Het Grondwettelijk Hof vindt het niet kunnen dat het Riziv een tegemoetkoming weigert voor een geneesmiddel dat niet in België te verkrijgen is, omdat het door een apotheker werd ingevoerd en niet door de patiënt zelf. Dat blijkt uit het antwoord van het hof op een prejudiciële vraag van de arbeidsrechtbank van Marche-en-Famenne.
De ouders van een patiënte, die lijdt aan de ziekte van Still, stapten naar de arbeidsrechter tegen de beslissing van 24 augustus 2009 van het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) van het riziv. Die besliste om geen financiële tegemoetkoming toe te kennen voor de farmaceutische kosten van Kineret (anakinra) voor hun dochter.
De ouders hadden het geneesmiddel aangevraagd bij hun apotheek, die het importeerde na er zich bij het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (fagg) van te hebben vergewist of hij daartoe het recht had. De patiënt had echter zelf rechtstreeks het medicijn moeten kopen.
Het Grondwettelijk Hof stelt dat er geen enkel argument is waarom een patiënt wel een beroep kan doen op een apotheker om een geneesmiddel te importeren waarvoor geen vergunning werd verleend om het in België in de handel te brengen of te registreren, maar niet voor een geneesmiddel waarvoor een vergunning werd verleend om het in België in de handel te brengen, maar dat nog niet in België op de markt is gebracht. Volgens het hof is er sprake van een schending van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel.
De ouders hadden het geneesmiddel aangevraagd bij hun apotheek, die het importeerde na er zich bij het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (fagg) van te hebben vergewist of hij daartoe het recht had. De patiënt had echter zelf rechtstreeks het medicijn moeten kopen.
Het Grondwettelijk Hof stelt dat er geen enkel argument is waarom een patiënt wel een beroep kan doen op een apotheker om een geneesmiddel te importeren waarvoor geen vergunning werd verleend om het in België in de handel te brengen of te registreren, maar niet voor een geneesmiddel waarvoor een vergunning werd verleend om het in België in de handel te brengen, maar dat nog niet in België op de markt is gebracht. Volgens het hof is er sprake van een schending van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel.
