Kinderrevalidatiearts Eric Boldingh onderzoekt de samenhang tussen ernstige spasticiteit, heupafwijkingen en op latere leeftijd optredende pijnklachten. Heeft een operatie zin? ‘Grote terughoudendheid bij preventieve pees- of curatieve botoperaties op jonge leeftijd is gewenst. Mocht op latere leeftijd toch onbehandelbare pijn optreden als gevolg van de heupafwijking, dan zijn enkele vormen van botoperatie vaak effectief’, concludeert Boldingh. Hij promoveert 15 maart bij VUmc.
Boldingh behandelt kinderen met een ernstige vorm van spasticiteit. Deze kinderen ontwikkelen vaak een vervorming van hun heupen (heupluxatie). Die kan op volwassen leeftijd klachten geven. Daarom worden ze op jonge leeftijd preventief behandeld met een pees- of botoperatie. Vraag is of deze operaties effectief zijn.
Het onderzoek betrof 160 ernstig spastische volwassenen. Zij gaven de door hen ervaren pijn in dagelijkse situaties aan op een schaal met gezichten. Het was voor het eerst dat de vraag over pijn aan henzelf gesteld werd in plaats van aan hun verzorgers.
Het bleek dat een heupluxatie bij ernstig spastische volwassenen inderdaad de kans op pijn verhoogt: van een basaal percentage van 10% naar ongeveer 30%.
Om na te gaan of operaties bij deze patiëntengroep effectief zijn, werd een systematisch literatuuronderzoek verricht. Voor de alom verbreide gewoonte dat bij ernstig spastische kinderen onder de vijf jaar een peesoperatie aan de heupen wordt uitgevoerd kon in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing worden gevonden.
Een botoperatie, uitgevoerd rond de leeftijd van 8 jaar blijkt wel effectief om de vervorming van de heup te corrigeren. Nadeel van dergelijke operaties is dat deze erg ingrijpend zijn voor deze groep kwetsbare mensen en nogal wat complicaties teweegbrengt.
Boldingh adviseert dan ook grote terughoudendheid in deze vorm van behandeling. Mocht op latere leeftijd toch onbehandelbare pijn optreden, dan zijn enkele vormen van botoperatie vaak effectief. Boldingh heeft zijn bevindingen vastgelegd in een beslisboom.
Het onderzoek betrof 160 ernstig spastische volwassenen. Zij gaven de door hen ervaren pijn in dagelijkse situaties aan op een schaal met gezichten. Het was voor het eerst dat de vraag over pijn aan henzelf gesteld werd in plaats van aan hun verzorgers.
Het bleek dat een heupluxatie bij ernstig spastische volwassenen inderdaad de kans op pijn verhoogt: van een basaal percentage van 10% naar ongeveer 30%.
Om na te gaan of operaties bij deze patiëntengroep effectief zijn, werd een systematisch literatuuronderzoek verricht. Voor de alom verbreide gewoonte dat bij ernstig spastische kinderen onder de vijf jaar een peesoperatie aan de heupen wordt uitgevoerd kon in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing worden gevonden.
Een botoperatie, uitgevoerd rond de leeftijd van 8 jaar blijkt wel effectief om de vervorming van de heup te corrigeren. Nadeel van dergelijke operaties is dat deze erg ingrijpend zijn voor deze groep kwetsbare mensen en nogal wat complicaties teweegbrengt.
Boldingh adviseert dan ook grote terughoudendheid in deze vorm van behandeling. Mocht op latere leeftijd toch onbehandelbare pijn optreden, dan zijn enkele vormen van botoperatie vaak effectief. Boldingh heeft zijn bevindingen vastgelegd in een beslisboom.