Ongeziene krachtenbundeling voor innovatieve kankertherapie

Wil België een van de koplopers in kankeronderzoek blijven, dan moet het de komende jaren fors investeren in de bouw van een grootschalig centrum voor hadrontherapie, een gloednieuwe vorm van radiotherapie. Dat zegt Roger De Croock, projectleider van het op til zijnde Belgische Hadron Therapie Centrum. 'Investeren in de nieuwe therapie is een must voor onze kenniseconomie en voor hoogtechnologische bedrijven als IBA', zegt hij. 'We mogen de trein niet missen.'
Wereldwijd biedt vandaag slechts een tiental centra de hadrontherapie aan, een vorm van radiotherapie waarbij de kankertumor nauwkeuriger bestraald wordt dan bij de klassieke radiotherapie (lees hieronder). Onder andere in Duitsland en Zwitserland zijn al dergelijke centra actief, maar ook in Japan en de Verenigde Staten. Ook staan tal projecten op stapel. Experts schatten dat per 8 miljoen inwoners één centrum voor hadrontherapie noodzakelijk is. Voor België zou dat één centrum betekenen.

De Stichting Tegen kanker, alle Belgische vooraanstaande universitaire instellingen gespecialiseerd in klinisch onderzoek (Leuven, Gent, vub, Saint-Luc, Jules Bordet) en het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol breken een lans voor de bouw van een hadrontherapiecentrum in ons land. Ze hebben daartoe een speciale stichting opgericht. als projectleider werd Roger De Croock, tot oktober 2005 algemeen directeur van staalgroep Sidmar, aangetrokken.

'We moeten mee op de trein van die nieuwe kankertherapie', zegt De Croock. Anders dreigen Belgische patiënten naar buitenlandse centra gebracht te moeten worden. Dat is niet alleen een erg dure operatie, maar ook niet altijd haalbaar, verduidelijkt Wilfried De Neve, diensthoofd Radiotherapie van het UZ Gent. 'De meeste doorverwijzingen van patiënten mislukken omdat buitenlandse centra geen plaats meer hebben of enorme prijzen vragen.'

Uiterlijk eind 2007 moet de stichting klaar zijn met een businessplan voor het centrum, inclusief de financiering. Het gloednieuwe centrum zou dan tegen 2010-2012 operationeel kunnen zijn. De investeringskosten worden op 100 miljoen euro geraamd, de benodigde oppervlakte op zo'n 10.000 m², in beide gevallen 10 keer meer dan voor een klassiek radiotherapiecentrum. Niet alleen vergt de therapie enorme machines, maar ook een staaltje van hoogtechnologische bouwkunde met aparte behandelingskamers, dikke muren tegen de straling, enzovoort. Voor het operationaliseren van de apparatuur en het opstarten van de therapie is zo'n 50 miljoen euro nodig, gespreid over 5 jaar.

Dat lijkt veel, vooral omdat jaarlijks in het centrum slechts 1.000 à 1.500 patiënten zouden worden behandeld. Bij hen zou een 100-tal kinderen zijn, of een op de drie nieuwe jonge kankerpatiëntjes. 'Op termijn willen we er alle radiotherapeutische behandelingen bij kinderen centraliseren', zegt De Neve.

Het centrum zou wel op volle capaciteit en de klok rond draaien. De plaats is nog niet vastgelegd, maar wellicht wordt het centrum aan een bestaande zorginstelling gekoppeld.

De behandeling van een patiënt met hadrontherapie schommelt rond 25.000 euro. Maar dat is ook al de kostprijs van een klassieke chemotherapie. De Stichting bepleit bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (riziv) de terugbetaling van de behandeling.

Economische kansen

'De kostprijs van het centrum betaalt zich wel terug', meent De Croock. Zo verlaagt hadrontherapie het risico op pijnlijke neveneffecten en dure nabehandelingen.

Het ambitieuze project biedt niet alleen toekomstkansen voor de kankerpatiënten, maar ook voor onze kenniseconomie. Het Belgische radiotherapeutische kankeronderzoek geniet wereldwijde appreciatie. 'Die koppositie mogen we niet uit handen geven.' Een 'Belgisch Hadron Therapie Centrum' moet het kankeronderzoek in het algemeen en het fundamenteel onderzoek in de radiobiologie en de radiotherapie op een nog hoger niveau tillen. Het kan ook het exportpotentieel van onze medische diensten verhogen. 'En vergeet ook de ontwikkeling van de medische beeldvorming niet', benadrukt Didier Vander Steichel, wetenschappelijk directeur van de Stichting Tegen Kanker.

De initiatiefnemers geloven bovenal in het industrieel potentieel. Zo is de firma IBA uit Louvain-la-Neuve wereldwijd marktleider in de bouw van machines voor protontherapie en belooft ze ook de nieuwere vorm van hadrontherapie - op basis van koolstofionen - te kunnen leveren.


Hadrontherapie


Klassieke radiotherapie is een wijdverbreide therapie gebaseerd op het versnellen van elektronen. Die versnelling resulteert in een ‘fotonenbundel’ die kwaadaardige kankercellen moet vernietigen. In België worden elk jaar circa 30.000 kankerpatiënten met radiotherapie behandeld. Bijna de helft van de Belgische kankerpatiënten krijgt in een of ander stadium van de ziekte deze behandelingsvorm. Radiotherapie is vrij doeltreffend voor de grote meerderheid van de ingrepen en in prijs relatief gunstig in vergelijking met andere behandelingsvormen. Toch heeft de traditionele radiotherapie ook beperkingen. Zoals op de linker foto te zien is, neemt de kracht van de stralenbundel van die klassieke behandeling slechts gradueel af, zodat niet alleen het kwaadaardige tumorweefsel maar ook het gezonde weefsel voor en achter de tumor mee wordt bestraald. Voor sommige kankergezwellen is de klassieke behandeling erg risicovol omdat ze diep liggen of dicht bij stralingsgevoelige lichaamsdelen (ogen, schedel, ruggenmerg enz.). Bij kinderen bestaat er een hoog risico op neveneffecten, zoals problemen met de geestelijke ontwikkeling en de groei.

Hadrontherapie of ionentherapie is een nieuwe vorm voor de behandeling van kwaadaardige tumoren. Ionen kunnen net als elektronen versneld worden. In deze behandelingstechniek worden ze onder invloed van elektrische en magnetische velden versneld tot hoogenergetische stralenbundels. Anders dan bij de klassieke radiotherapie
kunnen deze stralenbundels van protonionen of koolstofionen hun energie zeer intens en
zeer lokaal - waar het moet - vrijgeven (rechter foto). Die nauwkeurige afstelling maakt, zeker bij kinderen, de efficiënte behandeling van diep gelegen en andere risicovolle
gezwellen mogelijk. De beschadiging van omringend gezond weefsel is minimaal. Ook resistente gezwellen komen in aanmerking. Hadrontherapie kan ook als een intensieve nabehandeling volgen op een gewone radiotherapie. Doordat artsen met hadrontherapie
grotere dosissen doeltreffend kunnen toedienen, hoeft de patiënt minder vaak naar het ziekenhuis.
14 dec 2006
Bron: De Tijd
meer over
zie ook rubriek