Woonzorgcentra maken kwaliteit zichtbaar door zelfevaluatie

Zorgnet Vlaanderen ontwikkelde in samenwerking met de Nederlandse Stichting Perspekt een kwaliteitsmodel voor de woonzorgsector. Met dit kwaliteitssysteem kunnen de woonzorgcentra voldoen aan de registratieverplichtingen in het kader van het Vlaams referentiekader kwaliteitszorg en tegelijk, stapsgewijs, een eigen integraal kwaliteitsbeleid uitbouwen. In een latere fase bereidt het model voor op benchmarking en accreditering.

Zorgnet Vlaanderen ging met zijn leden op zoek naar een instrument dat hen zou helpen om hun kwaliteit zichtbaar te maken, te borgen of waar nodig te verbeteren, en de vergelijking te maken met andere voorzieningen.

In deze zoektocht kwam Zorgnet Vlaanderen in contact met de Stichting Perspekt, keurmerk in de zorg. Die organisatie boekt in Nederland goede resultaten met haar ‘PREZO-model’ (PREstatiemodel in de ZOrg), dat inhoudelijk nauw aansluit bij wat de voorzieningen van Zorgnet Vlaanderen belangrijk vinden. Zo is het model cliëntgericht en kan het gebruikt worden in de kleinere woonzorgcentra. Zorgnet Vlaanderen en Perspekt ontwikkelden met twaalf experten uit de woonzorgcentra een aangepast model voor Vlaanderen: ‘PREZO Woonzorg’.

PREZO Woonzorg is een integraal kwaliteitsmodel: als een woonzorgcentrum het volledig toepast, kan het presteren van de hele organisatie in kaart worden gebracht. In totaal wordt rond meer dan vijftig thema’s gewerkt. Voor elk van deze thema’s wordt een concrete doelstelling beschreven en vertaald in acties die de organisatie en de medewerkers moeten ondernemen om ze te realiseren. Voorts wordt per thema aangegeven hoe de resultaten gemeten kunnen worden en hoe op basis daarvan verbetertrajecten aangevat kunnen worden. Het is niet de bedoeling om die allemaal ineens op te nemen. De opgelegde registraties in het kader van het Vlaams referentiekader kwaliteitszorg zijn verplicht; vervolgens is het aan elk woonzorgcentrum om voor zichzelf een haalbare keuze te maken uit de andere thema’s en een realistisch stappenplan te ontwikkelen. Het doel is om van de huidige situatie te evolueren naar steeds beter.

Cruciaal is dat Prezo Woonzorg de werklast voor de woonzorgcentra niet nodeloos verhoogt. Veel zal afhangen van de ict-ondersteuning die in het najaar 2013 beschikbaar moet zijn. Dat Prezo Woonzorg voorlopig start op papier, is goed als kennismaking met het systeem.

Betrouwbare zelfevaluatie
In eerste instantie zal Prezo Woonzorg dus dienst doen als zelfevaluatie-instrument. Kritische geesten zullen hun twijfels hebben bij de betrouwbaarheid van de te registreren gegevens. Dat dient genuanceerd te worden: woonzorgcentra stappen vrijwillig in het Prezo Woonzorg-project en doen dat omdat ze zelf intern in de eigen organisatie willen werken aan kwaliteit. Niemand heeft er baat bij de zaken rooskleuriger voor te stellen dan ze zijn. Zelfevaluatie is als naar jezelf kijken met een vergrootglas. Heel wat voorzieningen hebben ondertussen de maturiteit om die confrontatie aan te gaan én de wil om werk te maken van verbetering waar mogelijk.

Overigens is het ook zo dat indicatoren objectieve gegevens zijn. Ze zijn eenduidig gedefinieerd en gebaseerd op traceerbare gegevens uit de organisatie.

Het model start dan wel als zelfevaluatie-instrument, het kan een opstap vormen naar accreditatie. Bij accreditatie geeft een onafhankelijke instantie na een grondige doorlichting een geschreven garantie dat voorziening voldoet aan specifieke eisen.

Pilootprojecten
In 2013 wordt Prezo Woonzorg in versneld tempo geïmplementeerd door zeventien woonzorgcentra van Zorgnet Vlaanderen die zich engageerden in het pilootproject. Een aantal onder hen zullen in 2014 ook de aanzet geven om de proef van de accreditatie aan te gaan én hopelijk te doorstaan.

03 jan 2013 07u29
meer over
zie ook rubriek