Op 1 januari 2007 zullen 4 Vlaamse hartcentra moeten sluiten. Het KB van de federale minister van Volksgezondheid Demotte, bepaalt immers dat vanaf dan enkel volledige hartcentra, mét hartchirurgie ter plaatse, erkend kunnen worden voor de behandeling van hartpatiënten. Dat is op korte termijn niet realiseerbaar. Geen erkenning betekent geen terugbetaling door het RIZIV, en dus sluiting. Alle investeringen (ongeveer 2 miljoen Euro per coronarografiezaal) worden er naar de schroothoop verwezen.
Dit nieuwe KB heeft voor de patiënt grote gevolgen. De patiënten van
de zogenaamde B1-centra (alleen coronarografie) kunnen immers niet
allemaal meteen terecht in de grote hartcentra. Daarvoor is de
capaciteit onvoldoende. Dat betekent dat heel wat patiënten niet meer
tijdig de juiste diagnose en behandeling zullen kunnen krijgen.
Patiënten met een acuut infarct zullen niet langer terecht kunnen in
deze centra, en zullen voor catheterisatie moeten worden doorvervoerd
naar verder gelegen volledige hartcentra.
De sluiting van deze B1-centra is niet nodig. Ze zouden omgeschakeld
kunnen worden tot B2-centra (coronarografie met ballondilatatie én
stenting). De veiligheid van B2-centra zonder de aanwezigheid van een
dienst hartchirurgie op dezelfde plaats, is wetenschappelijk
aangetoond. Zowat overal ter wereld bestaan die. Uitzonderingen zijn
Griekenland, Bahrein en Maleisië.
De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen gaf herhaaldelijk
advies over deze materie, en adviseerde daarbij voor de erkenning van
zowel B2-centra, als volledige B3-hartcentra.
In Vlaanderen is het nut van deze B2-centra feitelijk al aangetoond.
B1-centra plaatsen immers nu al in toenemende mate en terecht stents,
zonder complicaties. De slaagcijfers zijn even goed als het
Belgische gemiddelde.
Regionaal moet het mogelijk zijn om iedereen in België met een
beginnend of dreigend hartinfarct, dag en nacht, binnen een zo kort
mogelijke tijdspanne en zonder verlengend secundair transport, de
beste behandeling aan te bieden om de kransslagaders open te krijgen
of open te houden.
Net zoals in het buitenland kan dat het beste via de erkenning van
B2-hartcentra. Zij moeten samenwerken met een B3-centrum in de
omgeving, maar zonder de verplichting om hartchirurgie ter plaatse te
hebben. De kwaliteit van de zorg moet in elk centrum adequaat worden
opgevolgd.
B1-centra verplichten om zelf een B3-centrum op te richten, zoals de
wetgeving nu voorziet, op een ogenblik dat het aantal hartoperaties
vermindert ten voordele van het plaatsen van stents, getuigt niet van
politieke wil om de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te
zetten.
De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten, het Algemeen Syndicaat
van Geneeskundigen van België, het Verbond der
Verzorgingsinstellingen, en de Vereniging van Openbare
Verzorgingsinstellingen pleiten samen voor een nieuw overleg met de
federale overheid over dit KB. Wij vragen de minister om het KB te
herzien, en in elk geval de sluiting van de B1-centra dringend uit te
stellen, om ongelukken te voorkomen.
Contactpersonen:
* Belgische Vereniging van Artsensyndikaten (bvas):
Dr. Marc Moens, voorzitter: Boondaalsesteenweg 6, bus 4, 1050
Brussel, 02/644.12.88, absym.bvas@euronet.be
* Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen van België (asgb):
Dr. Robert Rutsaert, voorzitter: Antwerpsesteenweg 18, 2630
Aartselaar, 03/238.49.48, asgb@pandora.be
* Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI):
Dr. Carine Boonen, algemeen directeur: Guimardstraat 1, 1040 Brussel,
02/507.01.72, asn@vvi.be
* Vereniging van Openbare Verzorgingsinstellingen (VOV):
Dhr. Luc Van Roye, algemeen directeur Nederlandstalige Kamer:
Gildenstraat 9-11, 1000 Brussel, 02/286.85.52,
luc.vanroye@vov-info.be
de zogenaamde B1-centra (alleen coronarografie) kunnen immers niet
allemaal meteen terecht in de grote hartcentra. Daarvoor is de
capaciteit onvoldoende. Dat betekent dat heel wat patiënten niet meer
tijdig de juiste diagnose en behandeling zullen kunnen krijgen.
Patiënten met een acuut infarct zullen niet langer terecht kunnen in
deze centra, en zullen voor catheterisatie moeten worden doorvervoerd
naar verder gelegen volledige hartcentra.
De sluiting van deze B1-centra is niet nodig. Ze zouden omgeschakeld
kunnen worden tot B2-centra (coronarografie met ballondilatatie én
stenting). De veiligheid van B2-centra zonder de aanwezigheid van een
dienst hartchirurgie op dezelfde plaats, is wetenschappelijk
aangetoond. Zowat overal ter wereld bestaan die. Uitzonderingen zijn
Griekenland, Bahrein en Maleisië.
De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen gaf herhaaldelijk
advies over deze materie, en adviseerde daarbij voor de erkenning van
zowel B2-centra, als volledige B3-hartcentra.
In Vlaanderen is het nut van deze B2-centra feitelijk al aangetoond.
B1-centra plaatsen immers nu al in toenemende mate en terecht stents,
zonder complicaties. De slaagcijfers zijn even goed als het
Belgische gemiddelde.
Regionaal moet het mogelijk zijn om iedereen in België met een
beginnend of dreigend hartinfarct, dag en nacht, binnen een zo kort
mogelijke tijdspanne en zonder verlengend secundair transport, de
beste behandeling aan te bieden om de kransslagaders open te krijgen
of open te houden.
Net zoals in het buitenland kan dat het beste via de erkenning van
B2-hartcentra. Zij moeten samenwerken met een B3-centrum in de
omgeving, maar zonder de verplichting om hartchirurgie ter plaatse te
hebben. De kwaliteit van de zorg moet in elk centrum adequaat worden
opgevolgd.
B1-centra verplichten om zelf een B3-centrum op te richten, zoals de
wetgeving nu voorziet, op een ogenblik dat het aantal hartoperaties
vermindert ten voordele van het plaatsen van stents, getuigt niet van
politieke wil om de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te
zetten.
De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten, het Algemeen Syndicaat
van Geneeskundigen van België, het Verbond der
Verzorgingsinstellingen, en de Vereniging van Openbare
Verzorgingsinstellingen pleiten samen voor een nieuw overleg met de
federale overheid over dit KB. Wij vragen de minister om het KB te
herzien, en in elk geval de sluiting van de B1-centra dringend uit te
stellen, om ongelukken te voorkomen.
Contactpersonen:
* Belgische Vereniging van Artsensyndikaten (bvas):
Dr. Marc Moens, voorzitter: Boondaalsesteenweg 6, bus 4, 1050
Brussel, 02/644.12.88, absym.bvas@euronet.be
* Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen van België (asgb):
Dr. Robert Rutsaert, voorzitter: Antwerpsesteenweg 18, 2630
Aartselaar, 03/238.49.48, asgb@pandora.be
* Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI):
Dr. Carine Boonen, algemeen directeur: Guimardstraat 1, 1040 Brussel,
02/507.01.72, asn@vvi.be
* Vereniging van Openbare Verzorgingsinstellingen (VOV):
Dhr. Luc Van Roye, algemeen directeur Nederlandstalige Kamer:
Gildenstraat 9-11, 1000 Brussel, 02/286.85.52,
luc.vanroye@vov-info.be
