De minister van VolksgezondheidLaurette Onkelinx heeft gisteren haar veto gesteld tegen de beslissing van het Verzekeringscomitéom de referentiecentra voor chronische vermoeidheid (CVS) niet langer tefinancieren. De Onafhankelijke Ziekenfondsen stellen zich vragen bij deeenzijdige aard van dit veto: heeft het Belgische overlegmodel eigenlijk nogeen toekomst?
Kleine opfrissing van de feiten: tijdens de vergadering van hetVerzekeringscomité van vorige week, besliste het riziv om vanaf 31 december2012 de geldkraan dicht te draaien van de 4 nog bestaande referentiecentra voorde behandeling van chronische vermoeidheid in België. Een maatregel dievoortvloeit uit meerdere evaluatierapporten waaruit blijkt dat die centra nietbeantwoorden aan de verwachtingen, meer bepaald wat de samenwerking met deeerste lijn (artsen, kinesitherapeuten, psychologen) betreft.
Kritiek
Deze referentiecentra, ondergebracht in universitaire ziekenhuizen(Antwerpen, Gent, Luik-Godinne), krijgen al heel lang kritiek. Ze slagen ernamelijk onvoldoende in om een model voor de multidisciplinaire tenlastenemingvan de ziekte via de eerste lijn te ondersteunen, zoals aanbevolen door de HogeWetenschappelijke Raad. Na 10 jaar werking is daarenboven gebleken dat het alte ‘hospitalocentristische’ model van die centra er niet in slaagtom een vroegtijdige en gecoördineerde tenlasteneming van deze ziekte teorganiseren. Dit heeft tot gevolg dat de symptomen chronisch worden (de ziekte‘nestelt zich’, wat de behandeling nog bemoeilijkt).
De Onafhankelijke ziekenfondsen onderstrepen dat de beslissing om definanciering van deze centra te schorsen GEEN besparingsmaatregel is. HetVerzekeringscomité zou die beslissing ook genomen hebben als de economischecontext gunstiger was geweest. Zij herinneren er daarenboven aan dat depatiënten hun recht op de terugbetaling van hun courante verzorging, in hetziekenhuis of in de eerste lijn, behouden.
De eerste lijn beter betrekken bij debehandeling
De Onafhankelijke ziekenfondsen betreuren dat de minister zonder enigoverleg haar veto heeft gesteld tegen een maatregel waarover allegezondheidsactoren het unaniem eens waren. De schorsing van de financiering vancentra die geen bewijs geleverd hebben van hun meerwaarde, was een sterksignaal aan de gezondheidssector. Van deze sector wordt namelijk verwacht dathij andere concrete modellen zou ontwikkelen voor de tenlasteneming van depatiënten. Modellen die minder focussen op monitoring in het ziekenhuis, maarwaarbij de eerste lijn nauwer betrokken wordt.
Tot slot stellen de Onafhankelijke Ziekenfondsen zich ook vragen bij detwee beslissingsmodellen in het kader van het gezondheidsbeleid, die in Belgiënaast elkaar bestaan. De vertegenwoordigers van de gezondheidssector zetelen inhet Verzekeringscomité en dit Comité beschikt over een mandaat voor hetuitstippelen van de prioriteiten op gezondheidsgebied en voor de opmaak van eenbegroting, afgestemd op die prioriteiten. In hoeverre is deze instelling noggeloofwaardig, als zijn beslissingen op geregelde tijdstippen opgeheven wordendoor de minister?
Kritiek
Deze referentiecentra, ondergebracht in universitaire ziekenhuizen(Antwerpen, Gent, Luik-Godinne), krijgen al heel lang kritiek. Ze slagen ernamelijk onvoldoende in om een model voor de multidisciplinaire tenlastenemingvan de ziekte via de eerste lijn te ondersteunen, zoals aanbevolen door de HogeWetenschappelijke Raad. Na 10 jaar werking is daarenboven gebleken dat het alte ‘hospitalocentristische’ model van die centra er niet in slaagtom een vroegtijdige en gecoördineerde tenlasteneming van deze ziekte teorganiseren. Dit heeft tot gevolg dat de symptomen chronisch worden (de ziekte‘nestelt zich’, wat de behandeling nog bemoeilijkt).
De Onafhankelijke ziekenfondsen onderstrepen dat de beslissing om definanciering van deze centra te schorsen GEEN besparingsmaatregel is. HetVerzekeringscomité zou die beslissing ook genomen hebben als de economischecontext gunstiger was geweest. Zij herinneren er daarenboven aan dat depatiënten hun recht op de terugbetaling van hun courante verzorging, in hetziekenhuis of in de eerste lijn, behouden.
De eerste lijn beter betrekken bij debehandeling
De Onafhankelijke ziekenfondsen betreuren dat de minister zonder enigoverleg haar veto heeft gesteld tegen een maatregel waarover allegezondheidsactoren het unaniem eens waren. De schorsing van de financiering vancentra die geen bewijs geleverd hebben van hun meerwaarde, was een sterksignaal aan de gezondheidssector. Van deze sector wordt namelijk verwacht dathij andere concrete modellen zou ontwikkelen voor de tenlasteneming van depatiënten. Modellen die minder focussen op monitoring in het ziekenhuis, maarwaarbij de eerste lijn nauwer betrokken wordt.
Tot slot stellen de Onafhankelijke Ziekenfondsen zich ook vragen bij detwee beslissingsmodellen in het kader van het gezondheidsbeleid, die in Belgiënaast elkaar bestaan. De vertegenwoordigers van de gezondheidssector zetelen inhet Verzekeringscomité en dit Comité beschikt over een mandaat voor hetuitstippelen van de prioriteiten op gezondheidsgebied en voor de opmaak van eenbegroting, afgestemd op die prioriteiten. In hoeverre is deze instelling noggeloofwaardig, als zijn beslissingen op geregelde tijdstippen opgeheven wordendoor de minister?