Abortuswet onder vuur

Een gynaecoloog moet de ouders van een gehandicapt kind 100.000 euro schadevergoeding betalen omdat hij hen te laat had ingelicht over de afwijking van hun dochter, zodat ze niet meer voor abortus konden kiezen. Pas na dertig weken zwangerschap kregen de ouders van een ondertussen 9-jarig meisje te horen dat hun kind een afwijking had. Dit terwijl hun gynaecoloog in week vijftien al uit een test kon afleiden dat er een verhoogd risico was op een zware handicap. 'Er moet dringend duidelijkheid komen of abortus kan tot de dag voor de geboorte', zegt advocaat Thierry Vansweevelt.
Pas na dertig weken zwangerschap kregen de ouders van een ondertussen 9-jarig meisje te horen dat hun kind een afwijking had. Dit terwijl hun gynaecoloog in week vijftien al uit een test kon afleiden dat er een verhoogd risico was op een zware handicap. Hij stuurde de ouders door naar het ziekenhuis, waar ze van een andere gynaecoloog de diagnose kregen: een ernstige lumosacrale spina bifida of open rug. Ze zaten toen al in week 33 van de zwangerschap. Het meisje zit vandaag in een rolstoel, is incontinent en heeft een mentale achterstand.

Schadevergoeding
Twee jaar na de geboorte stapten de ouders naar de rechter. Hadden ze eerder vernomen dat hun kind een afwijking had dan hadden ze naar eigen zeggen zeker voor abortus gekozen. De gynaecoloog voerde voor de rechtbank aan dat de ouders van het gehandicapte meisje ondanks zijn fout toch nog voor een zwangerschapsafbreking hadden kunnen kiezen. Hij probeerde zijn schuld door te schuiven op de gynaecoloog in het ziekenhuis, die volgens hem de ouders alsnog - op 33 weken - een abortus had moeten aanraden. De rechtbank in Kortrijk oordeelde echter dat de gynaecoloog uit Vichte een fout had gemaakt. Het hof van beroep bevestigde die beslissing en verdubbelde de eerder uitgesproken schadevergoeding tot 50.000 euro per ouder. Ook het meisje zelf krijgt intussen een voorlopige schadevergoeding van 8.500 euro.

De gynaecoloog van het ziekenhuis werd vrijgesproken. Zijn advocaat Thierry Vansweevelt - ook hoogleraar Medisch Recht aan de Universiteit Antwerpen - spreekt van een belangrijk arrest. "De abortuswet maakt enkel onderscheid tussen een abortus voor of na 12 weken zwangerschap. Vanaf 12 weken kan het enkel als het ongeboren kind een zware en ongeneeslijke kwaal heeft of als het leven van de moeder in gevaar is. De wet voorziet geen eindtermijn, terwijl de wetgever in het parlement stelde dat abortus kan tot 24 weken, de grens dat het kind levensvatbaar is. De rechter oordeelde dat het onduidelijk is voor iedereen, dus ook voor de gynaecoloog van het ziekenhuis die de ouders zogezegd had moeten adviseren. Zowel voor de artsen als voor de zwangere vrouwen zou er duidelijkheid moeten komen of abortus kan tot de dag voor de geboorte." Verder pleit de hoogleraar er voor om de Nationale Abortuscommissie, die alle abortussen in België registreert, de geboorteafbrekingen na 24 weken in kaart te laten brengen. "Dan kennen we tenminste de omvang van die groep. Nu vraagt de commissie enkel of de ingreep voor of na 12 weken is gebeurd."

Wet verfijnen
"Het probleem is dat elk ziekenhuis zelf beslist wat er na die twaalfwekengrens gebeurt", zegt sp.a-senator en gynaecoloog Marleen Temmerman. "Bij sommige moet elke latere abortus voor een ethische commissie komen, bij andere is dat pas vanaf het moment van levensvatbaarheid. Ik wil nog deze legislatuur de wet verfijnen, zodat elk ziekenhuis dezelfde procedure gebruikt."
23 dec 2011 04u05
Bron: De Morgen
meer over
zie ook rubriek