Een HIV-infectie is tegenwoordig goed te behandelen. Er zijn een heleboel middelen beschikbaar die het virus uitstekend onder de duim houden. Daarmee is een HIV-infectie een 'normale' chronische ziekte geworden. HIV-patiënten overlijden niet meer aan AIDS. Ze krijgen net als iedereen ouderdomsziekten zoals diabetes, hoge bloeddruk en opvallend veel nierziekten. Tenofovir is een anti-HIV middel dat er van verdacht wordt nierproblemen te veroorzaken.
Tenofovir is een veel gebruikt middel dat als grote voordeel heeft dat het maar een keer per dag hoeft te worden ingenomen. Tenofovir zit dan ook in ongeveer de helft van alle gebruikte combinatiepillen om hiv te behandelen. Bekende combinaties met tenofovir zijn Truvada, Atripla, en Complera. Truvada wordt niet alleen gebruikt om hiv te behandelen maar ook om besmetting te voorkomen, met wisselend succes.
Nu is bij een grote groep van meer dan 10.000 HIV-patiënten onderzocht welke anti-HIV middelen nierproblemen geven. Middelen als ritonavir (eiwit in urine), atazanavir, en indinavir hebben wel wat invloed op het functioneren van de nieren, maar geven geen grote problemen. Efavirenz zorgt zelfs voor minder eiwit in de urine en verbetert de nierfunctie. Tenofovir blijkt het enige middel te zijn dat ernstige nierproblemen kan geven. Tenofovir kan eiwitverlies in de urine, snelle achteruitgang van de nierfunctie, en verminderde nierfunctie veroorzaken. Een verminderde nierfunctie wordt hier gedefinieerd als een creatinineklaring van minder dan 60 ml/min. Eenmaal opgelopen nierschade blijkt helaas niet snel te herstellen als het gebruik van tenofovir gestopt wordt.
Het gevaar van tenofovir is gelukkig minder erg dan het op het eerste gezicht lijkt. Ten opzichte van de controlegroep, die nooit tenofovir heeft gebruikt, is de kans op verdubbeling van het creatinine in het bloed maar met 10% verhoogd. Het risico op eiwit in de urine samen met verminderde nierfunctie is met 35% verhoogd, maar in absolute zin nog steeds klein.
De Nederlandse en ook de toonaangevende Amerikaanse richtlijnen voor de behandeling van HIV-patiënten schrijven voor dat regelmatig het eiwitgehalte in de urine en het creatinine in het bloed bepaald moet worden. Als dat gedaan wordt en tijdig met tenofovir gestopt wordt, lijkt tenofovir veilig gebruikt te kunnen worden.
De conclusie van deze studie is dat tenofovir een effectief anti-HIV middel is. Een goed inzicht in de effecten van het middel op de lange termijn ontbreekt. Verder onderzoek naar die bijwerkingen van tenofovir is dan ook nodig.
Nu is bij een grote groep van meer dan 10.000 HIV-patiënten onderzocht welke anti-HIV middelen nierproblemen geven. Middelen als ritonavir (eiwit in urine), atazanavir, en indinavir hebben wel wat invloed op het functioneren van de nieren, maar geven geen grote problemen. Efavirenz zorgt zelfs voor minder eiwit in de urine en verbetert de nierfunctie. Tenofovir blijkt het enige middel te zijn dat ernstige nierproblemen kan geven. Tenofovir kan eiwitverlies in de urine, snelle achteruitgang van de nierfunctie, en verminderde nierfunctie veroorzaken. Een verminderde nierfunctie wordt hier gedefinieerd als een creatinineklaring van minder dan 60 ml/min. Eenmaal opgelopen nierschade blijkt helaas niet snel te herstellen als het gebruik van tenofovir gestopt wordt.
Het gevaar van tenofovir is gelukkig minder erg dan het op het eerste gezicht lijkt. Ten opzichte van de controlegroep, die nooit tenofovir heeft gebruikt, is de kans op verdubbeling van het creatinine in het bloed maar met 10% verhoogd. Het risico op eiwit in de urine samen met verminderde nierfunctie is met 35% verhoogd, maar in absolute zin nog steeds klein.
De Nederlandse en ook de toonaangevende Amerikaanse richtlijnen voor de behandeling van HIV-patiënten schrijven voor dat regelmatig het eiwitgehalte in de urine en het creatinine in het bloed bepaald moet worden. Als dat gedaan wordt en tijdig met tenofovir gestopt wordt, lijkt tenofovir veilig gebruikt te kunnen worden.
De conclusie van deze studie is dat tenofovir een effectief anti-HIV middel is. Een goed inzicht in de effecten van het middel op de lange termijn ontbreekt. Verder onderzoek naar die bijwerkingen van tenofovir is dan ook nodig.