Van de medicijnen die in de eerste helft van 2006 aanvaard werden voor terugbetaling, zijn er slechts vijf totaal nieuw. Uit statistieken van de farma-industrie (www.pharma.be) blijkt dat 126 ,,nieuwe'' geneesmiddelen door de ziekteverzekering voor terugbetaling aanvaard werden in de eerste jaarhelft van 2006. Strikt genomen zijn slechts vijf daarvan ,,totaal nieuwe'' medicijnen: nieuwe merken die een nieuwe ,,molecule'' bevatten.
Twaalf andere bevatten bestaande moleculen of samenstellingen waarvan evenwel een nieuwe genezende waarde werd ontdekt. Dat is het nieuwe type van farma-innovatie: bestaande geneesmiddelen waarvoor een nieuwe toepassing is gevonden. Kankergeneesmiddelen die ook effectief blijken te zijn voor heel andere kankers dan degene waarvoor ze ontwikkeld werden, zijn een typevoorbeeld.
Die kunnen niet als ,,totaal nieuwe'', maar wel nog als ,,echt nieuwe'' geneesmiddelen aangemerkt worden. Zo waren er dus twaalf; twee die ook een nieuwe naam kregen, en tien die hun oude naam behielden.
24 andere geneesmiddelen die erkend raakten in de eerste jaarhelft, waren niet nieuw, maar waren bestaande middelen die een nieuwe naam kregen, een nieuwe verpakking, een nieuwe farmaceutische vorm (ampullen in plaats van pillen) of die in een nieuwe dosering beschikbaar werden.
Voor nog eens 28 andere moesten om andere kleine wijzigingen nieuwe aanvragen ingediend worden en nieuwe erkenningen verleend worden.
Opmerkelijk is dat, naast deze 67 merkengeneesmiddelen, niet minder dan 57 nieuwe generieke geneesmiddelen voor terugbetaling aanvaard werden: goedkope kopies van bestaande geneesmiddelen die lang genoeg op de markt zijn om gratis gekopieerd te kunnen worden.
In zes gevallen ging het om geneesmiddelen die voor het eerst als generiek op de markt kwamen. In 32 gevallen ging het om geneesmiddelen waarvoor al een of meerdere generieken op de markt waren. In 19 andere gevallen ging het om bestaande generieken die gewijzigd werden.
Echte vernieuwing is dus veeleer zeldzaam: 5 of 17 op 126. Het gaat meestal om kleine aanpassingen, en om een vergroting van de concurrentie die de prijzen moet drukken.
Die kunnen niet als ,,totaal nieuwe'', maar wel nog als ,,echt nieuwe'' geneesmiddelen aangemerkt worden. Zo waren er dus twaalf; twee die ook een nieuwe naam kregen, en tien die hun oude naam behielden.
24 andere geneesmiddelen die erkend raakten in de eerste jaarhelft, waren niet nieuw, maar waren bestaande middelen die een nieuwe naam kregen, een nieuwe verpakking, een nieuwe farmaceutische vorm (ampullen in plaats van pillen) of die in een nieuwe dosering beschikbaar werden.
Voor nog eens 28 andere moesten om andere kleine wijzigingen nieuwe aanvragen ingediend worden en nieuwe erkenningen verleend worden.
Opmerkelijk is dat, naast deze 67 merkengeneesmiddelen, niet minder dan 57 nieuwe generieke geneesmiddelen voor terugbetaling aanvaard werden: goedkope kopies van bestaande geneesmiddelen die lang genoeg op de markt zijn om gratis gekopieerd te kunnen worden.
In zes gevallen ging het om geneesmiddelen die voor het eerst als generiek op de markt kwamen. In 32 gevallen ging het om geneesmiddelen waarvoor al een of meerdere generieken op de markt waren. In 19 andere gevallen ging het om bestaande generieken die gewijzigd werden.
Echte vernieuwing is dus veeleer zeldzaam: 5 of 17 op 126. Het gaat meestal om kleine aanpassingen, en om een vergroting van de concurrentie die de prijzen moet drukken.
