Klinische kwaliteit meten in Belgische ziekenhuizen. Nog werk aan de winkel.

België heeft de beste gezondheidszorg van de wereld. Een vaak gehoorde stelling. Bewijzen kunnen we die stelling niet, want we meten de kwaliteit van onze gezondheidszorg niet systematisch. Het KCE onderzocht in samenwerking met het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschappen van de KUL hoe men de kwaliteit van de gezondheidszorg kan opvolgen in België met zogenaamde kwaliteitsindicatoren. Het KCE wil met dit rapport een aanzet geven om een gedegen kwaliteitsbeleid op poten te zetten in België.
In het eerste deel van het rapport wordt een overzicht gegeven van bestaande systemen van kwaliteitsindicatoren in het buitenland. In Australië, Groot-Brittanië, de VS en Nederland is het meten van zorgkwaliteit met kwaliteitsindicatoren ingeburgerd. Sommige landen doen dit enkel met de bedoeling de zorgkwaliteit te bewaken en te verbeteren, andere landen gebruiken dergelijke systemen als basis voor de financiering van ziekenhuizen.

Op basis van de wetenschappelijke literatuur en ervaringen in andere landen ontstond een methodologisch raamwerk met daarin de cruciale stappen om op een professionele manier kwaliteitsindicatoren te ontwikkelen en te meten. Het meten van de zorgkwaliteit gebeurt immers niet zomaar. Van bij de start moet men duidelijk weten door en voor wie, hoe, waarom en met welke gegevens de kwaliteit zal gemeten worden, en welke gevolgen men aan de resultaten geeft.

Om kwaliteitsindicatoren te meten zijn betrouwbare gegevens nodig. In België bestaan heel wat databanken met gezondheidsgegevens. Deze gegevens zijn niet steeds op hun betrouwbaarheid getest. De bestaande databanken zijn niet aan elkaar gekoppeld. Een voorbeeld vindt men in de diabeteszorg: gezondheidsgegevens bevinden zich op het niveau van het ziekenhuis (de zogenaamde Minimale Klinische Gegevens of MKG), in de databanken van de mutualiteiten, in de rapporten van de geconventioneerde diabetescentra, in het Belgische diabetesregister, enzovoort .

In België is er weinig ervaring met het meten van de klinische kwaliteit van ziekenhuizen. Bestaande Belgische initiatieven (overheden, mutualiteiten, individiduele ziekenhuizen en ziekenhuisgroepen) zijn versnipperd en missen een gemeenschappelijk doel. Meten van kwaliteit is geen sinecure en vergt de nodige professionaliteit. Op basis van 4 oefeningen voor beroerte, verloskundige zorg, ouderenzorg en totale heupprothese toont het onderzoek aan dat dit nochtans inhoudelijk en technisch doenbaar is ondanks beperkingen in de beschikbare gegevens.

Vele zorgverstrekkers en ziekenhuizen die goede kwaliteit voor hun patiënten leveren zijn vragende partij op voorwaarde dat dit geen bijkomende administratieve belasting levert en er verstandig met kwaliteitsindicatoren wordt omgesprongen. Het KCE formuleert één duidelijke aanbeveling aan beleidsmakers: stop met de huidige versnippering en start met vereende krachten aan de uitbouw van een nationaal kwaliteitssysteem.


De volledige tekst van de studie is beschikbaar op de website van het KCE: www.kenniscentrum.fgov.be (rubriek publicaties) onder de referentie KCE Reports vol.41A.


Contacteer voor meer informatie of interviews

Gudrun Briat
Verantwoordelijke communicatie
Wetstraat 62, 1040 Brussel
Tel : +32 2 287 33 54
Fax : +32 2 287 33 85
e-mail : info@kenniscentrum.fgov.be
website : www.kenniscentrum.fgov.be
20 okt 2006
Bron: KCE
meer over
zie ook rubriek