Sociale lasten bijna gehalveerd

De gemiddelde werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid is sluipend gezakt tot 24,9 procent, de helft van het officiële cijfer en zelfs iets minder dan in de buurlanden. Dat zei de federale minister van Sociale Zaken, Rudy Demotte (PS), gisteren terloops, terwijl de sociale partners pogen een centraal sociaal akkoord voor te bereiden over de lonen en over de sociale zekerheid.
Demotte baseert zich op die vaststelling om voor te stellen voor de sociale zekerheidsbijdragen te doen wat eerder gebeurde voor de vennootschapsbelasting: de berekening vereenvoudigen, de bijdragevoet voor iedereen laten evolueren in de richting van 25 procent, en nog maar drie soorten verlagingen overhouden.

Eerst de onthutsende cijfers. Officieel betaalt een werkgever hier 45,36 procent van het brutoloon aan de sociale zekerheid. Dat is zowat het hoogste cijfer ter wereld. Dat cijfer circuleert ook in internationale investeerderskringen die om die reden vaak meteen afhaken voor investeringen in België.

De realiteit is rooskleuriger, zegt Rudy Demotte. De werkgever zelf betaalt maar 32,29 procent; de overige 13,07 procent betaalt hij ook; maar die houdt hij af van het loon van de werknemer; dat is het persoonlijk werknemersaandeel.

Sinds de jaren tachtig verlaagt de overheid de werkgeversbijdragen druppelsgewijs. Nu eens voor de ouderen, dan weer voor de jongeren, een andere keer voor laaggeschoolden, dan weer voor de zeer hooggeschoolden (researchers). Er gaat geen begrotingsconclaaf voorbij of er valt zo'n beslissing. Recent zijn nog de sociale bijdragen op de ploegenpremie verlaagd en premier Guy Verhofstadt heeft nog een verdere verlaging daarvan beloofd aan de autobedrijven.

Al die verlagingen - waarin niemand nog zijn weg vindt - dienen om werkgevers aan te sporen nieuwe banen te scheppen of bestaande banen in stand te houden.

Recent is bovendien begonnen met het verlagen van de persoonlijke bijdragen van laagbetaalde werknemers, niet om nieuwe banen te scheppen maar om de werkloosheidsval weg te werken, zodat ze van hun loon meer overhouden dan de werkloosheidsuitkering.

Uit de cijfers van Demotte blijkt dat door al die lastenverlagingen, de gemiddelde feitelijke bijdragevoet (,,impliciete bijdragevoet'') niet meer 45,36 procent bedraagt, maar amper 24,9 procent, de helft dus.

Volgens hem bedraagt dit cijfer voor onze buurlanden 24 à 28 procent. En onze cijfers zijn van 2003, zegt hij; sindsdien is voor nog eens 2 miljard euro lastenverlaging gegeven.

Het aandeel van de sociale bijdragen in het budget van de sociale zekerheid is afgelopen jaren inderdaad gezakt: van 72 tot 67 procent: 5 procent minder in drie jaar tijd.
12 sep 2006
meer over
zie ook rubriek