luie zetel op je gsm, niet meer bij het kantoor van je bank. De gezondheidszorg blijft niet achter. Steeds meer mensen gebruiken de ‘gezondheidsapps’. Instanties als de Christelijke mutualiteit geven zelfs prijs welke apps het beste werken. Heb je rugklachten en ben je moe, dan zoek je toch even op je smartphone op aan wat je lijdt?

Het fenomeen is niet nieuw, maar steeds vaker grijpen mensen ook naar hun smartphone voor psychische problemen. Wordt de app dan onze nieuwe psycholoog? Of gaan we nog een stapje verder: kunnen robots ons over een paar jaar helpen met onze depressie?

App als psycholoog?
ehealth bestaat al zo lang als het Internet bestaat. Maar de vraag die steeds vaker wordt gesteld, is of een app de rol van psycholoog in de toekomst zou kunnen overnemen. Choquerend is dat 25 op de 100 mensen in de Verenigde Staten aan een psychische aandoening lijden. Dat publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in haar rapport van 2008. De ‘aandoening’ kan variëren van een burn-out tot een zware depressie.
Het meest opvallende aan deze cijfers is dat maar 8 van die 25 mensen de hulp krijgen die ze nodig hebben. Er zijn genoeg redenen waarom de andere 17 mensen geen hulp krijgen of zoeken, bijvoorbeeld omdat ze zich schamen om naar een psycholoog te stappen. Een ander probleem is dat er gewoon niet genoeg therapeuten en psychologen zijn.

Ook in ons land zoekt iemand met een psychisch probleem niet meteen naar hulp. Belgen wachten gemiddeld tien jaar voordat ze naar een psycholoog gaan. Tom Van Daele is onderzoeker en psycholoog aan de Thomas More Hogeschool. Hij denkt dat het gebruik van apps drempelverlagend kan werken. “Vroeger was het heel moeilijk om voor het eerst in contact te komen met de psycholoog. Doordat je nu gewoon iets op je smartphone kan installeren, kom je in aanraking met iets wat voor jou psychologische hulp kan zijn”, zegt Van Daele.

Handig, maar ook drempelverhogend
Volgens Van Daele kan het gebruik van applicaties twee richtingen opgaan. “Het wordt voor sommige mensen gemakkelijker om naar hulp te grijpen, maar aan de andere kant zullen sommige mensen beseffen dat psychologische hulp niets voor hen is”, vertelt Van Daele. Een aantal mensen zal beseffen dat de applicatie hem of haar niet verder kan helpen. “In die zin kan het dus ook drempelverhogend werken, omdat iemand een slechte ervaring heeft met een app.’”

Alleen een app gebruiken, zonder meteen de hulp van een psycholoog in te schakelen, kan voor veel mensen een goede oplossing zijn. “Een app kan handig zijn om mensen te informeren. Er bestaan veel misverstanden over wanneer je nu precies een depressie hebt, of hoe je het beste een burn-out aanpakt”, zegt Van Daele. Op die manier kan een app goede informatie bieden, en voor veel mensen is dit voldoende. “Je kunt als het ware zelf aan de slag gaan en proberen in kaart te brengen met welke problemen je kampt. Dan kunnen mensen beslissen dat ze geen psycholoog meer nodig hebben.”
Online hulp kan in drie categorieën worden ingedeeld. De apps die informatie bieden, zoals Van Daele uitlegt, zijn slechts één categorie. Mensen moeten hierbij ook opletten waar de informatie vandaan komt, want niet alles dat op het Internet staat, is een waarheid. Naast deze informatieplatformen zijn er nog de zelfhulpgidsen en platforms waar psychologen en therapeuten hulp bieden.

"En-en" verhaal
“Voor sommige mensen is alleen wat informatie verkrijgen niet genoeg”, zegt Tom Van Daele. “Voor die mensen is het belangrijk dat ze ook psychologische begeleiding en therapie krijgen. In zo’n geval is een app ideaal om de tijd tussen sessies met een psycholoog te overbruggen.” Van Daele legt uit dat patiënten tussen hun sessies vaak het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan. “Een app kan dan helpen als reminder, en tips geven aan de patiënt. Daardoor is het voor de patiënt aangenamer om de tijd tussen de sessies goed door te komen.”
Van Daele wijst er wel op dat een app nooit de rol van psycholoog zal vervangen. “Een app past goed bij onze huidige leefwereld”, zegt hij. “Bankzaken regelen we online, dus waarom ook niet een stukje van onze gezondheid? Maar het face-to-face samenzitten mag niet verdwijnen. We moeten streven naar een combinatie. Blenden in de hulpverlening noem ik dat: je creëert het beste van beide werelden.” Naast de flexibiliteit van de apps, moet je dus best ook nog ouderwets op de sofa gaan liggen bij de psycholoog.
“We moeten blenden in de hulpverlening: apps gebruiken én met een professional praten”
Psychologe Katelijne Lauwers, uit Herk-de-Stad, sluit zich aan bij de mening van Van Daele. “Als ondersteunende functie denk ik dat een app prima werkt”, zegt Lauwers. “De rol van psycholoog overnemen, dat nooit! Ik denk dat dat ook duidelijk aangegeven moet worden bij het downloaden van zo’n applicatie.”

Haar Tongerse collega Kathy Hauman is het ook eens met Van Daele, maar wel bezorgd over de financiële gevolgen. “We moeten onszelf wel afvragen wie zo’n applicatie betaalt. De patiënt of de psycholoog? En we mogen niet vergeten dat er veel goede zelfhulpboeken zijn, die in principe hetzelfde kunnen als een app”, zegt Hauman. Een ouderwets boek lezen in plaats van een app downloaden, mag dus ook nog.

“App kan verschil maken”
Lotte Vanwezemael, studente psychologie aan de KU Leuven, kreeg al verscheidene colleges over ehealth. “jongeren zijn altijd met hun smartphone bezig, dus we kunnen bijna niet meer om apps voor psychologische hulp heen”, legt Vanwezemael uit. “Ik geloof ook in de app als ondersteuning van het psychologische proces. Hou het simpel via zo’n app. Een paar herinneringen of dagelijkse boodschappen kunnen het verschil maken voor een patiënt.” Vanwezemael vindt dat chatten via een app mensen ook erg kan helpen bij hun zoektocht naar de juiste hulp. “Mensen kunnen met lotgenoten chatten, en zo elkaars ervaringen en verhalen delen.”

Een ander voordeel is dat een patiënt de app 24 uur per dag kan raadplegen, terwijl een psycholoog niet elke minuut klaar kan staan. Een aantal bekende psychologen beschrijft in The Handbook of Health Behavior (2008) dat enkel voor do’ers, mensen die dus doen, een applicatie voldoende ondersteuning biedt. De anderen mogen een bezoekje aan de psycholoog echt niet uitstellen. Lotte Vanwezemael beaamt dit en vindt dat het nodig is om extra sessies te organiseren om het gebruik van de apps te verduidelijken. “Zo kunnen mensen feedback krijgen of ze de app goed gebruiken, en wat voor hen het beste helpt”, zegt Vanwezemael.

Geen diepe gedachtegang
Studente bedrijfspsychologie aan de Universiteit van Gent, Sara Özüak, is het ook eens met de ondersteunde functie. Ze waarschuwt wel voor de oppervlakkigheid. Net zoals The Handbook of Health Behavior legt ook zij de nadruk op het feit dat totale overname niet de bedoeling mag zijn. “Al zouden we een robot bouwen die de ideale psycholoog is, er zijn altijd menselijke emoties nodig om het menselijk handelen te kunnen begrijpen. Een app of robot kan zeker objectief waarnemen, maar zal nooit je gedachtegang of emoties kunnen snappen en doorgronden”, zegt Özüak.

“eHealth is dus alleen een goed hulpmiddel als het gecombineerd wordt met de ouderwetse sessies op de sofa”, lacht Tom Van Daele. De psychologische hulp zoals we ze kennen, in combinatie met onze moderne tools. Ook moeten we onthouden dat eHealth voor sommige mensen nu eenmaal beter werkt dan voor anderen. “Het is belangrijk de woorden toegevoegde waarde in het achterhoofd te houden”, zegt Van Daele. “We mogen nooit vergeten dat de psychologie al jaren probeert het menselijk brein en handelen te begrijpen. Een app zal nooit kunnen evenaren wat een psycholoog kan en weet.”
03 dec 2015 09u14
meer over
zie ook rubriek