Tewerkstelling onder diplomaniveau is nefast voor mentale gezondheid

Een substantieel aandeel van de hooggeschoolden is tewerkgesteld in jobs waarvoor hun diploma niet noodzakelijk is. Dat heeft een nefaste invloed op hun psychisch welbevinden. Deze bevinding plaats kanttekeningen bij de voortdurende expansie van het tertiaire onderwijs, als deze groei niet samengaat met een opwaardering van de arbeidsmarkt. Dit blijkt uit de analyse die sociologen van de UGent maakten van gegevens uit de European Social Survey.
Overscholing
Door de expansie van het hoger onderwijs is het aantal hooggeschoolden de laatste decennia stelselmatig toegenomen. Maar omdat het aanbod van kwaliteitsvolle jobs voor hooggeschoolden op de arbeidsmarkt geen gelijke tred houdt met het stijgend aantal hooggeschoolden, is het concept ‘overscholing’ in het leven geroepen. Iemand is overgeschoold wanneer zijn scholingsniveau beduidend hoger is dan wat noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn job.

Arbeidseconomen wezen reeds op de nefaste invloed van groeiend gebrek aan afstemming tussen scholing en arbeidsmarkt, o.m. voor de arbeidsproductiviteit en de jobtevredenheid. Een recente studie van prof. Piet Bracke en zijn collega’s maakt duidelijk dat deze evolutie ook nadelige gevolgen heeft voor de mentale gezondheid van iedereen die geen gepast werk vindt. Dit zijn in toenemende mate hooggeschoolden.

Negatieve gevolgen voor al wie onder diplomaniveau werkt
Geschoolde personen hebben doorgaans een betere mentale gezondheid dan anderen. Ze hebben het financieel beter en werken doorgaans in betere omstandigheden. Bovendien lukt het hen vaker om goed om te gaan met problemen op het werk. Dit geldt ook voor de moeilijkheden waarmee ze buiten hun job worden geconfronteerd, bijvoorbeeld in hun persoonlijke relaties. Ze zijn bovendien mondiger en praten gemakkelijker met anderen over hun problemen, of hebben een meer uitgebreid sociaal netwerk waarop ze kunnen terugvallen bij tegenslag.

Overscholing kan echter nefaste gevolgen hebben. Hooggeschoolden die geen job vinden die uitdagend of betekenisvol genoeg is, blijken meer depressieve klachten te vertonen dan andere hooggeschoolden. Deze bevinding geldt zowel voor vrouwen als voor mannen. Bovendien is het nefaste effect op de mentale gezondheid niet beperkt tot zij die hoger onderwijs gevolgd hebben, het heeft betrekking op iedereen die een job uitoefent die niet beantwoordt aan zijn of haar diploma.

Uit het UGent-onderzoek blijkt dat de gebrekkige afstemming van de arbeidsmarkt op de groeiende instroom van hooggeschoolden negatieve gevolgen kan hebben voor de mentale gezondheid. Een voortdurende expansie van het tertiaire onderwijs, die niet samengaat met een opwaardering van de arbeidsmarkt heeft een impact op het psychisch welbevinden. Omwille van de overduidelijk gunstige gevolgen van scholing voor het psychisch welbevinden pleiten de onderzoekers dan ook voor meer aandacht voor de ontwikkeling van hooggekwalificeerde jobs om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de groeiende groep van hooggeschoolden.

Het onderzoek
De sociologen baseren hun conclusies op gegevens van de European Social Survey, waarbij in 2006 in 25 Europese landen 19.375 tewerkgestelde vrouwen en mannen tussen 25 en 60 jaar werden bevraagd, van wie de mate van overscholing op een objectieve wijze kon worden vastgesteld. De steekproef bevat ook informatie over ongeveer 900 Belgen.

Internationale Dag voor de Geestelijke Gezondheid
Dit onderzoek van Piet Bracke en zijn collega’s aan de vakgroep Sociologie van de UGent toont aan dat de werking van de arbeidsmarkt een grote invloed uitoefent op het psychisch welbevinden van iedereen en niet enkel van zij die diep in de put zitten en professionele hulp nodig hebben. Deze studie verschijnt binnenkort in het wetenschappelijk tijdschrift Sociology of Health & Illness en is gebaseerd op gegevens uit de European Social Survey. Professor Piet Bracke en Elise Pattyn van de Universiteit Gent analyseerden de gegevens in samenwerking met Olaf von dem Knesebeck van het Universitair ziekenhuis Hamburg-Eppendorf.

Gevoelens van depressiviteit zijn de meest voorkomende psychische klachten, zoals beaamd wordt in een recent rapport van de World Federation for Mental Health (WFMH). De WFMH stelt depressiviteit centraal op haar werelddag van de geestelijke gezondheid, die doorgaat op woensdag 10 oktober. Gevoelens van depressiviteit komen voor in alle gradaties en hoeven niet samen te gaan met een diepgaande klinische depressie om onze aandacht te verdienen. Psychische klachten vloeien niet noodzakelijk voort uit al dan niet vermeende ernstige psychische stoornissen. Veel mensen worden er vroeg of laat mee geconfronteerd en bovenvermeld onderzoek maakt duidelijk dat de oorzaken vaak in de normale werking van onze samenleving terug te vinden zijn.
09 okt 2012 12u12
Bron: UGent.be
meer over
zie ook rubriek