Deze maand start het Vlaams bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. Mannen en vrouwen van 56 tot en met 74 jaar zullen om de twee jaar een uitnodiging met een test in hun brievenbus krijgen. “Experten zeggen dat we met dit bevolkingsonderzoek in Vlaanderen 400 sterfgevallen per jaar kunnen voorkomen”, zegt minister Vandeurzen. Dikkedarmkanker is in Vlaanderen bij mannen de derde en bij vrouwen de tweede meest voorkomende kanker. Jaarlijks krijgen meer dan 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker hebben. Als dikkedarmkanker vroeg ontdekt wordt is hij beter te behandelen. Ook de kans op overleving stijgt.
Hoe verloopt het onderzoek?
mannen en vrouwen van 56 jaar tot en met 74 jaar zullen om de twee jaar een uitnodiging in de bus krijgen, samen met een test, de immonochemische Fecaal Occult bloed Test (iFOBT). Dat is momenteel de meest geschikte test voor dikkedarmkankeropsporing.
De test bestaat uit een cilindervormig flesje met daarin een staafje. Iedereen kan de staalname thuis doen: met het staafje neem je zelf een staal van je stoelgang en je stopt dat in het flesje. Dat flesje stuur je in een voorgefrankeerde enveloppe naar het laboratorium. Het labo onderzoekt de stoelgangstalen op bloedsporen. Binnen twee weken krijgen jijzelf en je huisarts het resultaat van deze test. Dit alles is gratis. als blijkt dat er meer bloed aanwezig is dan aangewezen, dan betekent dat nog niet dat er sprake is van kanker, maar de huisarts zal dan wel verwijzen naar een specialist voor verder onderzoek. Het gaat hier over een kijkonderzoek van de darm, een zogenaamde coloscopie.
Elk onderzoek heeft voor- en nadelen. Bij dit bevolkingsonderzoek is het duidelijk dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. als dikkedarmkanker vroeg ontdekt wordt is hij beter te behandelen. Ook de kans op overleving stijgt. Toch blijft het belangrijk dat deelnemers zich ook bewust zijn van de nadelen die een dergelijke onderzoek kan hebben. In een aantal gevallen zal het resultaat van de test immers afwijkend zijn zonder dat er iets aan de hand is. Ook zullen tijdens een coloscopie soms poliepen worden weggenomen die nooit tot kanker zouden leiden. Personen bij wie dat gebeurt zijn ten onrechte ongerust gemaakt of behandeld. Het probleem is echter dat de evolutie van darmpoliepen moeilijk vooraf kan ingeschat worden en dat ze daarom vaak preventief worden verwijderd. Ook komt er bij een coloscopie af en toe een verwikkeling voor, bijvoorbeeld een inwendige bloeding.
De doelgroep voor 2013: mannen en vrouwen van 66, 68, 70, 72 en 74 jaar
Om de onderzoeken te spreiden en het gezondheidszorgsysteem niet te overbelasten zullen mannen en vrouwen van 56 tot en met 74 jaar niet tegelijk worden uitgenodigd. In 2013 krijgen mannen en vrouwen die 66, 68, 70, 72 en 74 jaar worden een uitnodiging, met een test. In 2014 krijgen mannen en vrouwen die in dat jaar diezelfde leeftijd bereiken rond hun verjaardag een uitnodiging, aangevuld met de 56, 58, 60, 62 en 64-jarigen. Op die manier zal eind 2015 de volledige doelgroep van 56 tot en met 74-jarigen aan bod zijn gekomen. De groep die in 2013 aan bod kwam zal dan ook al een tweede uitnodiging hebben gekregen. Als er niets aan de hand is, blijf je elke twee jaar een uitnodiging krijgen.
De keuze voor de doelgroep is gebaseerd op een Europese aanbeveling. De Europese Unie beveelt een bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker aan voor alle 50 tot en met 74-jarigen. We volgen deze aanbeveling dus grotendeels. Later wordt beslist of ook 50 tot en met 55-jarigen zullen worden uitgenodigd. We willen eerst kijken hoe het bevolkingsonderzoek verloopt bij de 56 -74 jarigen: zijn er voldoende deelnemers? Zijn er geen te lange wachttijden voor coloscopies? Is een uitbreiding budgettair haalbaar?
Waarom een grootschalig bevolkingsonderzoek?
Dikkedarmkanker is de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen (na borstkanker) en de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker). Jaarlijks krijgen meer dan 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker hebben en overlijden er ongeveer 1800 personen aan deze ziekte (in 2010: 1776). Experten geven aan dat in Vlaanderen het aantal overlijdens door dikkedarmkanker met 400 per jaar kan dalen door dit bevolkingsonderzoek.
Het duurt gemiddeld tot 10 jaar vooraleer een poliep, een uitstulping in de wand van de dikke darm, zich ontwikkelt tot een kwaadaardig gezwel. Het voordeel is dat dikkedarmkanker daardoor in veel gevallen vroeg, of zelfs vooraleer het al om kanker gaat, opgespoord kan worden. Als de kanker in een vroeg stadium ontdekt wordt is de overlevingskans 95%.
Een dergelijk grootschalig onderzoek wordt niet zomaar gestart. De overheid baseert zich hiervoor op internationale aanbevelingen en op de resultaten van een pilootproject in de provincie Antwerpen (gemeenten Borgerhout, Schilde en Vosselaar – 2008-2011).
Organisatie en partners
Het Centrum voor Kankeropsporing, dat ook de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker organiseert, verstuurt de uitnodigingen met de testen, en ook de resultaten naar de deelnemers en zorgt ervoor dat alle stappen in dit bevolkingsonderzoek goed verlopen. De eerste testen zullen vanaf half oktober verstuurd worden.
Andere belangrijke spelers zijn de huisartsen en de gastro-enterologen, de Stichting kankerregister, het laboratorium dat de stalen onderzoekt (het Centrum voor Medische Analyse) en de organisaties die hun leden kunnen oproepen om deel te nemen (zoals de mutualiteiten).
In de eerste helft van oktober ontvangen alle huisartsen in Vlaanderen een brief met uitleg over het bevolkingsonderzoek, samen met een exemplaar van de iFOB-test. Op die manier zijn ze voorbereid als hun patiënten vragen zouden hebben bij het bevolkingsonderzoek.
Het Centrum voor Medische Analyse voert in de eerste helft van oktober nog tests uit om te verzekeren dat de analyseapparatuur correct werkt. Ook het overdragen van de resultaten van de analyses aan het Centrum voor Kankeropsporing wordt getest vooraleer de uitnodigingen aan de doelgroep worden verstuurd.
Vanaf morgen verschijnen er ook advertenties over dit bevolkingsonderzoek om de doelgroep te informeren over de start van dit onderzoek.
mannen en vrouwen van 56 jaar tot en met 74 jaar zullen om de twee jaar een uitnodiging in de bus krijgen, samen met een test, de immonochemische Fecaal Occult bloed Test (iFOBT). Dat is momenteel de meest geschikte test voor dikkedarmkankeropsporing.
De test bestaat uit een cilindervormig flesje met daarin een staafje. Iedereen kan de staalname thuis doen: met het staafje neem je zelf een staal van je stoelgang en je stopt dat in het flesje. Dat flesje stuur je in een voorgefrankeerde enveloppe naar het laboratorium. Het labo onderzoekt de stoelgangstalen op bloedsporen. Binnen twee weken krijgen jijzelf en je huisarts het resultaat van deze test. Dit alles is gratis. als blijkt dat er meer bloed aanwezig is dan aangewezen, dan betekent dat nog niet dat er sprake is van kanker, maar de huisarts zal dan wel verwijzen naar een specialist voor verder onderzoek. Het gaat hier over een kijkonderzoek van de darm, een zogenaamde coloscopie.
Elk onderzoek heeft voor- en nadelen. Bij dit bevolkingsonderzoek is het duidelijk dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. als dikkedarmkanker vroeg ontdekt wordt is hij beter te behandelen. Ook de kans op overleving stijgt. Toch blijft het belangrijk dat deelnemers zich ook bewust zijn van de nadelen die een dergelijke onderzoek kan hebben. In een aantal gevallen zal het resultaat van de test immers afwijkend zijn zonder dat er iets aan de hand is. Ook zullen tijdens een coloscopie soms poliepen worden weggenomen die nooit tot kanker zouden leiden. Personen bij wie dat gebeurt zijn ten onrechte ongerust gemaakt of behandeld. Het probleem is echter dat de evolutie van darmpoliepen moeilijk vooraf kan ingeschat worden en dat ze daarom vaak preventief worden verwijderd. Ook komt er bij een coloscopie af en toe een verwikkeling voor, bijvoorbeeld een inwendige bloeding.
De doelgroep voor 2013: mannen en vrouwen van 66, 68, 70, 72 en 74 jaar
Om de onderzoeken te spreiden en het gezondheidszorgsysteem niet te overbelasten zullen mannen en vrouwen van 56 tot en met 74 jaar niet tegelijk worden uitgenodigd. In 2013 krijgen mannen en vrouwen die 66, 68, 70, 72 en 74 jaar worden een uitnodiging, met een test. In 2014 krijgen mannen en vrouwen die in dat jaar diezelfde leeftijd bereiken rond hun verjaardag een uitnodiging, aangevuld met de 56, 58, 60, 62 en 64-jarigen. Op die manier zal eind 2015 de volledige doelgroep van 56 tot en met 74-jarigen aan bod zijn gekomen. De groep die in 2013 aan bod kwam zal dan ook al een tweede uitnodiging hebben gekregen. Als er niets aan de hand is, blijf je elke twee jaar een uitnodiging krijgen.
De keuze voor de doelgroep is gebaseerd op een Europese aanbeveling. De Europese Unie beveelt een bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker aan voor alle 50 tot en met 74-jarigen. We volgen deze aanbeveling dus grotendeels. Later wordt beslist of ook 50 tot en met 55-jarigen zullen worden uitgenodigd. We willen eerst kijken hoe het bevolkingsonderzoek verloopt bij de 56 -74 jarigen: zijn er voldoende deelnemers? Zijn er geen te lange wachttijden voor coloscopies? Is een uitbreiding budgettair haalbaar?
Waarom een grootschalig bevolkingsonderzoek?
Dikkedarmkanker is de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen (na borstkanker) en de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker). Jaarlijks krijgen meer dan 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker hebben en overlijden er ongeveer 1800 personen aan deze ziekte (in 2010: 1776). Experten geven aan dat in Vlaanderen het aantal overlijdens door dikkedarmkanker met 400 per jaar kan dalen door dit bevolkingsonderzoek.
Het duurt gemiddeld tot 10 jaar vooraleer een poliep, een uitstulping in de wand van de dikke darm, zich ontwikkelt tot een kwaadaardig gezwel. Het voordeel is dat dikkedarmkanker daardoor in veel gevallen vroeg, of zelfs vooraleer het al om kanker gaat, opgespoord kan worden. Als de kanker in een vroeg stadium ontdekt wordt is de overlevingskans 95%.
Een dergelijk grootschalig onderzoek wordt niet zomaar gestart. De overheid baseert zich hiervoor op internationale aanbevelingen en op de resultaten van een pilootproject in de provincie Antwerpen (gemeenten Borgerhout, Schilde en Vosselaar – 2008-2011).
Organisatie en partners
Het Centrum voor Kankeropsporing, dat ook de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker organiseert, verstuurt de uitnodigingen met de testen, en ook de resultaten naar de deelnemers en zorgt ervoor dat alle stappen in dit bevolkingsonderzoek goed verlopen. De eerste testen zullen vanaf half oktober verstuurd worden.
Andere belangrijke spelers zijn de huisartsen en de gastro-enterologen, de Stichting kankerregister, het laboratorium dat de stalen onderzoekt (het Centrum voor Medische Analyse) en de organisaties die hun leden kunnen oproepen om deel te nemen (zoals de mutualiteiten).
In de eerste helft van oktober ontvangen alle huisartsen in Vlaanderen een brief met uitleg over het bevolkingsonderzoek, samen met een exemplaar van de iFOB-test. Op die manier zijn ze voorbereid als hun patiënten vragen zouden hebben bij het bevolkingsonderzoek.
Het Centrum voor Medische Analyse voert in de eerste helft van oktober nog tests uit om te verzekeren dat de analyseapparatuur correct werkt. Ook het overdragen van de resultaten van de analyses aan het Centrum voor Kankeropsporing wordt getest vooraleer de uitnodigingen aan de doelgroep worden verstuurd.
Vanaf morgen verschijnen er ook advertenties over dit bevolkingsonderzoek om de doelgroep te informeren over de start van dit onderzoek.