Minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) is klaar voor het eindejaarsoffensief om het rookverbod in de horeca bekend te maken. Met een campagne op televisie en in dagbladen wordt duidelijk gemaakt dat het vanaf 1 januari gedaan is met roken in het restaurant, tenzij de zaak een aparte rookkamer heeft. Aan de vzw ,,Communicatie-Tabak-Horeca'' uit Brussel gaf Demotte voor die communicatiecampagne een subsidie van 300.000 euro.
In een brief aan de horeca stelt Demotte dat het zaakvoerders vrijstaat om nog rookkamers in te richten, maar dat hij zelf de voorkeur geeft aan een niet-rokerszaak. Demotte heeft voor de rookvrije horeca een logo laten maken en zegt de uitbaters ook dat totaal rookvrije zaken uiteraard minder frequente en makkelijker controles zullen krijgen van de bevoegde inspecteurs.
Demotte heeft in het federale Fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik een jaarlijks budget van 2 miljoen euro uitgetrokken. Voor 2006 werd daaruit ook een subsidie vrijgemaakt van 110.000 euro aan de Belgian Lung and Tuberculosis Association (Belta), koepel van het Franstalige Fares en de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT). Met dat bedrag moet de organisatie ziekenhuizen overtuigen een totaal rookverbod in te voeren. Slechts zeventien ziekenhuizen hebben zich vooralsnog aangesloten bij het Belgische netwerk van rookvrije ziekenhuizen.
Belta krijgt ook 180.000 euro voor de promotie van tabaksontwenning bij zwangere vrouwen. De ontwenningskuur wordt zowel voor de vrouw als de man terugbetaald door het ziekenfonds, goed voor een forfait van telkens 120 euro.
Er wordt 51.000 euro uitgetrokken voor de verdere opleiding van tabakologen. Zo'n 120 personen uit de medische wereld zijn intussen tabakoloog. Zij begeleiden ontwenningsprogramma's. De Antwerpse psycholoog Roel Voorspoels is tabakoloog en werkt hoofdzakelijk in bedrijven. Hij stelt dat een totaal rookverbod in ondernemingen - zonder apart rooklokaal - goed aanvaard wordt.
,,Ik werk altijd in groep en dat groepseffect werkt. Waar de literatuur stelt dat je moet rekenen op dertig procent stoppers, noteren wij een percentage van 45 tot vijftig procent.''
De sessie bestaat uit acht bijeenkomsten in een periode van drie maanden, en een negende na zes maanden. Die zes maanden zijn volgens Voorspoels het moment om te meten, omdat de kans op hervallen na een halfjaar klein is. ,,Een roker die stopt, zit met drie gevaarlijke zaken. Eén: alcoholgebruik. Twee: slepende, chronische of plotselinge stress. En drie: vaste gewoontes om een sigaret op te steken.'' Was de vraag vanuit het bedrijfsleven vlak na het rookverbod in openbare ruimtes en op bedrijfsvloeren groot, dan is de interesse volgens Voorspoels de jongste tijd wel wat verminderd.
Demotte heeft in het federale Fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik een jaarlijks budget van 2 miljoen euro uitgetrokken. Voor 2006 werd daaruit ook een subsidie vrijgemaakt van 110.000 euro aan de Belgian Lung and Tuberculosis Association (Belta), koepel van het Franstalige Fares en de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT). Met dat bedrag moet de organisatie ziekenhuizen overtuigen een totaal rookverbod in te voeren. Slechts zeventien ziekenhuizen hebben zich vooralsnog aangesloten bij het Belgische netwerk van rookvrije ziekenhuizen.
Belta krijgt ook 180.000 euro voor de promotie van tabaksontwenning bij zwangere vrouwen. De ontwenningskuur wordt zowel voor de vrouw als de man terugbetaald door het ziekenfonds, goed voor een forfait van telkens 120 euro.
Er wordt 51.000 euro uitgetrokken voor de verdere opleiding van tabakologen. Zo'n 120 personen uit de medische wereld zijn intussen tabakoloog. Zij begeleiden ontwenningsprogramma's. De Antwerpse psycholoog Roel Voorspoels is tabakoloog en werkt hoofdzakelijk in bedrijven. Hij stelt dat een totaal rookverbod in ondernemingen - zonder apart rooklokaal - goed aanvaard wordt.
,,Ik werk altijd in groep en dat groepseffect werkt. Waar de literatuur stelt dat je moet rekenen op dertig procent stoppers, noteren wij een percentage van 45 tot vijftig procent.''
De sessie bestaat uit acht bijeenkomsten in een periode van drie maanden, en een negende na zes maanden. Die zes maanden zijn volgens Voorspoels het moment om te meten, omdat de kans op hervallen na een halfjaar klein is. ,,Een roker die stopt, zit met drie gevaarlijke zaken. Eén: alcoholgebruik. Twee: slepende, chronische of plotselinge stress. En drie: vaste gewoontes om een sigaret op te steken.'' Was de vraag vanuit het bedrijfsleven vlak na het rookverbod in openbare ruimtes en op bedrijfsvloeren groot, dan is de interesse volgens Voorspoels de jongste tijd wel wat verminderd.