De remgeldverlaging voor raadplegingen bij huisartsen blijft voor vragen zorgen. Wil dit nu zeggen dat u niet meer van het conventietarief mag afwijken?
Even opfrissen. Sinds 1 december geldt er een nieuw systeem voor de bepaling van het remgeld voor een raadpleging bij de huisarts. Het gaat om vaste forfaits: € 1 of € 1,50 voor iemand die een voorkeurregeling bij het ziekenfonds geniet, € 4 of € 6 voor een ‘gewone' patiënt. Het laagste bedrag is telkens van toepassing als de patiënt een GMD heeft bij u.
Bijzondere eisen. Stel, een ‘gewone' patiënt zonder voorkeurregeling mag om 21u30 nog ‘op afspraak' komen, nadat uw (‘vrije') raadpleging al afgelopen is (en u bv. nog administratief werk aan het doen bent). Dit is een voorbeeld van een zgn. bijzondere eis, waarvoor het conventietarief in principe niet geldt. U zou dus bv. € 25 mogen vragen i.p.v. het normale tarief van € 22,98. Dat zou dan echter willen zeggen dat de patiënt geen € 4 maar € 6,02 ‘uit eigen zak' moet betalen. Mag dat dan wel? Ja, dat mag, de nieuwe remgeldregeling verhindert niet om af te wijken van het conventietarief, als de voorwaarden daarvoor vervuld zijn.
Gedeconventioneerd. Bent u niet toegetreden tot de conventie, dan beschikt u in principe altijd over de mogelijkheid om meer te vragen dan het conventietarief (behalve bv. voor prestaties tijdens de wachtdienst). Ook na de inwerkingtreding van de nieuwe verlaagde remgelden blijft dat zo. Op een raadpleging van € 22,98 moet de patiënt € 1, € 1,50, € 4 of € 6 laten vallen t.o.v. het ziekenfonds, maar dat neemt niet weg dat u ‘daarbovenop' eventueel nog een ‘supplement' kunt vragen.
Sociale RDB. Een patiënt met een voorkeurregeling kan vragen om de sociale derdebetaler (RDB) toe te passen. Bent u gedeconventioneerd, dan bent u echter niet verplicht om in te gaan op zijn verzoek om de sociale RDB toe te passen. Het mag wel, maar het moet niet, aldus de tekst van de laatste conventie. Beslist u om toch in te gaan op het verzoek van de patiënt, dan wil dit in principe nog niet zeggen dat u ook het conventietarief moet toepassen. Althans uit de tekst van de laatste conventie valt toch af te leiden dat dit niet verplicht is...
Bijzondere eisen. Stel, een ‘gewone' patiënt zonder voorkeurregeling mag om 21u30 nog ‘op afspraak' komen, nadat uw (‘vrije') raadpleging al afgelopen is (en u bv. nog administratief werk aan het doen bent). Dit is een voorbeeld van een zgn. bijzondere eis, waarvoor het conventietarief in principe niet geldt. U zou dus bv. € 25 mogen vragen i.p.v. het normale tarief van € 22,98. Dat zou dan echter willen zeggen dat de patiënt geen € 4 maar € 6,02 ‘uit eigen zak' moet betalen. Mag dat dan wel? Ja, dat mag, de nieuwe remgeldregeling verhindert niet om af te wijken van het conventietarief, als de voorwaarden daarvoor vervuld zijn.
Gedeconventioneerd. Bent u niet toegetreden tot de conventie, dan beschikt u in principe altijd over de mogelijkheid om meer te vragen dan het conventietarief (behalve bv. voor prestaties tijdens de wachtdienst). Ook na de inwerkingtreding van de nieuwe verlaagde remgelden blijft dat zo. Op een raadpleging van € 22,98 moet de patiënt € 1, € 1,50, € 4 of € 6 laten vallen t.o.v. het ziekenfonds, maar dat neemt niet weg dat u ‘daarbovenop' eventueel nog een ‘supplement' kunt vragen.
Sociale RDB. Een patiënt met een voorkeurregeling kan vragen om de sociale derdebetaler (RDB) toe te passen. Bent u gedeconventioneerd, dan bent u echter niet verplicht om in te gaan op zijn verzoek om de sociale RDB toe te passen. Het mag wel, maar het moet niet, aldus de tekst van de laatste conventie. Beslist u om toch in te gaan op het verzoek van de patiënt, dan wil dit in principe nog niet zeggen dat u ook het conventietarief moet toepassen. Althans uit de tekst van de laatste conventie valt toch af te leiden dat dit niet verplicht is...
