Kleuradvies voor de zorgsector

Ziekenhuizen, woonzorgcentra en andere voorzieningen zijn vaak niet de meest kleurrijke plaatsen. En daar moet dringend verandering in komen, vindt Hilde Francq van het kleuradviesbureau Box3. Zij adviseert niet alleen commerciële merken als Fatboy en Arte, maar ook de zorgsector.
De sector kampt met heikele kwesties als wachtlijsten en personeelstekort. Is kleur dan geen luxeprobleem?
Hilde Francq: “Absoluut niet. Wat mij betreft, is het zelfs een noodzaak. Ik werk natuurlijk vooral samen met commerciële bedrijven en zij beseffen maar al te goed het belang van een uitgekiend kleurenpalet. Uit onderzoek blijkt dat de keuze voor een product voor 85% wordt bepaald door kleur. Ook voor de zorgsector kan kleur veel betekenen. Al sinds mensenheugenis hebben kleuren verschillende functies. Ze wijzen ons bijvoorbeeld op gevaar of op voedsel dat rijp of rot wordt. Zodra onze ogen in contact komen met een kleur krijgen onze hersenen onbewust een bepaalde boodschap. als we een rode ruimte binnenstappen, dan voelen we ons helemaal anders dan bij een witte, steriele kamer. Neem nu een ziekenhuis: dat is geen plek waar de meeste mensen met plezier binnenlopen. Het zorgt vaak voor angst en stress. Kleur kan dan een vrij eenvoudige en budgetvriendelijke manier zijn om toch een sfeer van welbehagen te creëren. Voor de patiënt, maar ook voor de medische staf en de bezoekers.”

Welke functies kan kleur dan hebben?
“Ten eerste is er natuurlijk het zuiver esthetische effect. Met warme kleuren – met een gele ondertoon – kan je een neutrale omgeving aantrekkelijker maken en patiënten een thuisgevoel geven. Ze gaan er trouwens ook minder bleek uitzien. Bezoekers en familieleden kan je verwelkomen met een warm kleurgebruik, in wachtzalen bijvoorbeeld. En natuurlijk heeft het personeel ook een aangename werkomgeving nodig. Voor hen kunnen stimulerende, levendige tinten een verschil maken. Zelfs als die maar op een klein deel van de oppervlakte gebruikt worden, zoals de deuren, voelt de omgeving toch al prettiger aan. Het kan bijvoorbeeld een goed idee zijn om de groene buitenomgeving naar binnen te trekken, met een kleurenpalet van groene planten, bamboe en kiezels. Dat zorgt voor een fris, opgewekt gevoel.”

Kan kleur ook praktisch helpen?
“Zeker. Kleurgebruik is een goede manier om de weg te signaleren in een voorziening, ook al wordt dat vaak onderschat. Ziekenhuizen zijn soms doolhoven, wat patiënten extra stress bezorgt. Als je elke afdeling voorziet van een verschillende kleur – in combinatie met icoontjes en cijfers bijvoorbeeld – vinden patiënten en bezoekers makkelijker de weg. Dat geeft hen meteen een veiliger gevoel. Net als de kledij van het personeel dat door een bepaalde tint vertrouwd kan aanvoelen. En bij een ziekenhuisafdeling kan kleur zorgen voor een sfeer van vertrouwen. Een patiënt die op de intensieve zorgen ligt, zal zich bijvoorbeeld veiliger voelen als het verzorgingsstation dichtbij is. Wel, met een juist kleurgebruik – door de lange gang naar dat station in één kleur te schilderen – creëer je hetzelfde effect, puur psychologisch. De balie of receptie van een voorziening kan door het juiste kleurgebruik meteen alle aandacht trekken, waardoor patiënten en bezoekers zich welkom voelen.”  

Welk psychologisch effect hebben kleuren nog?
“Door bepaalde kleuren te gebruiken kan je de aandacht afleiden van pijn en stress. Het is niet toevallig dat er in oude culturen vaak gebruik werd gemaakt van kleurentherapie. De oude Egyptenaren probeerden hun zieken te genezen met bepaalde kleuren. En ook in India waren er gelijkaardige tradities. In de westerse geneeskunde is zulke therapie afgezworen, maar er wordt stilaan toch weer onderzoek naar gevoerd. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat kleuren kunnen zorgen voor een verschil in gevoelstemperatuur. In een rode kamer hadden proefpersonen het gevoel dat het 4 tot 5 graden warmer was dan in een blauwe kamer.”

Maar het ‘juiste’ kleurgebruik kan toch verschillen per doelgroep?
“Zeker. In één voorziening moet je verschillende kleurpaletten hanteren. De geriatrische afdeling van een ziekenhuis heeft nood aan andere kleurtinten dan de kinderafdeling. ouderen hebben vaak een verminderd zicht en moeite met scherpe contrasten. Vooral de kleur van de vloer is voor hen belangrijk, zodat ze zeker niet vallen. Kinderen hebben vooral baat bij een levendige, fantasievolle aankleding die de verschillende leeftijden aanspreekt. En ook per ruimte kan kleur verschillen. Kamers met weinig daglicht kan je best in een warme kleur schilderen, terwijl je bij meer daglicht kunt kiezen voor koelere kleuren.”

Maakt de zorgsector al voldoende gebruik van kleuren?
“Heel wat voorzieningen experimenteren al met verschillende kleuren, zeker in wachtzalen. Maar het wordt nog te vaak als iets louter decoratiefs beschouwd, terwijl het meer kan zijn dan dat. Maar het besef begint steeds meer door te dringen. Intussen hebben wij in de zorgsector enkele projecten lopen. Daar kan ik helaas nog niet veel over kwijt.”

Zijn er dan internationaal wel enkele good practices?
“In het Martini Ziekenhuis in Groningen hebben ze slim gebruik gemaakt van kleuren. Ze hebben er een palet van maar liefst 47 bij elkaar passende kleuren gebruikt, op slechts 20% van de oppervlakte. Dat lijkt misschien druk, maar eigenlijk is het perfect. Zo’n kleurgebruik maakt precies genoeg indruk, maar is toch niet overweldigend. Een ander goed voorbeeld is het Oogziekenhuis in Rotterdam. Daar hebben ze – dankzij prikkelende kleuren en gigantische letters – ervoor gezorgd dat de wachtzaal minder saai en steriel is. En ten slotte vind ik het Kentish Town Health Centre in Londen een fijne inspiratiebron. Zij gebruikten kleurrijke, grote tekeningen die totaal buiten de medische sfeer vallen. Maar daardoor zijn hun gangen en inkomhal vrolijker dan in het doorsnee-ziekenhuis.”

05 jun 2013 14u00
meer over
zie ook rubriek