Dankzij een nieuwe internationale databank met hersenscans van mensen met autisme wordt bevestigd dat bij autisme de communicatie tussen verschillende hersenregio’s verminderd is. De klassieke manier om hersenactiviteit te meten is fMRI, functional Magnetic Resonance Imaging. Met een fMRI-scan wordt in kaart gebracht hoe de hersenen geactiveerd worden tijdens een taak. De laatste jaren wordt veel gewerkt met een een fMRI-scan tijdens een rustperiode: de resting state scan. Ook in rusttoestand heb je verschillende hersengebieden die gelijktijdig actief zijn en zo netwerken vormen: je hersenen vertonen activiteit en werken samen, ook al doe je niks.
Met resting state scans kan men de connectiviteit tussen hersenregio’s bestuderen: de manier waarop hersengebieden met elkaar communiceren en interageren, vertelt coauteur dr. Kaat Alaerts. "Het grote voordeel van resting state scans is dat ze makkelijker te vergelijken zijn en je ze kan afnemen bij kinderen. Door scans van over heel de wereld te verzamelen in één databank, kunnen we nu onderzoeken wat standaard en wat afwijkend is bij functionele connectiviteit van de hersenen, per leeftijd en geslacht."
Recent onderzoek op basis van deze nieuwe internationale databank bevestigt de hypothese dat er een probleem is met de connectiviteit in de hersenen van mensen met autisme. Vooral de communicatie tussen de temporaalkwabben en andere delen van de hersenen leek verstoord. "De temporaalkwabben kunnen vergeleken worden met een receptioniste die input van de zintuigen als eerste verwerkt en verder doorverbindt naar andere hersenregio’s. Ze zijn een belangrijke schakel in de verwerking van sociale informatie uit onze omgeving: gesproken taal begrijpen, gezichten herkennen en lichaamstaal lezen. Allemaal sociale functies waar mensen met autisme vaak problemen mee hebben. Deze eerste studie brengt dus zeker pistes voor verder onderzoek in kaart, op basis van hersenscans van patiënten wereldwijd. In Leuven willen we patiënten op verschillende momenten tijdens hun leven scannen. Deze scans kunnen in de toekomst heel belangrijk worden: bijvoorbeeld om na te gaan of een therapie de functionele connectiviteit bij mensen met autisme herstelt.”
Dit onderzoek was mogelijk dankzij ABIDE, een internationale databank van hersenscans voor autisme-onderzoek die gerund wordt door New York University. Via het consortium LAuRes (Leuven Autism Research) leverde ook de KU Leuven scans van patiënten en controlepersonen: via dr. Kaat Alaerts van de onderzoekseenheid Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit en via prof. Stefan Sunaert van Translationele MRI.
Recent onderzoek op basis van deze nieuwe internationale databank bevestigt de hypothese dat er een probleem is met de connectiviteit in de hersenen van mensen met autisme. Vooral de communicatie tussen de temporaalkwabben en andere delen van de hersenen leek verstoord. "De temporaalkwabben kunnen vergeleken worden met een receptioniste die input van de zintuigen als eerste verwerkt en verder doorverbindt naar andere hersenregio’s. Ze zijn een belangrijke schakel in de verwerking van sociale informatie uit onze omgeving: gesproken taal begrijpen, gezichten herkennen en lichaamstaal lezen. Allemaal sociale functies waar mensen met autisme vaak problemen mee hebben. Deze eerste studie brengt dus zeker pistes voor verder onderzoek in kaart, op basis van hersenscans van patiënten wereldwijd. In Leuven willen we patiënten op verschillende momenten tijdens hun leven scannen. Deze scans kunnen in de toekomst heel belangrijk worden: bijvoorbeeld om na te gaan of een therapie de functionele connectiviteit bij mensen met autisme herstelt.”
Dit onderzoek was mogelijk dankzij ABIDE, een internationale databank van hersenscans voor autisme-onderzoek die gerund wordt door New York University. Via het consortium LAuRes (Leuven Autism Research) leverde ook de KU Leuven scans van patiënten en controlepersonen: via dr. Kaat Alaerts van de onderzoekseenheid Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit en via prof. Stefan Sunaert van Translationele MRI.