InSites voerde online, op initiatief van MSD, een grootschalig onderzoek uit bij een 1000-tal vrouwen tussen 18 en 35 jaar over voorbehoedsmiddelen. Vandaag is 1 op de 5 vrouwen niet tevreden over haar huidige voorbehoedsmiddel. De belangrijkste redenen om te veranderen: ze willen er minder vaak aan moeten denken en ze verkiezen een meer betrouwbare methode.
Opvallend daarbij echter: 71% van de jonge vrouwen blijft kiezen voor traditionele voorbehoedsmiddelen, zoals de pil, omdat ze de alternatieven nog altijd niet kennen.
Opvallend daarbij echter: 71% van de jonge vrouwen blijft kiezen voor traditionele voorbehoedsmiddelen, zoals de pil, omdat ze de alternatieven nog altijd niet kennen.
Toch toont 60% van de ondervraagde vrouwen interesse om meer te weten te komen over andere voorbehoedsmiddelen.
Meer nog, 50% wil minder vaak aan haar anticonceptiemethode denken. Ze verkiezen een niet-dagelijkse methode, met een voorkeur voor een maandelijks te gebruiken voorbehoedsmiddel.
Het gebrek aan counseling zou aan de grondslag liggen van de onwetendheid over pil-alternatieven. Slechts 50% van de gynaecologen en 25% van de huisartsen bespreken meer dan 1 anticonceptiemethode.
Voor de ondervraagde vrouwen zijn de betrouwbaarheid, het gebruiksgemak en de mening van de arts de belangrijkste drijfveren om voor een bepaalde anticonceptiemethode te kiezen.
Dr. Johan Van Wiemeersch, gynaecoloog: “artsen spelen een belangrijke rol in de keuze van de contraceptieve methode die het best bij de vrouwen past. De keuze voor een bepaalde methode is erg persoonlijk en kan variëren naargelang van de levensfase waarin de vrouw zich bevindt.
Veel vrouwen weten niet dat er andere betrouwbare methodes bestaan die misschien wel beter bij hun levensstijl zouden passen, zoals de niet-dagelijkse methodes. Een goede counseling is daarom cruciaal om de juiste keuze te maken tussen de dagelijkse pil, de maandelijkse ring, het driejaarlijkse implantaat, het (hormoon)spiraal, de hormonale pleister, ... Ook de huidige kennis rond soa’s en eigen lichaam is duidelijk onvoldoende en voor verbetering vatbaar.”
Meer nog, 50% wil minder vaak aan haar anticonceptiemethode denken. Ze verkiezen een niet-dagelijkse methode, met een voorkeur voor een maandelijks te gebruiken voorbehoedsmiddel.
Het gebrek aan counseling zou aan de grondslag liggen van de onwetendheid over pil-alternatieven. Slechts 50% van de gynaecologen en 25% van de huisartsen bespreken meer dan 1 anticonceptiemethode.
Voor de ondervraagde vrouwen zijn de betrouwbaarheid, het gebruiksgemak en de mening van de arts de belangrijkste drijfveren om voor een bepaalde anticonceptiemethode te kiezen.
Dr. Johan Van Wiemeersch, gynaecoloog: “artsen spelen een belangrijke rol in de keuze van de contraceptieve methode die het best bij de vrouwen past. De keuze voor een bepaalde methode is erg persoonlijk en kan variëren naargelang van de levensfase waarin de vrouw zich bevindt.
Veel vrouwen weten niet dat er andere betrouwbare methodes bestaan die misschien wel beter bij hun levensstijl zouden passen, zoals de niet-dagelijkse methodes. Een goede counseling is daarom cruciaal om de juiste keuze te maken tussen de dagelijkse pil, de maandelijkse ring, het driejaarlijkse implantaat, het (hormoon)spiraal, de hormonale pleister, ... Ook de huidige kennis rond soa’s en eigen lichaam is duidelijk onvoldoende en voor verbetering vatbaar.”
