Uit een empirische studie die IDEWE en de KU Leuven hebben uitgevoerd in opdracht van de federale overheid, blijkt dat 6,9% van de verpleegkundigen met een burn-out te kampen heeft en dat 12,4% tot de risicogroep behoort. De belangrijkste determinanten van burn-out blijken kenmerken op het werk te zijn, zoals hoge werkdruk, hoge emotionele uitputting en rolconflicten.
De gevolgen voor burn-out situeren zich voornamelijk op het niveau van het individueel welzijn (zoals verminderd lichamelijk, psychisch en psychosomatisch welzijn), het gedrag (toegenomen medicatieverbruik, absenteďsme, presenteďsme, klinische incidenten) en attitudes (meer verloopintentie, minder bereid en in staat zijn te werken tot 65 jaar). Er deden 4.635 verpleegkundigen mee aan het onderzoek.
Ongeveer 60% van de totale steekproef rapporteert bevlogen te zijn. Een hoge mate van bevlogenheid hangt samen met meer autonomie en vaardigheidsbenutting. Een goede fysieke en psychische gezondheid, een lagere verloopintentie en meer bereid of in staat zijn te werken tot 65 jaar zijn de gevolgen van bevlogenheid.
Onderzoek naar de arbeidsbeleving bij artsen en verpleegkundigen in België. In opdracht van de FOD Volksgezondheid en de FOD Werkgelegenheid – KU Leuven en IDEWE – 2012. Meer info: www.werk.belgie.be > onderzoeksprojecten > 2013 - Burnout bij artsen en verpleegkundigen.
Ongeveer 60% van de totale steekproef rapporteert bevlogen te zijn. Een hoge mate van bevlogenheid hangt samen met meer autonomie en vaardigheidsbenutting. Een goede fysieke en psychische gezondheid, een lagere verloopintentie en meer bereid of in staat zijn te werken tot 65 jaar zijn de gevolgen van bevlogenheid.
Onderzoek naar de arbeidsbeleving bij artsen en verpleegkundigen in België. In opdracht van de FOD Volksgezondheid en de FOD Werkgelegenheid – KU Leuven en IDEWE – 2012. Meer info: www.werk.belgie.be > onderzoeksprojecten > 2013 - Burnout bij artsen en verpleegkundigen.