Kinderen die een nierfunctievervangende therapie ondergaan, hebben vaak een achterblijvende lengtegroei. Dit heeft als gevolg dat een meerderheid van deze kinderen op volwassen leeftijd kleiner is dan hun leeftijdsgenoten. Uit een Europees, deels Nederlands, onderzoek blijkt dat verschillende factoren van invloed zijn op de uiteindelijke groei. De belangrijkste conclusie van de onderzoekers is dat de groeiachterstand van kinderen met niervervangende therapie in recente jaren is afgenomen.
Deze verbeterde groei van kinderen kan deels verklaard worden door een effectievere behandeling met medicijnen en hormonen. Toch zijn andere factoren minstens zo belangrijk voor een optimale lengte op volwassen leeftijd. Zo zijn de kwaliteit van de donornier en de lengte van de periode dat het kind een functionerende donornier heeft gehad, van grote invloed op de ontwikkeling. Ook de lengte van een kind bij aanvang van de niervervangende therapie is van significant belang.
Dit betekent dat een kind dat op latere leeftijd eindstadium nierfalen ontwikkelt, minder last heeft van een achterblijvende groei. Ten slotte observeerden de onderzoekers dat kinderen met een aangeboren verkeerde aanleg van nieren en urinewegen en kinderen met stofwisselingsproblemen een lagere uiteindelijke lengte bereiken dan kinderen met andere nieraandoeningen.
Door de gegevens te analyseren van 1.612 kinderen in 20 Europese landen die hun uiteindelijke lengte tussen 1990 en 2011 bereikten, concluderen de onderzoekers dat kinderen die tussen 2006 en 2011 waren uitgegroeid, minder groeiachterstand hadden dan eerdere patiënten. Deze conclusie biedt hoop en geeft aan dat de medische ontwikkeling voor kinderen met een nierziekte de juiste kant op gaat.
Dit betekent dat een kind dat op latere leeftijd eindstadium nierfalen ontwikkelt, minder last heeft van een achterblijvende groei. Ten slotte observeerden de onderzoekers dat kinderen met een aangeboren verkeerde aanleg van nieren en urinewegen en kinderen met stofwisselingsproblemen een lagere uiteindelijke lengte bereiken dan kinderen met andere nieraandoeningen.
Door de gegevens te analyseren van 1.612 kinderen in 20 Europese landen die hun uiteindelijke lengte tussen 1990 en 2011 bereikten, concluderen de onderzoekers dat kinderen die tussen 2006 en 2011 waren uitgegroeid, minder groeiachterstand hadden dan eerdere patiënten. Deze conclusie biedt hoop en geeft aan dat de medische ontwikkeling voor kinderen met een nierziekte de juiste kant op gaat.